De bundel "De Dikke Muis" telt 100 blogs en 176 pagina's! Ze is te bestellen via http://www.freemusketeers.nl/boekwinkel en via de boekwinkel van je keuze onder het ISBN nummer 9789048440399.
31 dec 2015
NYE
Van NYC naar NYE in 30 dagen. De sfeer van New York City is me de hele maand bijgebleven, wat was het geweldig daar de kerstsfeer te proeven en mee naar huis te nemen. Het resulteerde in Ginger Bread cake huisjes, een “Boathouse” kerstboom, eindeloze klassieke Amerikaanse kersthits in de keuken en een sfeer vol liefde en warmte in huis. En nu is het New Year’s Eve. Een tochtje lieverds gedaan, Gluhwein en oliebollen verruild voor de maaltijdschijf en houtvuur voor de CV. Hoewel er afgelopen jaar iemand in mijn leven was die het (ahum) nogal af heeft laten weten (en geloof me, dat is een understatement), en daarbij onuitputtelijk extreme aandacht bleef opeisen, zijn er anderen geweest die mijn jaar tot een geweldig jaar hebben gemaakt. Enkelen daarvan hebben jullie door de dikke muis al leren kennen. Komend jaar zullen er meer diamanten aan het licht gebracht worden. Er is een stokoud spreekwoord dat zegt “zeg mij wie uw vrienden zijn, en ik zeg u wie gij zijt”. Vrienden “passen”, als een oude leren jas of een ingelopen paar schoenen. Let maar eens op de vriendschappen van mensen om je heen, het zegt veel over ze. Kijk zelf eens wat je met je vrienden hebt gedeeld en hebt kunnen delen het afgelopen jaar, en wat zij met jou deelden en waarvoor ze je steun of hulp vroegen of aanboden. Of je achterna appten na een waardevolle dag of avond. Of na gewoonweg een k....dag. Want als het goed is mag alles er zijn in een echte vriendschap. Ik ben blij met mijn 2015, het was een inspirerend, liefdevol en hilarisch humoristisch jaar vol verrassingen en oeroude onvoorwaardelijkheid. Hopelijk kunnen velen van jullie er ook zo op terugkijken. Niet het vele is goed, maar het goede is veel. De dikke muis wenst jullie allemaal een prachtig 2016 toe. Be careful what you wish for, ‘cause you just might get it!
Liefs Tess
29 dec 2015
Oliebol
Eindelijk zitten we eens op tijd aan het ontbijt, fris gedouched en gezellig aangekleed. Zometeen nog even langs de bloemenzusjes in het dorp. En dan door naar Ellen. Mijn dochter en haar zoon zijn stiekem een beetje in love, en zo hadden wij dat al uitgedacht vlak na de bevalling van die twee. Laat ons maar schuiven. Ellen en ik hebben jaren samengewoond in onze studentenstad. Onze studies waren zo’n beetje tegengesteld, en zij was een hardrocker en ik een kakker. Al vanaf dat ik mijn studentenkamer kwam schilderen met mijn ouders en zij ons direct koffie aanbod, wisten we dat we “two of a kind” waren. We hadden ieder onze dagindeling maar aten altijd samen, we hadden konijnen op onze kleine kamers die door de gang hupsten, vriendjes die in onze badjassen rondstruinden, puisten die volgens vast protocol uitgemoord werden (absoluut niet parabenen vrij) en stapavondjes die eindigden met steevast een liter water en twee paracetamol (recept Ellen) voor het slapengaan. Als onze ouders ons na een weekendje thuis maar moeilijk konden laten gaan om weer af te reizen naar de grote stad, zeiden ze “Als je thuiskomt, is Ellen er dan al?” of “Is Tess er ook al straks?”. Na onze studietijd zijn we als Thelma en Louise door Canada gegaan. Met een enorme Ford en even grote hutkoffers, reisden we 3000 km van meren naar bergen en van grote steden naar miniscuul kleine dorpjes temidden van uitgestrekte graanakkers, op zoek naar de liefste hotelletjes en de meest schattige prijskaartjes. Later brachten onze kinderen ons gedeelde moederliefde en soms een onzeker en uitgeput soort “sloofmaatschap”. Ellen trouwde gelukkig met een van de beste mannen op aarde, ik heb er geen nacht wakker van gelegen en zij ook niet. Er zijn kritieke momenten in mijn leven geweest waarin niets meer soelaas bood behalve Ellen met haar weekendtas voor mijn deur, soms man en kind achter latend om mij op de been te krijgen. Ellen gaat mijn hele leven mee, en ik dat van haar. Dat hebben we niet afgesproken want dat is gewoon zo.
Ik schenk de verse jus in, kijk op mijn horloge en pak mijn telefoon. Ik app Ellen : "Lieve oliebollenbakster, gezellig dat ik je mag vergezellen in de schuur! Knus! We zijn er om 11.30 uur, liefs!" Ze appt meteen terug (Ellen appt me in het holst van de nacht nog terug): "Lieve Tess! Gezellig! Als het zo lekker droogt blijft, ga ik buiten bakken. Maar euh....voor de zekerheid....MORGEN om 11.30 toch he?" Ik denk meteen aan dement gebreide kleedjes en dat ik misschien toch breinaalden moet gaan halen om nog iets foutloos te kunnen gaan doen straks. Ik app: "Oh shit ik dacht dat het morgen al 31 was! Wel even binnen het gezin houden alsjebieft hahahaha. Ja we komen morgen om 11.30!" Ellen appt terug: "Ik schrok, het is hier een zooitje en 2 van de 3 zijn uit logeren". (Wij komen alleen als al onze lieverds er zijn, niks uit logeren, dat weet ze wel). Ik app haar terug: "Dus dan komt de vee arts hier ook pas morgenavond?" Waarop zij appt: "Ik zou hem nog even appen voor de zekerheid : )".
Ok, dagje extra, altijd welkom. Geen breinaalden maar opknappertje de tuin in en lekker even naar de Praxis voor een tuinhek voor Ben&Jerry. Tuinieren en varkens gaat namelijk erg goed samen, als je maar ieder je eigen stukje afspreekt. Morgen lekker naar Ellen, ik kan er nog een dag naar uitkijken. Ellen? We zijn er morgen om 11.30. Lekker buiten oliebollen bakken, of in de schuur als het regent. Tot morgen lieverd! Zorg dat iedereen thuis is he! x Tess
Ik schenk de verse jus in, kijk op mijn horloge en pak mijn telefoon. Ik app Ellen : "Lieve oliebollenbakster, gezellig dat ik je mag vergezellen in de schuur! Knus! We zijn er om 11.30 uur, liefs!" Ze appt meteen terug (Ellen appt me in het holst van de nacht nog terug): "Lieve Tess! Gezellig! Als het zo lekker droogt blijft, ga ik buiten bakken. Maar euh....voor de zekerheid....MORGEN om 11.30 toch he?" Ik denk meteen aan dement gebreide kleedjes en dat ik misschien toch breinaalden moet gaan halen om nog iets foutloos te kunnen gaan doen straks. Ik app: "Oh shit ik dacht dat het morgen al 31 was! Wel even binnen het gezin houden alsjebieft hahahaha. Ja we komen morgen om 11.30!" Ellen appt terug: "Ik schrok, het is hier een zooitje en 2 van de 3 zijn uit logeren". (Wij komen alleen als al onze lieverds er zijn, niks uit logeren, dat weet ze wel). Ik app haar terug: "Dus dan komt de vee arts hier ook pas morgenavond?" Waarop zij appt: "Ik zou hem nog even appen voor de zekerheid : )".
Ok, dagje extra, altijd welkom. Geen breinaalden maar opknappertje de tuin in en lekker even naar de Praxis voor een tuinhek voor Ben&Jerry. Tuinieren en varkens gaat namelijk erg goed samen, als je maar ieder je eigen stukje afspreekt. Morgen lekker naar Ellen, ik kan er nog een dag naar uitkijken. Ellen? We zijn er morgen om 11.30. Lekker buiten oliebollen bakken, of in de schuur als het regent. Tot morgen lieverd! Zorg dat iedereen thuis is he! x Tess
28 dec 2015
Richard
Let’s call it a day. Als ik mijn laatste rondje om “de cottage” maak hoor ik ineens iemand tegen de grond smakken. Het flauwe licht van het antieke straatlantaarntje werp licht op een mans-persoon die overeind probeert te komen maar daar niet in slaagt. Aan de jas zie ik dat het Richard moet zijn. Richard is een van de liefste mannen uit de buurt. Hij is niet heel erg uitgesproken, maar ongelooflijk attent en op eigen wijze heel gezellig. Bij Richard ben je altijd welkom en hij zal je altijd helpen als je hem nodig hebt. Dat bedenk ik me, voordat ik naar hem toe snel en zijn zoveelste poging van opstaan ondersteun en zeg “kom, laat mij je eens een keer thuisbrengen”. “Och schatje toch” zegt Richard, “ik heb wel een kilometer gelopen maar de laatste paar stappen ging het mis”. Ik zie dat zijn gezicht bloedt en zijn handen zitten ook onder het bloed. Hij pakt me bij mijn schouders vast en ik denk meteen aan mijn luipaardjasje van Juul dat ik al dagen aan heb. Het is een getailleerd knuffelvel met het cachet van Guess en het comfort van een onesie. En bloed geeft nare vlekken als er zuurstof bij komt, en de straat hangt vol met zuurstof. Terwijl ik Richard aan de arm heb, en we als twee zwabberende katten naar zijn huis lopen, vindt ie dat ik wel een aai over mijn wang verdiend heb. Bij voorbaat al, en we zijn nog niet eens thuis. Als ik zijn handen weg wil duwen heb ik de mijne nodig en dan ligt ie weer. Maar bloed geeft nare vlekken als er zuurstof bij komt en de straat hangt vol met zuurstof. Gelukkig heeft ie de sleutel in zijn hand geklemd, hoef ik geen broekzakken af. Hij steekt ‘m in de gevel naast de voordeur. De deur gaat niet open. Ik parkeer Richard even tegen de muur en neem de sleutel van hem over. Zijn keukenstoelen hebben wieltjes, ik vind het doodeng. Als ik hem erin heb gekregen, kermt ie ineens “dit is niet best”. Hij wijst naar zijn enkel. Ik trek zijn schoenen uit. Ik moet zeggen: Richard heeft zich tip top aangekleed vanavond. “Hele leuke schoenen Richard” zeg ik. “Heb je ergens pijn bij je voet?”. “Och nee schatje, het is goed zo. Sorry. Zo is het helemaal prima. Ik heb wel een kilometer gelopen maar de laatste paar stappen ging het mis”. Ik vraag of hij wel een gezellig avond heeft gehad en vertel hem dat we allemaal na die dagen een keer aan onze tax komen. Dat hij er al 3 over gedaan heeft is al keurig, Freddy doet er maar een halve middag over. Ondertussen zet ik koffie en ontruim ik zijn steile trap naar boven. Ik ga me niet aan die trap wagen met Richard, maar het minste wat ik kan doen is het parcours vrij maken. Richard gaat telkens staan, en dan schuift zijn stoel op wieltjes weer een meter naar achteren zonder dat ie het in de gaten heeft. Elke keer moet ik Richard weer in zijn stoel mikken als ie langs komt (de stoel). “Richard, blijf nou maar even zitten, de koffie komt eraan”. “Schatje, ik heb het heel gezellig gehad, echt”. Ik zeg “Dat is fijn kerel, hier is je koffie en beloof me dat je nog even blijft zitten en je koffie opdrinkt, voordat je naar boven gaat, ok? En dit is nooit gebeurd. Lekker slapen he...”. Ik sluit de voordeur van Richard achter me en loop weer terug naar huis. Wat moet een vrouw ook nog zo laat nog op straat in het donker.
24 dec 2015
x-mas
Kerstavond is de leukste avond van het jaar. Ik snap niet dat er mensen zijn die een “hekel” aan kerst hebben. Ik snap wel dat er mensen zijn die dierbaren missen rond kerst. Dat doe ik zelf ook. Maar dat maakt mijn kerst hooguit een moment van gemis en stilstaan bij het goede wat is geweest, of het minder goede waarvan je afscheid hebt genomen. Het blijft een feest van lichtjes en samenzijn met wie bij je is, en bij wie jij bent. Kerstavond is stoofpotje en cake van mijn super Boretti, het pronkstuk in mijn eenvoudige cottage. Is ringen van de Gluhwein tussen de kaarsen op de keukentafel. Is dierenhokken gevuld met vers stro verlicht door lampjes in de tuin. Is Elvis P. en Frank S. door de keuken. En een terugblik over mijn schouder naar wie me lief zijn, of waren en altijd zullen blijven.
Sterre zou lekker onder de kerstboom gaan liggen, vermoedelijk een van de feestdagen met Sushi voor haar hele gezin, hier en daar nog een blauwe of bruine hagel uit haar huispak poetsend. Zij was de piek op mijn “9-till I close my eyes” overeenkomst dit jaar. Mijn lease-auto in het kwadraat, mijn veertienvoudigde periodiek. Zonder haar had ik geen bergen verzet en verzet ik geen molshoop meer in 2016. Dat is onze afspraak vice versa. Juul heeft de kerstboom in haar winkeltje voor 3 hele dagen goodbye gekust en haar alarm erop gezet: al haar klanten schuiven piekfijn aan bij hun kerstdiner. En Ketelbinkie heb ik nog nooit zo gelukkig gezien als de maanden voorafgaand aan deze avond. En terecht. En wat gun ik hem dat. En wat kun je lachen met die man, mijn hele midwinterdepressie heeft zich niet aangediend door zijn humor. We hebben heel wat beleefd, met z’n allen. De lief-en-leed sjaal van Juul en mij heeft voor hete vuren gestaan maar ons verwarmd wanneer we het nodig hadden en ons hoe dan ook laten “shinen” zoals het een vrouw betaamt (ook Juul en mij). De zoon van Juul heeft me zojuist nog een prachtig kerstkado gegeven, zelf ontworpen en zelf getimmerd. Ook hij heeft “toverstafjes” als handen. Ik ben er zo blij mee. We kruipen lekker op de bank voor de Polar Express en de traditionele kerstknuffel van onder de boom vandaan. Het glas half vol met wat dan ook. Ik wens iedereen die het afgelopen jaar heeft meegelezen op de dikke muis een hele fijne kerst en een geslaagde kalkoen. Mede dankzij jullie zal de dikke muis komend jaar worden uitgegeven in boekvorm. Dat wordt dan deel 1, want we zijn nog lang niet klaar immers.
Tot snel en Merry X-mas!
Liefs, Tess
Sterre zou lekker onder de kerstboom gaan liggen, vermoedelijk een van de feestdagen met Sushi voor haar hele gezin, hier en daar nog een blauwe of bruine hagel uit haar huispak poetsend. Zij was de piek op mijn “9-till I close my eyes” overeenkomst dit jaar. Mijn lease-auto in het kwadraat, mijn veertienvoudigde periodiek. Zonder haar had ik geen bergen verzet en verzet ik geen molshoop meer in 2016. Dat is onze afspraak vice versa. Juul heeft de kerstboom in haar winkeltje voor 3 hele dagen goodbye gekust en haar alarm erop gezet: al haar klanten schuiven piekfijn aan bij hun kerstdiner. En Ketelbinkie heb ik nog nooit zo gelukkig gezien als de maanden voorafgaand aan deze avond. En terecht. En wat gun ik hem dat. En wat kun je lachen met die man, mijn hele midwinterdepressie heeft zich niet aangediend door zijn humor. We hebben heel wat beleefd, met z’n allen. De lief-en-leed sjaal van Juul en mij heeft voor hete vuren gestaan maar ons verwarmd wanneer we het nodig hadden en ons hoe dan ook laten “shinen” zoals het een vrouw betaamt (ook Juul en mij). De zoon van Juul heeft me zojuist nog een prachtig kerstkado gegeven, zelf ontworpen en zelf getimmerd. Ook hij heeft “toverstafjes” als handen. Ik ben er zo blij mee. We kruipen lekker op de bank voor de Polar Express en de traditionele kerstknuffel van onder de boom vandaan. Het glas half vol met wat dan ook. Ik wens iedereen die het afgelopen jaar heeft meegelezen op de dikke muis een hele fijne kerst en een geslaagde kalkoen. Mede dankzij jullie zal de dikke muis komend jaar worden uitgegeven in boekvorm. Dat wordt dan deel 1, want we zijn nog lang niet klaar immers.
Tot snel en Merry X-mas!
Liefs, Tess
23 dec 2015
mr Snowman
Dikke mensen zijn gezellig, zeggen ze in de volksmond. Ja, nogal wiedes, anders zijn ze en dik en ongezellig en dan blijft er zo weinig leuks over. Mr Snowman is ook dik en gezellig. Toen Fleur appte dat ze sneeuwpopjes wilde maken “in” hun paardenstal, met koek en zopie aan de stamtafel, appte ik een volmondig “ja, leuk!” terug. Dat was niet zozeer voor het knutselmoment (spelletjes en knutselen, brrr), maar voor de lucht van schraal bier en paardenzweet en de grote oude stamtafel, die mij bij hen altijd de sfeer van knusheid en samenzijn oproept. Zoals gezegd: ons paard staat er, en die heb ik alleen nog maar vanaf de grond bekeken de afgelopen jaren, maar Fleur en haar man en de stamtafel, die zijn in mijn leven thuis gaan horen. Jaja, een duur geintje thuisgevoel, maar wat kan het schelen. Je ergens lekker thuis voelen is heel, heel belangrijk. Kindlief dol op knutselen, dankte Fleur vanuit de grond van haar hartje voor haar creatieve talenten en initiatieven. De stamtafel was bezaaid met witte tennissokken, scharen en tubes lijm, en de bar stond vol met bakjes lint in alle kleuren, knoopjes, besjes, braampjes, kant en rose- belletjes, glitters en pompoentjes. Op de overige kantinetafeltjes stonden bakken ongekookte rijst. Gelukkig: er was een tafeltje gereserveerd voor koffie en kerstkransjes. Daar maar eens beginnen. En even schraal bier en paardenzweet snuiven. Kindlief zat al helemaal klaar, ze nam de Mr Snowmen van Fleur nauwkeurig in zich op en maakte een analyse van zijn anatomie. Ze is mijn betere helft. Ik kan dat feilloos bij een mens, maar zij kan het zelfs bij Mr Snowman. Instructies kan ik wel aan, en gelukkig gaf Fleur ze duidelijk en geduldig. In totaal werden er die avond maarliefst een kleine honderd Snowmen geboren aan de stamtafel. En wij zaten er als herders trots omheen. Er waren kleine “Er ist wieder da” sneeuwpopjes met zwarte snorretjes, maar ook brocante tuttenbelletjes en uiteraard de klassieke met zwarte hoge hoed en dikke winterpeen. Er werd zelfs een sneeuwbaby geboren uit restant tennissok. Fleur krijgt mij aan de knutsel. Fleur laat mij die avond bevallen van drie sneeuwpopjes, en ze zijn nog leuk ook. Fleur krijgt mij vast ook ooit nog eens op een paard.
22 dec 2015
brownie
Mijn nichtje Babette is foto model. Maar ze weet het zelf niet. (We zijn gestopt het haar te vertellen. Ze vond het niet interessant) Ze heeft blonde krullen van zichzelf en reebruine ogen. En tien jaar extra op de teller zie je niet bij haar. Zwitsal, ze zweert erbij. Alles wat zij aanraakt wordt net zo mooi als zij. Het is maar goed dat ze een beetje “landelijk” woont en niet in de grote stad, want er zou meer geclaxoneer in een etmaal te horen zijn dan in hartje Rome, daar zweer ik dan weer bij. Het doet er allemaal niet toe: Babette had Brownie, en Brownie had Babette. Waar Babette was daar was Brownie, en waar Brownie was daar was Babette. De nacht brachten zij gescheiden door, maar 's morgens riep Babette tijdens het aanbrengen van haar mascara al uit het badkamerraam de tuin in “Brownie, ik kom er zo aan hoor!”. Dan waste Brownie haar lange oren nog even tussen haar voorpootjes tot Babette klaar was, en dan ging het hok open en kon mevrouw haar ontbijt gaan nuttigen en haar lange achterpoten strekken. Dat laatste deed ze het liefst onder nieuwe aanplant. Boeren Hortensia’s, pas geplante sierappelboompjes, bloeiende Hosta’s: Brownie was een echte buiten-Nijn en zag de “mis-en-scene” van de nieuwe aanplant net weer effe anders dan Babette het bedoeld had. Geen probleem, samen kwamen ze er altijd uit. Brownie had haar eigen inbreng in het tuinontwerp, zo vond Babette, want het was min of meer haar eigen huiskamer toch? Als het regende negeerde Babette alle rode verkeerslichten om snel Brownie haar hok te overkappen met plastic. Niet voor het hok, maar voor Brownie. Behandel een ander zoals je zelf behandelt wilt worden.
Behalve Babette had Brownie nog een vriendin, Bonnie. Bonnie is de Basset hond van Babette. Bonnie en Brownie waren dikke vriendinnen. Brownie mocht naast Bonnie op het hondenkussen liggen en Bonnie gunde Brownie haar graafmomenten in de tuin en stond een tikkie jaloers maar toch applaudisserend te kijken bij de totstandkoming van immense konijnenholen. Brownie had ook een abonnement op Landleven en VT wonen, op More Than Classic en Linda. Babette en Brownie lazen ze samen. Een vrolijk aangeknaagde stapel prijkte altijd in de woonkamer van Babette. Dat privilege was Bonnie niet toebedeeld, zij moest van de bladen afblijven. Brownie niet. Brownie mocht doen wat ze wilde, gaan waar ze wilde gaan en iedereen was fan van haar.
Totdat Brownie ineens koorts kreeg. Haar mooie lange oren niet meer wilde wassen en haar lange achterpoten niet meer wilde strekken na haar ontbijt. Landleven en Linda konden haar gestolen worden en tegen Bonnie zei ze alleen nog flauwtjes “hoi” en “schuif es op”. Dat was een slecht voorteken, want zo is Brownie niet. Babette heeft alles uit de kast gehaald (en uit haar portemonnee) om Brownie te helpen en te redden, maar Brownie redde het niet. Een naar virus heeft haar van Babette weggenomen. En van Bonnie. En van ons allemaal. Lieve Brownie, we wensen je veel boeren Hortensia’s, sierappelboompjes en Hosta’s toe. Maak er weer een mooie tuin van daarboven meid, we sturen Landleven en Linda naar je op en zullen je geen dag vergeten. De mascara van Babette is doorgelopen (al twee dagen) maar we zullen goed voor haar zorgen en haar net zoveel knuffelen als jij deed. Dikke zoen, je fans.
Behalve Babette had Brownie nog een vriendin, Bonnie. Bonnie is de Basset hond van Babette. Bonnie en Brownie waren dikke vriendinnen. Brownie mocht naast Bonnie op het hondenkussen liggen en Bonnie gunde Brownie haar graafmomenten in de tuin en stond een tikkie jaloers maar toch applaudisserend te kijken bij de totstandkoming van immense konijnenholen. Brownie had ook een abonnement op Landleven en VT wonen, op More Than Classic en Linda. Babette en Brownie lazen ze samen. Een vrolijk aangeknaagde stapel prijkte altijd in de woonkamer van Babette. Dat privilege was Bonnie niet toebedeeld, zij moest van de bladen afblijven. Brownie niet. Brownie mocht doen wat ze wilde, gaan waar ze wilde gaan en iedereen was fan van haar.
Totdat Brownie ineens koorts kreeg. Haar mooie lange oren niet meer wilde wassen en haar lange achterpoten niet meer wilde strekken na haar ontbijt. Landleven en Linda konden haar gestolen worden en tegen Bonnie zei ze alleen nog flauwtjes “hoi” en “schuif es op”. Dat was een slecht voorteken, want zo is Brownie niet. Babette heeft alles uit de kast gehaald (en uit haar portemonnee) om Brownie te helpen en te redden, maar Brownie redde het niet. Een naar virus heeft haar van Babette weggenomen. En van Bonnie. En van ons allemaal. Lieve Brownie, we wensen je veel boeren Hortensia’s, sierappelboompjes en Hosta’s toe. Maak er weer een mooie tuin van daarboven meid, we sturen Landleven en Linda naar je op en zullen je geen dag vergeten. De mascara van Babette is doorgelopen (al twee dagen) maar we zullen goed voor haar zorgen en haar net zoveel knuffelen als jij deed. Dikke zoen, je fans.
20 dec 2015
stopshop (gents only)
Ben benieuwd wanneer de dag zal zijn dat mijn eerste stopshop (gents only) haar deuren opent. De eerste run ik zelf natuurlijk. Veel te leuk. De stopshop is een plek waar de man, de “gent”, niet geconfronteerd wordt met pashokjes, kledinghangers, schoenendozen, vragen omtrent figuur en gewicht en luchtige blikken naar zwaar serieuze prijskaartjes. In de stopshop arriveer je opgelucht als je je lief hebt losgelaten in de winkelstraat. Ik heet je persoonlijk welkom met een begrijpende “is het alweer zover” blik en wijs je een lekkere stoel en tafel voor jezelf. Je hebt eigen TV met 538 voorkeurszenders, de vleesmap, een Ipad aan een ketting en een asbak (alleen in het achterste gedeelte van de stopshop natuurlijk). Je mag er appen, smsen of bellen met je minnares, je schoonmoeder stalken of geld van jullie gezamenlijke rekening naar een derdenrekening in Duitsland overboeken: mij allemaal best. Ik vraag wat je wilt drinken en vraag 4,50 voor een cappuccino of koffie en 6,25 voor een biertje, en als je dat veel vindt vraag ik je wat je denkt dat je vrouw op dit moment aan het uitgeven is. Op het toilet staat een rood kruis van mijn watervaste stift door het bordje “graag de bril omhoog”. Je doet je best maar, dit is jouw dag, jouw men-cave. Wij vrouwen hebben hier niets, maar dan ook niets te klagen over je. Welke zender je ook kiest, hoe vaak je ook zapt, welk exemplaar je uit de vleesmap ook leest, ook al verdwijn je er 45 minuten mee op het toilet en zet je het raampje niet open: hier ben je welkom. Je hoeft geen nieuwe rol op te hangen of je handen te wassen, wees gewoon lekker jezelf, plof weer neer als je zover bent en roep me voor een volgend potje bier of een stevige bak koffie. Of voor een braadworst met mosterd of uiensoep gegratineerd met kaas en stokbrood (al naar gelang de duur van het shop-leed). Maar schaam je ook niet voor dropjes, lange vingers of een stoute cola. Gewoon vragen. Ik begrijp je financiële pijn van dit moment en help je er doorheen. Promise. Let’s get this over with.
19 dec 2015
ben&jerry
Ik haal de sleutel uit het contact en graai mijn tas van de achterbank. Het is al donker en ik ben blij dat ik thuis ben met boodschappen en al. De dag begon hectisch en er is de hele dag geen 8x4 momentje gekomen. Het leek wel of iedereen vandaag iets (perse wel of niet) wilde, onvermijdelijk moest slopen of onoverkomelijk snel ter zijde moest worden gestaan. Dan zie ik een ouder echtpaar met een kruiwagen vol jampotjes en waxinelichtjes. Hij rijdt de kruiwagen en zij zet om de twee meter een potje met een brandend kaarsje op de stoep. Ik kan een deel van de route inmiddels al helemaal volgen. Op het kerkplein naast mijn huis staan mensen hun trompetten en hoorns uit koffers te halen en wordt een vuur gestookt. Als ik mijn boodschappen binnen heb gezet en de pizza in de oven heb gefrisbeed, pak ik mijn mok met inmiddels warme Gluhwein en ga de tuin in. De trompetten spelen kerstliedjes en langs mijn tuinhek lopen kinderen met lampionnen en wollen mutsen. Het is de avond van de jaarlijkse kerstkuier. Ik zei toch dat ik in het liefste dorp van NL woon. De kerstkuier is een wandeling langs honderden waxinelichtjes op de stoepen, langs kerstgedichten bij kampvuurtjes, langs kerkjes met chocomel en engelen-koortjes, langs de herders en de os en de ezel. En dit jaar ook langs Ben&Jerry.
Afgelopen zomer heeft Ketelbinkie al zijn kostbare rest-uren besteed aan mijn wens. We begonnen samen met de kinderen in de stromende regen. Ik heb van “mevrouwtje kost geld” gezien dat slopen het allerleukste is van bouwen. Binnen een paar uur hadden we een schoon stuk grond zonder oude opstallen en 450 kilo afval op de aanhanger van Ketelbinkie gesjord. Een super gezellige middag. Daarna begon Ketelbinkie te bouwen. En hij hield niet weer op. Ook al was het 36 graden, hij bouwde dat het een lieve lust was. Alles wat ik mooi vond en wenste werd realiteit door zijn handen. Het leken wel toverstafjes, maar dan hele grote : ). Friese dakpannetjes op het dak van een dubbelwandig strak betegeld nachthok met hooizolder, en natuurlijk een uitgezaagd hartje uit de grote toegangsdeur. Een beschutte buitenren eraan met boerderijhek als opening. Dubbelwandig, of course. En tot slot een zinken dakgootje onder de Friese dakpannetjes. Om te zoenen die Ketelbinkie. En vanavond sta ik met mijn Gluhwein naast de bewoners van die Hoeve Ketelbinkie: Ben&Jerry. Op hun zoldertje ligt alweer een verse baal stro die de buurman zojuist aan kwam kruien (“scheelt je veel rommel in je auto Tess!”). Ben&Jerry hebben kerstlampjes rondom hun hele hok, een kerstklok in hun buitenren en roze winterheide in een zinken plantenbak aan hun schapengaas. De kinderen vinden het prachtig, een nieuwe kerststal in het dorpje. De trompetten spelen en de rook van het kampvuur waait mijn tuin in. Ik denk aan Ketelbinkie en de warme zomer. Wat lief van hem.
Afgelopen zomer heeft Ketelbinkie al zijn kostbare rest-uren besteed aan mijn wens. We begonnen samen met de kinderen in de stromende regen. Ik heb van “mevrouwtje kost geld” gezien dat slopen het allerleukste is van bouwen. Binnen een paar uur hadden we een schoon stuk grond zonder oude opstallen en 450 kilo afval op de aanhanger van Ketelbinkie gesjord. Een super gezellige middag. Daarna begon Ketelbinkie te bouwen. En hij hield niet weer op. Ook al was het 36 graden, hij bouwde dat het een lieve lust was. Alles wat ik mooi vond en wenste werd realiteit door zijn handen. Het leken wel toverstafjes, maar dan hele grote : ). Friese dakpannetjes op het dak van een dubbelwandig strak betegeld nachthok met hooizolder, en natuurlijk een uitgezaagd hartje uit de grote toegangsdeur. Een beschutte buitenren eraan met boerderijhek als opening. Dubbelwandig, of course. En tot slot een zinken dakgootje onder de Friese dakpannetjes. Om te zoenen die Ketelbinkie. En vanavond sta ik met mijn Gluhwein naast de bewoners van die Hoeve Ketelbinkie: Ben&Jerry. Op hun zoldertje ligt alweer een verse baal stro die de buurman zojuist aan kwam kruien (“scheelt je veel rommel in je auto Tess!”). Ben&Jerry hebben kerstlampjes rondom hun hele hok, een kerstklok in hun buitenren en roze winterheide in een zinken plantenbak aan hun schapengaas. De kinderen vinden het prachtig, een nieuwe kerststal in het dorpje. De trompetten spelen en de rook van het kampvuur waait mijn tuin in. Ik denk aan Ketelbinkie en de warme zomer. Wat lief van hem.
18 dec 2015
kerstSterre
Joepie, mail van Sterre! Lees even mee. En daarna raad ik je aan als de brandweer sushi te bestellen. Things are getting better, echt Sterre. Dikke zoen. Tess
Dit jaar werd ik voor het eerst geconfronteerd met het fenomeen ‘kerstdiner intekenlijst’. OMG. Je hebt grofweg twee type moeders, het ene type maakt zich er met een jantje van lijden van af door knakworsten, twee pakken chocomel of poffertjes (en dan bedoel ik de magnetronvariant) te verzorgen. Het andere type heeft het over fruitspiesen, zelfgebakken kerstkransjes of iets anders zelfbereids. Ik schrok, ik had werkelijk geen clou tot welke soort ik zelf behoorde en wat ik nu moest bereiden. Gelukkig is er zoiets als de club van relaxte moeders waar een vriendin mij op attendeerde en daar vond ik het perfecte gerecht, een kerstboom gemaakt van boterhammen met hagelslag. Dat zou mij toch moeten lukken. Die ochtend moesten de kinderen, ik heb er twee, dus ja, je raadt het al, dit betekent ook twee kerstcreaties, om half 9 in de kerk zitten. Een kersttraditie die deze van oorsprong Katholieke school nog hoog in het vaandel heeft staan. Mijn jongste zit sinds een maand op deze school en vond het allemaal nogal overweldigend, 500 leerlingen, een handjevol leerkrachten en zeker 100 ouders dus in plaats van na afloop keurig met de klas naar school te lopen hing mijn kind aan mijn been en bleef daar de rest van de dag ook hangen. Na een middag van boodschappen doen, wassen wegwerken, aandacht aan mijn kinderen, werkster, moeder, vriendinnen, collega’s en mails schenken werd het tijd om de kerstgerechten te gaan maken. En daar ging het mis! Mijn inspanningen resulteerden in het commentaar van mijn oudste ‘mamma, daar zie ik geen kerstboom in hoor en daar bovenin zit geen ster maar een kruis’, meer iets voor Pasen zou je zeggen. Vervolgens viel een groot deel van de hagels op de die morgen gedweilde vloer, toen ik het folie er overheen wilde doen, wilde mijn oudste het nieuwe kerstoverhemd niet aan, hetgeen leidde tot een woedeaanval (ik laat even in het midden van wie) en wilde mijn jongste überhaupt niet meer naar het kerstdiner. Met het zweet op mijn rug spoedde ik mij te laat naar school, de kinderen continu aansporend om toch vooral door te lopen. Daar aangekomen zaten alle kinderen al op hun ‘kerst’best aan tafel, het plekje van mijn oudste als enige nog niet gedekt, want ik was vergeten bord en bestek een dag eerder in te leveren, maar dat terzijde, en toen zag ik HET! Een geheel verzorgde buffettafel met werkelijk de aller, allermooist getoonde en gemaakte kerstgerechten ever. Een vijfsterrenrestaurant was er niets bij. Ik zag wèl goed lijkende kerstbomen maar dan van komkommerschijfjes, spiesen met zelf gekarameliseerde appeltjes waar de schil als kerstslingers omheen gedrapeerd waren, mini zoenen veranderd in pinguïns door er gezichtjes van marsepein met oogjes van hagelslag en snaveltjes van glazuur op te boetseren (deze moeder had er voor het gemak 100 (!) gemaakt aangezien zij 3 kinderen op school heeft zitten vertrouwde zij mij toe) en met als hoogtepunt de zelfgebakken wafels waar een heel Amsterdams trapgevelstraatje uitgesneden was en waar de poedersuiker als sneeuw fungeerde. Ik moffelde mijn boterhammenkerstboom er tussen, liet mij de minzame blik van de klassenmoeder welgevallen en verdween als een haas naar buiten. Anderhalf uur en een huilbui later (ik had mij niet laten imponeren of de ogen uit laten steken door zo’n kerstfruitspies hoor, gewoon een beetje moe zo aan het eind van het jaar) liep ik met mijn jongste nog steeds aan mijn been de school weer binnen en hoorde ik de meester zeggen dat de boterhammen het gretigst aftrek hadden gevonden en de enige schaal was die echt helemaal leeg was gegeten. Even glom ik van trots om nog geen minuut later te ontdekken dat dit niet mijn boterhammen betroffen maar de boterhammen uitgesneden als kerstfiguurtjes. Mijn schaal was nog voor driekwart gevuld. Mijn kind zei troostend op de terugweg naar huis ‘Mamma, ik heb wel een boterhammetje van jouw schaal genomen hoor’. Twee uurtjes later, de wolkjes in diepe slaap gaat de deurbel, de sushibezorger staat voor de deur, ik weet definitief welk type moeder ik ben: het werkende, op meerdere kerstbordjes tegelijk schakende, niet kerstcreatieve, maar krankzinnig veel van sushi en haar kinderen houdende type.
Dit jaar werd ik voor het eerst geconfronteerd met het fenomeen ‘kerstdiner intekenlijst’. OMG. Je hebt grofweg twee type moeders, het ene type maakt zich er met een jantje van lijden van af door knakworsten, twee pakken chocomel of poffertjes (en dan bedoel ik de magnetronvariant) te verzorgen. Het andere type heeft het over fruitspiesen, zelfgebakken kerstkransjes of iets anders zelfbereids. Ik schrok, ik had werkelijk geen clou tot welke soort ik zelf behoorde en wat ik nu moest bereiden. Gelukkig is er zoiets als de club van relaxte moeders waar een vriendin mij op attendeerde en daar vond ik het perfecte gerecht, een kerstboom gemaakt van boterhammen met hagelslag. Dat zou mij toch moeten lukken. Die ochtend moesten de kinderen, ik heb er twee, dus ja, je raadt het al, dit betekent ook twee kerstcreaties, om half 9 in de kerk zitten. Een kersttraditie die deze van oorsprong Katholieke school nog hoog in het vaandel heeft staan. Mijn jongste zit sinds een maand op deze school en vond het allemaal nogal overweldigend, 500 leerlingen, een handjevol leerkrachten en zeker 100 ouders dus in plaats van na afloop keurig met de klas naar school te lopen hing mijn kind aan mijn been en bleef daar de rest van de dag ook hangen. Na een middag van boodschappen doen, wassen wegwerken, aandacht aan mijn kinderen, werkster, moeder, vriendinnen, collega’s en mails schenken werd het tijd om de kerstgerechten te gaan maken. En daar ging het mis! Mijn inspanningen resulteerden in het commentaar van mijn oudste ‘mamma, daar zie ik geen kerstboom in hoor en daar bovenin zit geen ster maar een kruis’, meer iets voor Pasen zou je zeggen. Vervolgens viel een groot deel van de hagels op de die morgen gedweilde vloer, toen ik het folie er overheen wilde doen, wilde mijn oudste het nieuwe kerstoverhemd niet aan, hetgeen leidde tot een woedeaanval (ik laat even in het midden van wie) en wilde mijn jongste überhaupt niet meer naar het kerstdiner. Met het zweet op mijn rug spoedde ik mij te laat naar school, de kinderen continu aansporend om toch vooral door te lopen. Daar aangekomen zaten alle kinderen al op hun ‘kerst’best aan tafel, het plekje van mijn oudste als enige nog niet gedekt, want ik was vergeten bord en bestek een dag eerder in te leveren, maar dat terzijde, en toen zag ik HET! Een geheel verzorgde buffettafel met werkelijk de aller, allermooist getoonde en gemaakte kerstgerechten ever. Een vijfsterrenrestaurant was er niets bij. Ik zag wèl goed lijkende kerstbomen maar dan van komkommerschijfjes, spiesen met zelf gekarameliseerde appeltjes waar de schil als kerstslingers omheen gedrapeerd waren, mini zoenen veranderd in pinguïns door er gezichtjes van marsepein met oogjes van hagelslag en snaveltjes van glazuur op te boetseren (deze moeder had er voor het gemak 100 (!) gemaakt aangezien zij 3 kinderen op school heeft zitten vertrouwde zij mij toe) en met als hoogtepunt de zelfgebakken wafels waar een heel Amsterdams trapgevelstraatje uitgesneden was en waar de poedersuiker als sneeuw fungeerde. Ik moffelde mijn boterhammenkerstboom er tussen, liet mij de minzame blik van de klassenmoeder welgevallen en verdween als een haas naar buiten. Anderhalf uur en een huilbui later (ik had mij niet laten imponeren of de ogen uit laten steken door zo’n kerstfruitspies hoor, gewoon een beetje moe zo aan het eind van het jaar) liep ik met mijn jongste nog steeds aan mijn been de school weer binnen en hoorde ik de meester zeggen dat de boterhammen het gretigst aftrek hadden gevonden en de enige schaal was die echt helemaal leeg was gegeten. Even glom ik van trots om nog geen minuut later te ontdekken dat dit niet mijn boterhammen betroffen maar de boterhammen uitgesneden als kerstfiguurtjes. Mijn schaal was nog voor driekwart gevuld. Mijn kind zei troostend op de terugweg naar huis ‘Mamma, ik heb wel een boterhammetje van jouw schaal genomen hoor’. Twee uurtjes later, de wolkjes in diepe slaap gaat de deurbel, de sushibezorger staat voor de deur, ik weet definitief welk type moeder ik ben: het werkende, op meerdere kerstbordjes tegelijk schakende, niet kerstcreatieve, maar krankzinnig veel van sushi en haar kinderen houdende type.
17 dec 2015
laat ons
Hij poetst zijn tanden, wast (als je mazzel hebt) zijn handen, laat de wc bril na de regenbui omhoog staan en stapt het bed in. En daar zijn wij er dus niet mee hé. Wij moeten eerst de muur droog maken en de wc bril naar beneden doen. En dan kan ons avondritueel pas beginnen. Want wij weten zoveel meer. Wij weten van okselhaar en beenhaar, van een bikini lijn. Wij weten dat de dag ons gezicht vervuild en de centrale verwarming ons haar uitdroogt. Wij weten dat onze huid ‘s nachts herstelt en daar op voorbereid moet worden. Dat die voorbereiding talgvrij en PH neutraal moet zijn. Ja, dat weten wij allemaal. En met die kennis doen wij iets. En dat we na het douchen onze huid even in de bodylotion zetten omdat dat de gladde ledematen ten goede komt en tevens het aanzien van de epidermis. Dat we onze tandenstoker hanteren voor mooi roze tandvlees en onze tanden poetsen met de beste tandenborstel in town, zodat er morgen weer genoeg te lachen valt. Dat we de wenkbrauwen nog even controleren voor het slapen gaan met de Tweezerman in de aanslag, en de bovenlip evenzo. Wij weten dat, en wij doen iets met dat moment. En dat het dan tijd is die PH neutrale gezichtshuid in de allescrème te zetten, behalve de huid rondom de ogen, want die is anders van structuur. Wij weten dat, en we doen er iets goeds mee.
En als jullie dan voortdurend en onverstaanbaar door het geluid van onze elektrische tandenborstel heen lopen te nuilen dat we op moeten schieten, en wij ons daardoor vergrijpen aan onze bovenlip in plaats van aan onze donshaartjes, en jullie vervolgens vanuit je bed roepen dat de muur achter de wc wel tot morgen kan wachten (had die sproeibeurt niet tot een volgend leven kunnen wachten?), en of we nou nog niet klaar zijn, dan worden wij daar niet zo vrolijk van. En als we dan eindelijk als opgejaagd wild toch maar als een ezel aan een touw naar de slaapkamer komen, dan hebben jullie je tijd zitten verdoen aan de verkeerde kant van het bed. Dan is onze plek nog koud. Welterusten.
En als jullie dan voortdurend en onverstaanbaar door het geluid van onze elektrische tandenborstel heen lopen te nuilen dat we op moeten schieten, en wij ons daardoor vergrijpen aan onze bovenlip in plaats van aan onze donshaartjes, en jullie vervolgens vanuit je bed roepen dat de muur achter de wc wel tot morgen kan wachten (had die sproeibeurt niet tot een volgend leven kunnen wachten?), en of we nou nog niet klaar zijn, dan worden wij daar niet zo vrolijk van. En als we dan eindelijk als opgejaagd wild toch maar als een ezel aan een touw naar de slaapkamer komen, dan hebben jullie je tijd zitten verdoen aan de verkeerde kant van het bed. Dan is onze plek nog koud. Welterusten.
15 dec 2015
groene sticker
Van paarden wist ik vooral dat ze levensgevaarlijk zijn en veel geld kosten. En dat ik er nooit op zou gaan zitten. Ik ging ervoor. Alles voor de kinderen.
De aankoop ervan leek wel die van een tweedehands auto, zij het dat ze je auto optoppen met olie zodat ie lekker rijdt tijdens de proefrit, en je paard heel even uithongeren en uitdrogen zodat ie lekker rijdt tijdens de proefrit. Maar beide worden uitgebreid gewassen voor jouw komst en ze zijn ook beide altijd “van een oud vrouwtje geweest en hebben altijd keurig binnen gestaan”. En ze willen ze liever niet kwijt, maar het aantal wordt echt te groot, er moet ruimte komen. Het had elke andere auto of elk ander paard kunnen zijn, maar deze is te koop en er zijn veel gegadigden. De paardenvrouw waar ik van kocht bezorgde me meteen al rechtopstaande nekharen. Haar stem ging me door merg en been en haar pathologische paardenleugens lagen er zo dik bovenop dat ik besloot tot een aankoopkeuring. Een aankoopkeuring door een paardenkliniek aan de tegenovergestelde kant van de grote rivieren dan waar zij met haar handeltje zat. Haar dominantiegraad schatte ik nogal effectief in haar actieradius.
Daar kwam de paardendokter. Gewoon conform afspraak. Lekker op tijd. Fijn, ik had ook mijn werk. Ik verwachte eigenlijk wel een heel ander type trouwens. Was ik toch even in de war, na de laatste maanden afgelegen stallen, ver boven hun stand wonende “tokkies” en stoffige manege-kantines afgereisd te hebben. Deze rook niet naar mest maar naar Hugo Boss. En hij had geen stro in zijn haar, maar gel in een leuk pittig kapsel. En verder was ie prima aangekleed voor the job. Helemaal leuk. Een tikkie ijdel, een gulle lach en geen onzin te bespeuren aan hem. Geen kwats, geen bravour, geen paardensublimatie. En aan mevrouw nekhaar had ie al helemaal weinig boodschap. Klaarblijkelijk dacht ie daar hetzelfde over, maar dat zag je dan ook weer niet aan hem. Helemaal keurig. Ik hou er van als een man zich zo presenteert en gedraagt. Een bourgondische buitenman die je zo mee uit eten kunt nemen. Iemand die aan zijn deskundigheid genoeg heeft. Opleuken moet je zelf niet doen, dat doen wij wel voor je. Zo had ik eindelijk een voordeel gevonden aan de aanschaf van een paard. En zijn “metier” bleek niet beperkt tot aankoopkeuringen, zo ontdekte ik later. Ik zie hem nog wel eens af en toe. Voor preventie en onderhoud. Aan ons paard. Want hij zei dat ie goed was, en hij was goed. Er zijn er niet veel in de geschiedenis van Adam en Eva die dat kunnen zeggen : ). Van mij krijgt ie altijd meteen een groene sticker. Houden.
De aankoop ervan leek wel die van een tweedehands auto, zij het dat ze je auto optoppen met olie zodat ie lekker rijdt tijdens de proefrit, en je paard heel even uithongeren en uitdrogen zodat ie lekker rijdt tijdens de proefrit. Maar beide worden uitgebreid gewassen voor jouw komst en ze zijn ook beide altijd “van een oud vrouwtje geweest en hebben altijd keurig binnen gestaan”. En ze willen ze liever niet kwijt, maar het aantal wordt echt te groot, er moet ruimte komen. Het had elke andere auto of elk ander paard kunnen zijn, maar deze is te koop en er zijn veel gegadigden. De paardenvrouw waar ik van kocht bezorgde me meteen al rechtopstaande nekharen. Haar stem ging me door merg en been en haar pathologische paardenleugens lagen er zo dik bovenop dat ik besloot tot een aankoopkeuring. Een aankoopkeuring door een paardenkliniek aan de tegenovergestelde kant van de grote rivieren dan waar zij met haar handeltje zat. Haar dominantiegraad schatte ik nogal effectief in haar actieradius.
Daar kwam de paardendokter. Gewoon conform afspraak. Lekker op tijd. Fijn, ik had ook mijn werk. Ik verwachte eigenlijk wel een heel ander type trouwens. Was ik toch even in de war, na de laatste maanden afgelegen stallen, ver boven hun stand wonende “tokkies” en stoffige manege-kantines afgereisd te hebben. Deze rook niet naar mest maar naar Hugo Boss. En hij had geen stro in zijn haar, maar gel in een leuk pittig kapsel. En verder was ie prima aangekleed voor the job. Helemaal leuk. Een tikkie ijdel, een gulle lach en geen onzin te bespeuren aan hem. Geen kwats, geen bravour, geen paardensublimatie. En aan mevrouw nekhaar had ie al helemaal weinig boodschap. Klaarblijkelijk dacht ie daar hetzelfde over, maar dat zag je dan ook weer niet aan hem. Helemaal keurig. Ik hou er van als een man zich zo presenteert en gedraagt. Een bourgondische buitenman die je zo mee uit eten kunt nemen. Iemand die aan zijn deskundigheid genoeg heeft. Opleuken moet je zelf niet doen, dat doen wij wel voor je. Zo had ik eindelijk een voordeel gevonden aan de aanschaf van een paard. En zijn “metier” bleek niet beperkt tot aankoopkeuringen, zo ontdekte ik later. Ik zie hem nog wel eens af en toe. Voor preventie en onderhoud. Aan ons paard. Want hij zei dat ie goed was, en hij was goed. Er zijn er niet veel in de geschiedenis van Adam en Eva die dat kunnen zeggen : ). Van mij krijgt ie altijd meteen een groene sticker. Houden.
14 dec 2015
village
Ik heb een visje gegeten in Singapore, jazz beleefd in Auckland, the Walk of Fame gelopen in Hollywood, gegokt in Las Vegas en madeliefjes geplukt in San Fransisco, moderne kunst bekeken in Vancouver (en klassieke in Amsterdam), Coca Cola gezocht in Accra, een muntje in de Trevifontein gegooid (en met succes!), ben afgedaald in pyramides in Cairo, heb geshopt in Barcelona, Parijs, Londen en New York City, gelogeerd in Kopenhagen en ben mezelf culinair te buiten gegaan op Guernsey. Maar mijn hart ben ik verloren aan mijn eigen village. Als ik mijn dorpje weer in kom na NYC, hangt de kerstverlichting inmiddels aan de straatlantaarns en zijn de etalages van de groenteboer, de visboer, de bakker en de slager weer in december-stemming getooid. De oliebollenkraam staat weer op het stadhuisplein, en de bloemenman staat weer buiten te kleumen bij de kerstbomen. De warmte overvalt me, het lijkt of ik weken weggeweest ben.
Je kunt mij niet gelukkiger maken dan me na een reis weer in de armen te proppen van degenen die me zo dierbaar zijn, mijn koffer mijn “cottage” met emaille en schapenvacht weer in te sleuren en mijn jas weer op de grote hoop te laten vallen. Op reis weet je exact wie je “meeneemt”. Je voelt daar met wie je wilt delen, aan wie je stiekem nog even denkt als je je hoofd op je kussen legt of iets leuks in de winkel of iets lekkers op de menukaart ziet. Het goede ligt niet ver van je vandaan, het goede is om je heen en in je buurt. Eenmaal door mijn oude voordeurtje komen de knuffelaars om beurten achter mij aan, van jong tot oud, met bloemen en tranen. De koffer met kadootjes gaat open, het espresso-apparaat aan, there’s no place like home. Juul appt of we komen eten. As we ‘s avonds bij haar het erf oplopen, de geiten groeten en de hond sussen, staat de kachel aan. Ketelbinkie is er ook en veel kinderen. De kachel brandt. Het ratjetoe aan antiek servies staat weer gezellig op de tafel en de glühwein walmt in de ons inmiddels vertrouwde blauwe pan op het fornuis. Al snel rollen ons de tranen van het lachen weer over de wangen. OMG wat heb ik ons gemist. Ik hou van reizen maar het beste van reizen is toch wel het thuiskomen.
Je kunt mij niet gelukkiger maken dan me na een reis weer in de armen te proppen van degenen die me zo dierbaar zijn, mijn koffer mijn “cottage” met emaille en schapenvacht weer in te sleuren en mijn jas weer op de grote hoop te laten vallen. Op reis weet je exact wie je “meeneemt”. Je voelt daar met wie je wilt delen, aan wie je stiekem nog even denkt als je je hoofd op je kussen legt of iets leuks in de winkel of iets lekkers op de menukaart ziet. Het goede ligt niet ver van je vandaan, het goede is om je heen en in je buurt. Eenmaal door mijn oude voordeurtje komen de knuffelaars om beurten achter mij aan, van jong tot oud, met bloemen en tranen. De koffer met kadootjes gaat open, het espresso-apparaat aan, there’s no place like home. Juul appt of we komen eten. As we ‘s avonds bij haar het erf oplopen, de geiten groeten en de hond sussen, staat de kachel aan. Ketelbinkie is er ook en veel kinderen. De kachel brandt. Het ratjetoe aan antiek servies staat weer gezellig op de tafel en de glühwein walmt in de ons inmiddels vertrouwde blauwe pan op het fornuis. Al snel rollen ons de tranen van het lachen weer over de wangen. OMG wat heb ik ons gemist. Ik hou van reizen maar het beste van reizen is toch wel het thuiskomen.
12 dec 2015
Freddy
Als het tijd is om terug te gaan, zit ik al vroeg beneden bij mijn Starbucks meisje. Ze heeft weer lekkere caffee latte voor me op dit onmogelijke tijdstip en warme cake met roze glazuur. De negers zijn allemaal al op en zijn spraakzaam en gezellig. Ze rappen en zingen en komen gezellig een praatje maken. Ik moest beslist naar Jamaica komen, ik zou "spoiled like a princess" worden. Ik vind het hartelijk maar vraag me af hoe gezond dat "spoilen" van hen zal zijn. Onderweg naar het vliegveld stappen er drie Japanse vrouwtjes in met 13 grote weekendtassen. Nu maar hopen dat ze niet over hoeven stappen. Ik vroeg me gisteren al af waar de Empire State building was, maar nu is het geheim verklaard. Volgens mij heeft Freddy niet zo'n zin om weer naar huis te gaan. Hij gaat in een streep door naar de business lounge. Daar hebben we nog zo'n vijf uur te gaan voor vertrek. Ik zie de mooiste winkels aan me voorbij suizen op de honderden meters lang roltrappen van JFK. Freddy zoekt gate 32, daar is de lounge, ver na de winkels. En ik moet je zeggen: het was weer poepie chique. Achter de bar staan een paar vrolijke negers. Freddy klaart zichtbaar op. Hij komt al snel naar mijn vorstelijke stoel met een glas champagne voor me. Ik zeg "eentje dan, dan ga ik nog even shoppen". Freddy ain't going anywhere. Als ik drie kwartier later terugkom is hij al een groen flesje of 6 verder. Ik app Juul dat het wel heel erg hard gaat naast me. Dat ik toch al snel 2 liter tel en het feest blijkbaar pas kan beginnen nu ik er ook weer ben. Juul appt dat ik er even een foto van moet maken. Dat dat na 6 flesjes in drie kwartier makkelijk ongezien kan. Ze heeft gelijk. No problem: Juul/maak foto/stuur/geen onderwerp/ware grootte/gereed. Of ik even witte wijn wil halen. Tuurlijk lieve Freddy, it's your party! Bij de bar zeg ik tegen de olijke neger "one sauvignon blanc please for Freddy". Ik krijg een leeg glas voor mijn neus. Ik zie de tanden van de neger er doorheen glimmen. "Is this the one for Freddy? Seems the right one to me!". Hij snapt hem meteen en schiet in de lach. Maar zijn baas kijkt, dus het glas moet vol. Ik wenk hem dichterbij en zeg "we should give him as much sauvignon blanc that he'll sleep all night in the plane, are you with me?". Hij lacht nog harder en zegt "I am with you!". Zes glazen later wordt het tijd om te boarden. Ik kan Freddy nergens vinden. Hij is al bijna een uur zoek in de business lounge. Als ik rond de bar mijn zoektocht begin, komt hij achter de schermen vandaan met een half glas champagne in zijn handen. "ik moest even proeven!" zegt ie. Eenmaal aan boord besluit ik werkelijk alle films te kijken die er aangeboden worden. Een vonkje en Freddy staat in brand. Ik vraag om een sticker "brandgevaarlijke stof" maar die hebben de stewards niet bij zich zeggen ze. Eenmaal airborne zie ik de flesjes weer aangerukt worden. Ik tel er 4 en een half glas cointreau bij de koffie. Het is altijd goed om even een kop koffie te nemen na zo'n "feestje". Bovendien moeten we straks nog autorijden. Inmiddels zitten we op een kleine zes liter. Dan hebben we nog een uurtje te vliegen. De lucht klaart op naast me: Freddy blijkt weer even zoek te zijn. De rest van het vliegtuig ligt te slapen en elke wc is vrij. Waar zou Freddy nou toch zijn? Ineens is ie er weer. "Champagne-proeverijtje?" zeg ik met mijn oordopjes nog in. Dan gaan we landen. Home sweet home. Freddy pakt zijn klasse 5 veilige auto en ik koop maar even een kaartje voor de trein geloof ik.
9 dec 2015
moederzoet
Paniek. Juul haar mam gaat slecht. Ze gaat overlijden en het duurt niet lang meer. Waar gaan we heen, gaan we nog gauw even douchen na het werk en dan waken, of eerst waken en straks douchen? Eten kan morgen weer. Wie rijdt er met wie waar naartoe? En wie slaapt waar? De kinderen weten niet of ze nu juist wel of niet bij oma zullen blijven die laatste uren. Ze wikken en wegen als grote mensen en met een haastgevoel alsof ze de bus moeten halen. Dat hoeft niet, denk maar rustig even na wat het beste voelt voor je. Oma vindt immers alles prima van je, dat is toch altijd zo geweest? De jongste heeft als eerste besloten: “ik wil eigenlijk het liefst bij Ketelbinkie slapen.....”. Juul en ik zeggen dat iedereen uiteindelijk het liefst bij Ketelbinkie wil slapen, maar dat Ketelbinkie daar niet groot genoeg voor gehuisvest is. Maar de jongste mag mee met hem, hup, die is veilig. Lekker bij Ketelbinkie onder de vleugels.
Juul haar mam overlijd nog diezelfde nacht. Eindelijk weer herenigd met haar man. Nu hoeft niemand zich meer zorgen te maken want Juul haar pa was groot en sterk, (zeer) knap en ridderlijk. Bij hem voelde je je altijd of er geen onzin in de wereld was en jou niets kon gebeuren. Nee, Juul haar mam, daar wordt straks niet mee gesold. Maar nu wil Juul haar alleen nog maar snel mee naar huis nemen. Daar is ze al zo lang niet geweest. Juul kleed haar ook nu weer mooi aan. In een prachtig jurkje natuurlijk, met een matched-als-de-brandweer vestje. Een bloemetjeskussen onder haar lieve gezichtje. Juul heeft het niet van een vreemde. En nu ligt ze ligt ze lekker in de serre van haar eigen huis. Omringd door bont gekleurde bloemen. Af en toe hoort ze de geitjes van Juul mekkeren of haar hondje blaffen, de kinderen lachen of ruzie maken en soms ook voorzichtig ademhalen bij haar in de buurt. Ze ligt onder een kleurig gebreid dekentje, wat Juul kreeg van een vriendin van haar moeder uit de laatste jaren. “Omdat jij altijd zo lief voor ons allemaal bent, en niet alleen voor je moeder”. Het kleedje bestaat uit 36 aan elkaar gehaakte dement (maar foutloos) gebreide dekentjes in alle kleuren van de regenboog en van alle patronen uit de Ariadne. En het staat haar moeder zo prachtig. Als Juul je dochter is, is schattigheid je troef. Je zult als de zoetste moeder geknuffeld en vertroeteld worden. Ook al adem je niet langer. Want zo is Juul. What you see is what you get.
Juul haar mam overlijd nog diezelfde nacht. Eindelijk weer herenigd met haar man. Nu hoeft niemand zich meer zorgen te maken want Juul haar pa was groot en sterk, (zeer) knap en ridderlijk. Bij hem voelde je je altijd of er geen onzin in de wereld was en jou niets kon gebeuren. Nee, Juul haar mam, daar wordt straks niet mee gesold. Maar nu wil Juul haar alleen nog maar snel mee naar huis nemen. Daar is ze al zo lang niet geweest. Juul kleed haar ook nu weer mooi aan. In een prachtig jurkje natuurlijk, met een matched-als-de-brandweer vestje. Een bloemetjeskussen onder haar lieve gezichtje. Juul heeft het niet van een vreemde. En nu ligt ze ligt ze lekker in de serre van haar eigen huis. Omringd door bont gekleurde bloemen. Af en toe hoort ze de geitjes van Juul mekkeren of haar hondje blaffen, de kinderen lachen of ruzie maken en soms ook voorzichtig ademhalen bij haar in de buurt. Ze ligt onder een kleurig gebreid dekentje, wat Juul kreeg van een vriendin van haar moeder uit de laatste jaren. “Omdat jij altijd zo lief voor ons allemaal bent, en niet alleen voor je moeder”. Het kleedje bestaat uit 36 aan elkaar gehaakte dement (maar foutloos) gebreide dekentjes in alle kleuren van de regenboog en van alle patronen uit de Ariadne. En het staat haar moeder zo prachtig. Als Juul je dochter is, is schattigheid je troef. Je zult als de zoetste moeder geknuffeld en vertroeteld worden. Ook al adem je niet langer. Want zo is Juul. What you see is what you get.
8 dec 2015
Manhattan
De volgende ochtend vroeg kom ik na een wandeling langs Wallstreet aan bij de herdenkingsplaats van 9/11. Eigenlijk was dat mijn eerste prioriteit van mijn visit aan NYC. Op de plek waar de Twin Towers stonden is letterlijk ter grootte van het oppervlak van de torens een soort put gemaakt waarin een waterval de aarde in verdwijnt. Modern, strak en omkleed met koperen platen waaruit de namen van de slachtoffers zijn uitgespaard. Parallel aan de vorm van de twee enorme "vijvers" staan bomenrijen geplant op het omliggende plein. De bomen dragen bruin groot blad dat niet van de boom valt. Het is een raar gezicht, die hangende grote bladeren aan al die boompjes, die niet gaan vallen. Hier is over nagedacht. Zwaar bewapende mannen lopen om de monumenten heen. Je wordt er geacht te fluisteren en dat gebeurt ook. Het is nog net niet op afstand van je gestrekte arm dat je de naastgelegen torens en gebouwen kunt aanraken. Enkelen ervan zijn zwaar beschadigd en weer in opbouw. Als deze torens horizontaal terecht waren gekomen was de heel NYC weggevaagd door puin. Nu is het hooguit een stuk van 200 bij 200 meter doordat de torens "ingezakt" zijn. Achter deze (toch) kippenvel-locatie, ligt de kleine haven waar boten vertrekken naar het vrijheidsbeeld. Dat staat in lichte ochtendnevel en in een spiegelgladde Upper Bay. Er staat niemand op de kade. De Bay verwarmt de kade door de resten van de zomerwarmte die ze vasthoudt. Het is er prachtig, en veel kleiner en knusser dan ik me had voorgesteld. De rest van de dag zwervend door Manhattan, af en toe even Starbucksen voor koffie en Wifi. Broadway is een aaneenschakeling van alles wat NYC je wil laten zien. Victoriaanse stijl, oude kerkjes en begraafplaatsjes naast de tientallen meters grote led verlichte schermen op Times Square met reuze M&M's die je welkom heten en verleidelijk naar je knipogen. Dan ambulances die zoveel licht en lawaai geven dat je denkt dat er een international rampscenario in uitvoering is, afgewisseld met etalages in kerstsferen waarin je van de zoetigheid in meegezogen wordt als in je kindertijd. Aan het eind van Broadway en indrukwekkend Manhattan, ligt eindelijk Central Park in zicht. Ineens een oase van rust en stilte. Joggers en koetsen met paarden, eekhoorns, groene heuvels en kleine meren. En aan de voet van een meer ligt midden in Central Park The Boathouse. The Boathouse is een van de mooiste plekjes die ik gezien heb in een metropool. Sinds 1874 bestaat het al, en oorspronkelijk was het inderdaad een boothuis waar mensen hun bootje konden stallen en konden vertrekken en aanleggen voor hun vaartochtje over het meer. Nu is het een sprookjescafe in Engelse stijl. Op het meer liggen nog steeds houten roeibootjes, en in het midden van het meer staat een kerstboom. Aan de horizon zijn bomen afgewisseld met de skyline van New York City. De toegang tot het Boathouse bestaat uit een rij van tien kerstbomen aan weerszijden van het tuinpad. Binnen is een schouw van gemetselde groffe gladde cottage keien. De haard staat aan en is omhangen door een guirlande met heel veel kleine kerstlampjes en grote rode en gouden strikken. Er klinkt typisch Amerikaanse kerstmuziek. De grote leren stoelen die er bij staan nodigen absoluut uit tot uitrusten en een goed glas. Wat een paradijsje als afsluiter van een dag Manhattan. Aan de muur hangen foto's van filmsterren in hun jonge jaren, bootjevarend op het meer voor het boothuis. Carry en Mister Big hebben hier ook ooit afgesproken, bedenk ik me. Ik heb het er maar niet over, al zal Mister Big dat vast als een compliment hebben opgevat : ).
5 dec 2015
nothing to declare
Business class of niet: de combinatie "douane" en "US of A" betekent stof happen. Een uurtje of acht later babbel ik mijn favoriete Boeing weer uit. Bij de Arrivals staat een enorme menigte mensen. Toch is het er doodstil. Er staan honderden reizigers van over de hele wereld vandaan (ahum, dat zie je zo) en het is er (dikke)muisstil. Geen muziekje, geen kerstster, geen bloemetje, geen cola, geen prullenbak en geen gezellige lichtbak met reclame: helemaal niets hier, behalve glimmend marmer en een "melting pot" van nationaliteiten. Als werkelijk bijna alles van mij op een vies vettig glasplaatje heeft gelegen en gescand is en ik blijkbaar een voldoende heb voor mijn kruisverhoor, mag ik door naar de kofferband. Altijd weer spannend of mijn allescreme synchroon is meegereisd. Of mijn Gilette Venus niet onverhoopt in Barcelona de nacht zal doorbrengen en of mijn (uiteraard glazen) nagelvijl niet op IJsland ligt te bevriezen (schatje toch). Stel dat mijn stiletto's zijn doorgevlogen naar The Walk of Fame....
Maar dan zie ik haar, mijn Delsey, met haar grote gele sticker "Priority". Oooohhh, do I love this trip! Zo achteloos mogelijk omvat ik haar uitschuifbare handvat en slinger haar met haar 4WD achter mijn laarsjes aan naar nothing to declare. No problem at all. Ik sta buiten. Ik sta buiten en het lijkt wel of ik bij een jazz festival beland ben, maar dan in de artiestenkamer. En zo te zien denken de honderden Louis Armstrongs dat Marylin Monroe wel een hele slechte nacht voorafgaand aan haar come back naar New York City heeft gehad : ). Ik krijg van binnen de slappe lach. Ik app gauw Juul of ze ook een neger wil als souvenir. Wij zijn er dol op. Ze zijn zachtaardig, niet zo gehaast en gejaagd, ze praten als Barry White, zijn blij met wat ze krijgen en hebben anatomisch in vrijwel elk opzicht vooraan gestaan. Juul appt meteen terug dat ze er een wil, een gestudeerde. Ik beloof haar dat ik morgenochtend first thing bij de Schoolbus zal gaan kijken, dat geeft de meeste kans op een gestudeerde. Dat ik nu even prioriteit maak van mijn nachtelijk onderkomen. Dat niet te misselijk zal zijn. De Hilton shuttle staat al klaar. Louis pakt met een grote grijns mijn Delsey, sleurt haar in de Ford, geeft me een flesje water en zegt "how are you doing tonight Marylin?". Dat bedoel ik.
Maar dan zie ik haar, mijn Delsey, met haar grote gele sticker "Priority". Oooohhh, do I love this trip! Zo achteloos mogelijk omvat ik haar uitschuifbare handvat en slinger haar met haar 4WD achter mijn laarsjes aan naar nothing to declare. No problem at all. Ik sta buiten. Ik sta buiten en het lijkt wel of ik bij een jazz festival beland ben, maar dan in de artiestenkamer. En zo te zien denken de honderden Louis Armstrongs dat Marylin Monroe wel een hele slechte nacht voorafgaand aan haar come back naar New York City heeft gehad : ). Ik krijg van binnen de slappe lach. Ik app gauw Juul of ze ook een neger wil als souvenir. Wij zijn er dol op. Ze zijn zachtaardig, niet zo gehaast en gejaagd, ze praten als Barry White, zijn blij met wat ze krijgen en hebben anatomisch in vrijwel elk opzicht vooraan gestaan. Juul appt meteen terug dat ze er een wil, een gestudeerde. Ik beloof haar dat ik morgenochtend first thing bij de Schoolbus zal gaan kijken, dat geeft de meeste kans op een gestudeerde. Dat ik nu even prioriteit maak van mijn nachtelijk onderkomen. Dat niet te misselijk zal zijn. De Hilton shuttle staat al klaar. Louis pakt met een grote grijns mijn Delsey, sleurt haar in de Ford, geeft me een flesje water en zegt "how are you doing tonight Marylin?". Dat bedoel ik.
4 dec 2015
KL0641
Ik zit in de business lounge van KLM. Over een uurtje vertrekt de KL0641 waarschijnlijk met mij aan boord. Ik zit keurig in Juuls denim jurkje en omhangen met juwelen in een fauteuiltje, met een glaasje champagne in mijn hand. Ze vervelen nog steeds niet. Het zal wel goede zijn. Ik kijk naar de vliegtuigen door de vitrages. Blijkbaar hoef je hier nog geen vliegtuig te zien. Prima toch. Overal is aan gedacht. Opeens is de tijd wel erg snel verstreken. Ik 8x4 nog even in de business lounge en onder de denim (deze missie is zwaarder dan de erwtensoepmissie op mijn jaardag), en loop quasi stoer naar de gate. Ineens hoor ik mijn naam, en of ik zo vriendelijk wil zijn te gaan boarden. Bij de gate groeten ze me bij mijn naam, maar niet met een gezicht alsof ik de boel heb opgehouden gelukkig. Geen ontkomen meer aan: voorwaarts maar, ik bubbel en babbel de slurf in en als ik even niet oplet sta ik al in het vliegtuig, waar me weer bij mijn naam een goede middag en vlucht gewenst wordt. Tot nu toe is dit toch even anders dan een lijnvlucht in het holst van de nacht naar een zonnige bestemming... Dan gutst mij het zweet normaal gesproken al via mijn rug achterin mijn lieve Uggs sandaaltjes als er nog nergens ook maar een (co)piloot te bekennen is. Deze nieuwe benadering draagt toch wel bij aan enige ontspanning moet ik zeggen, met een knipoog naar de bubbels.
Mijn nogal bekakte (en de eerste mij niet aan boord begroetende) buurman leest de Figarot. Ik dacht dus dat ik het even flink over hem kon hebben (en deed dat ook), totdat hij het NRC handelsblad er op na begint te slaan. Nu ben ik even in de war. Sowieso vind ik het raar dat hij een oordop in heeft (dat kan ik zien) en er nog eentje in het doosje voor hem op tafel ligt......zal toch niet aan mij liggen? Oops! Mijn rode wijn valt om. Die plastic glaasjes vallen zo om als er 4 armbanden tegenaan tikken. Gelukkig draag ik een zwarte wollen legging en dito laarsjes, en mijn buurman donkere denim. Waarom lijkt ie nou geïrriteerd? Het is een prima vlucht en aan het humeur van zijn buurvrouwtje kan het niet liggen volgens mij. Ik bedoel: ze zijn er saaier en veel ruimte neemt ze ook niet in. Ze rookt niet, ze snurkt niet en ze ruikt vermoedelijk naar hele goede champagne met een vleugje prima parfum. Zie je nou wel dat geld niet gelukkig maakt, beste buurman.... Ik krijg alweer een flesje van die lekker Chiraz, voorzien van "alstublieft" met mijn naam. Zie je wel, zij vindt het geen enkel probleem dat de vorige op de stoel en de vloerbedekking terecht is gekomen. Buurman fronst over zijn hoornen leesbril mijn kant op. Wil hij het etiket lezen? "Chiraz monsieur" zeg ik vriendelijk. Ik kan hier wel aan wennen moet ik zeggen. Voor mij nooit meer een andere Boeing.
New York City: here I come!
Mijn nogal bekakte (en de eerste mij niet aan boord begroetende) buurman leest de Figarot. Ik dacht dus dat ik het even flink over hem kon hebben (en deed dat ook), totdat hij het NRC handelsblad er op na begint te slaan. Nu ben ik even in de war. Sowieso vind ik het raar dat hij een oordop in heeft (dat kan ik zien) en er nog eentje in het doosje voor hem op tafel ligt......zal toch niet aan mij liggen? Oops! Mijn rode wijn valt om. Die plastic glaasjes vallen zo om als er 4 armbanden tegenaan tikken. Gelukkig draag ik een zwarte wollen legging en dito laarsjes, en mijn buurman donkere denim. Waarom lijkt ie nou geïrriteerd? Het is een prima vlucht en aan het humeur van zijn buurvrouwtje kan het niet liggen volgens mij. Ik bedoel: ze zijn er saaier en veel ruimte neemt ze ook niet in. Ze rookt niet, ze snurkt niet en ze ruikt vermoedelijk naar hele goede champagne met een vleugje prima parfum. Zie je nou wel dat geld niet gelukkig maakt, beste buurman.... Ik krijg alweer een flesje van die lekker Chiraz, voorzien van "alstublieft" met mijn naam. Zie je wel, zij vindt het geen enkel probleem dat de vorige op de stoel en de vloerbedekking terecht is gekomen. Buurman fronst over zijn hoornen leesbril mijn kant op. Wil hij het etiket lezen? "Chiraz monsieur" zeg ik vriendelijk. Ik kan hier wel aan wennen moet ik zeggen. Voor mij nooit meer een andere Boeing.
New York City: here I come!
30 nov 2015
inloophuis
Als we op een regenachtige koopavond uiteenstuiven in de kerstverlichte winkelstraat, zijn we allemaal uitgelaten. We gaan sinterklaaskadootjes kopen voor elkaar en niemand mag van elkaar zien waar we de ander mee gaan verrassen. We kunnen niet beginnen zonder eerst een chocolade muffin bij Juul te brengen, maar dan gaan we los. Als het tijd is voor een pauze, besluiten we even langs het inloophuis te gaan voor een warme kop thee.
Het inloophuis is er voor mensen die de wereld permanent of tijdelijk voor een doedelzak aanzien, en daardoor wat minder aansluiting vinden bij mensen die dat niet zo zien. Dat is niet eerlijk, want misschien hebben ze wel gelijk. Oma vond dat ook niet eerlijk. "Het is belangrijk dat iedereen een fijne plek heeft om zichzelf te zijn Tess!". En met al haar zeer intensieve jaren op haar teller maakte ze zich sterk voor de realisatie van een inloophuis. Dat bestaat inmiddels een paar jaar. Dat betekent dat we oma op een van de twee kerstdagen moeten missen: dan is zij er voor de mensen in het inloophuis. Om ze een warme kerst te geven en een huiskamer met kaarslicht en aandacht voor elkaar, doedelzak of niet. Het inloophuis herbergt een kunstwand waar de bezoekers hun werk mogen exposeren, een piano, een leeshoek, een computer, een speelhoek, eettafels, een prachtige bar en een keuken voor grote pannen en grote lepels. De binnenplaats is barbeque-compatible tijdens zomerdag. Als dat geen fijn thuis is. En onze oma zorgt voor de mentale medemens. Ze zit totaal niet met de wereld als een doedelzak, dat is gewoon ook een optie. Whatever. Samen met uitstekende koks en nog veel meer vrijwilligers runt ze het inloophuis
We stappen die avond onverwacht binnen met onze plastic zakjes aan de hand. We zien oma achter de bar staan met een kan koffie en een grote lach op haar gezicht. Aan de andere kant van de bar zitten 4 mensen tegen elkaar aan gedrukt om oma te kunnen verstaan. Ze kijken naar haar alsof ze hun moeder is, hun moeder die ze accepteert zoals ze zijn. Hun moeder die ze wat warms inschenkt en vraagt hoe het met ze gaat vandaag. Hun moeder die luistert naar het antwoord wat ze daarop geven en er vervolgens iets moois mee doet. Iets waarin geen oordeel zit, geen advies, geen voorschrift. Het is bijzonder hoe de gezichten aan de andere kant van de bar ontspannen van onze oma, voorzichtig lachen met onze oma, zo gezellig zitten bij onze oma. Dan ziet oma ons. Ze stuift achter de bar vandaan en pakt ons beet met beide handen. Ze roept dat wij van haar zijn. Dat roept ze nooit. Maar nu roept ze dat. Oma ziet er heel gelukkig uit als ze vanuit haar hart werkt en datgene doet waar ze achter staat en goed in is. Daardoor verlaten we een half uurtje later verwarmd het inloophuis, trots op onze oma en helemaal gerust op haar noeste arbeid. Bij de deur laten we de stadstoezichthouder nog even naar binnen gaan. Hij gaat even een bakkie doen bij oma tijdens zijn dienst. Hij moet vast van zichzelf een beetje op oma passen : ).
Het inloophuis is er voor mensen die de wereld permanent of tijdelijk voor een doedelzak aanzien, en daardoor wat minder aansluiting vinden bij mensen die dat niet zo zien. Dat is niet eerlijk, want misschien hebben ze wel gelijk. Oma vond dat ook niet eerlijk. "Het is belangrijk dat iedereen een fijne plek heeft om zichzelf te zijn Tess!". En met al haar zeer intensieve jaren op haar teller maakte ze zich sterk voor de realisatie van een inloophuis. Dat bestaat inmiddels een paar jaar. Dat betekent dat we oma op een van de twee kerstdagen moeten missen: dan is zij er voor de mensen in het inloophuis. Om ze een warme kerst te geven en een huiskamer met kaarslicht en aandacht voor elkaar, doedelzak of niet. Het inloophuis herbergt een kunstwand waar de bezoekers hun werk mogen exposeren, een piano, een leeshoek, een computer, een speelhoek, eettafels, een prachtige bar en een keuken voor grote pannen en grote lepels. De binnenplaats is barbeque-compatible tijdens zomerdag. Als dat geen fijn thuis is. En onze oma zorgt voor de mentale medemens. Ze zit totaal niet met de wereld als een doedelzak, dat is gewoon ook een optie. Whatever. Samen met uitstekende koks en nog veel meer vrijwilligers runt ze het inloophuis
We stappen die avond onverwacht binnen met onze plastic zakjes aan de hand. We zien oma achter de bar staan met een kan koffie en een grote lach op haar gezicht. Aan de andere kant van de bar zitten 4 mensen tegen elkaar aan gedrukt om oma te kunnen verstaan. Ze kijken naar haar alsof ze hun moeder is, hun moeder die ze accepteert zoals ze zijn. Hun moeder die ze wat warms inschenkt en vraagt hoe het met ze gaat vandaag. Hun moeder die luistert naar het antwoord wat ze daarop geven en er vervolgens iets moois mee doet. Iets waarin geen oordeel zit, geen advies, geen voorschrift. Het is bijzonder hoe de gezichten aan de andere kant van de bar ontspannen van onze oma, voorzichtig lachen met onze oma, zo gezellig zitten bij onze oma. Dan ziet oma ons. Ze stuift achter de bar vandaan en pakt ons beet met beide handen. Ze roept dat wij van haar zijn. Dat roept ze nooit. Maar nu roept ze dat. Oma ziet er heel gelukkig uit als ze vanuit haar hart werkt en datgene doet waar ze achter staat en goed in is. Daardoor verlaten we een half uurtje later verwarmd het inloophuis, trots op onze oma en helemaal gerust op haar noeste arbeid. Bij de deur laten we de stadstoezichthouder nog even naar binnen gaan. Hij gaat even een bakkie doen bij oma tijdens zijn dienst. Hij moet vast van zichzelf een beetje op oma passen : ).
27 nov 2015
control freaks
Tijdens een lunch in de kantine zitten we gezellig te grappen en te grollen over de bedrijfscultuur. Soms is zelfspot een uitstekend middel om tot inzicht te komen in hoe het ook "anders" kan. Wanneer ik mijn pakje "De Ruijter" hagelslag op mijn witte broodje heb geleegd, vraagt Ab naast me "mag ik dat pakje van je hebben? Dan maak ik er een De Ruyter fabriek van voor bij mijn modelspoorbaan". Ik ben grappen van Ab niet zo gewend en waardeer deze dan ook des te meer. Ik schuif hem het pakje toe en begin te ratelen over mannen van rond de zestig die zo'n mega lelijke spaanplaat tafel van 2 bij 3 meter op zolder hebben staan, met een gat in het midden. Dat deze mannen na het eten tegen hun vrouw zeggen "schat, ik trek me nog even terug, roep je me voor het acht uur journaal?" en dan naar zolder gaan, hun conducteurspet opzetten, hun rood-groene bordje pakken, hun fluitje omhangen en onder de foeilelijke tafel doorkruipen naar het gat in het midden, om daar vervolgens geknield met hun hoofd en schouders bovenuit te kruipen. Rondkijkend vanuit het gat, zakt hun ademhaling en hartslag acuut. 360 graden rond glunderen zij vervolgens naar de modelspoorbaan waarvoor ze een maandsalaris hebben uitgegeven, en die geflankeerd wordt door Franse Alpen van piepschuim voorzien van bruine verf en plastic groene boompjes. "Er zijn heuse wisseltjes in de spoorbaan, spoorwegovergangetjes, perronnetjes, en zelfs kleine winkeltjes waar de imaginaire passagiertjes een kopje koffie kunnen halen!", ratel ik kriegel verder. "En blijkbaar ook nog hagelslagfabriekjes!", gier ik uit zonder naast me te kijken. "Als deze mannen op hun (ahum) fluitje blazen gaat het treintje rijden en houden ze de groene kant van het bordje omhoog! (ik rol van mijn stoel van het lachen) O.M.G. wat een kerels, ze worden er helemaal rustig van dat niemand zich ook maar een meter in de wereld van piepschuim en hagelslag verplaatst zonder dat zij daarvoor het passende signaal hebben gegeven. En als de treinreizigers zich daaraan houden, staat ze een leuk bedrijfsbezoekje aan de De Ruyter fabriek te wachten". Onderhand lopen mij de tranen over de wangen, tezamen met mijn toch redelijke goede mascara.
Maar niemand lacht meer mee, het is zelfs vrij stil ineens aan tafel. En waarom kijken ze naar Ab? Ik draai mijn hoofd naar links. Ab zegt beteuterd "zo'n kerel ben ik Tess".
Maar niemand lacht meer mee, het is zelfs vrij stil ineens aan tafel. En waarom kijken ze naar Ab? Ik draai mijn hoofd naar links. Ab zegt beteuterd "zo'n kerel ben ik Tess".
25 nov 2015
allescreme
Om vanavond mijn knuffelvel van het haakje te kunnen halen, ontbreekt er nog een ding: mijn nachtcrème is op (alert! rode knop!) De rest is geregeld. Ik heb exact zeven minuten om Ici Paris binnen te stuiven als ik een "in opdracht lijstje" van de markt heb afgevinkt. Half verregend storm ik naar binnen. "Het ruikt hier beter dan op de markt ladies!" roep ik. In een rechte streep probeer ik naar mijn favoriete display te lopen, al het moois negerend wat mijn pad kruist en mijn voornaam schijnt te kennen. Als ik mijzelf een kwaliteit kan toedichten is dat die van jarenlang badkamerschappelijk onderzoek naar gezichtsverzorging. Alleen in diepe financiële crisis zal ik nog uitwijken naar minder, maar liever eet ik plakken wortels voor zes weken dan dat ik nog concessies doe aan mijn dag- en nachtverzorging. Ik heb een vaste maaltijdschijf voor mijn gezicht samengesteld in de loop der jaren en die beslaat welgeteld vier merken. Het Dior meisje van die dag belemmert me mijn gang. Ze is niet mooi maar ziet er integer uit, daar heb ik een neus voor. Of ze me wat moois mag presenteren. Ik zeg "sorry, maar ik heb maar zeven minuten en nu nog zes-en-een half, dat vind ik zonde van je inspanningen, ik weet wat ik moet hebben. En hydrateren alleen is al niet meer afdoende helaas, ik ben alweer ...... (ik fluister mijn leeftijd)". "Dat zou je echt niet zeggen mevrouw!" roepen drie Ici Paris meisjes uit verschillende windrichtingen. "Goedzo dames, net weer op cursus geweest? " roep ik. En dan wordt het feest in de Ici Paris. Ik word compleet in de watten gelegd.
"Wat wilt u dat uw nachtcreme voor u doet mevrouw?" zegt het Dior meisje. Nou, gewoon, alles. Ik wil dat mijn nachtcreme alles voor me doet. De vaatwasser aanslingeren, de hond uitlaten, de was vouwen, mijn wangetjes peelen, hydrateren, collagenen, fillen, snelbruinen en ongelooflijk lekker laten ruiken. En alvast mijn eye-brows in orde maken voor bij het goji bessen met geschaafde amandelen ontbijt van morgenochtend. "Dat kan" grinnikt het Dior meisje. Ze pakt een pot met een deksel die ik nog nooit gezien heb. Mooier dan mijn Prada tas (die inmiddels tot vintage versleten is en nooit meer vervangen kan worden), ik zeg het je. De pot is ook nog re-fillable. De crème tovert de rug van mijn hand om in mijn hand van de eeuw van ver voor ik noodgedwongen het huishouden ontdekte. Het is stil in de Ici Paris. Iedereen kijkt naar ons. Ik vertel het Dior meisjes dat ik op een tientje nauwkeurig kan raden wat 'ie kost. Ik zat tot op de Euro goed. (Ik ken mijn pottenheimertjes)
Dior meisje zegt dat ze me 25% korting zal geven en heel veel lekkere extraatjes voor in de vintage Prada. "Als je belooft er met niemand over te praten, gaan we hem nu afrekenen. Ik ben al 3 minuten overtijd!". En nu is het bijna bedtijd. De hond is uitgelaten, de vaatwasser staat aan en de was is gevouwen. Dior meisje was echt integer. Deze nacht wordt one big hell of a party!
"Wat wilt u dat uw nachtcreme voor u doet mevrouw?" zegt het Dior meisje. Nou, gewoon, alles. Ik wil dat mijn nachtcreme alles voor me doet. De vaatwasser aanslingeren, de hond uitlaten, de was vouwen, mijn wangetjes peelen, hydrateren, collagenen, fillen, snelbruinen en ongelooflijk lekker laten ruiken. En alvast mijn eye-brows in orde maken voor bij het goji bessen met geschaafde amandelen ontbijt van morgenochtend. "Dat kan" grinnikt het Dior meisje. Ze pakt een pot met een deksel die ik nog nooit gezien heb. Mooier dan mijn Prada tas (die inmiddels tot vintage versleten is en nooit meer vervangen kan worden), ik zeg het je. De pot is ook nog re-fillable. De crème tovert de rug van mijn hand om in mijn hand van de eeuw van ver voor ik noodgedwongen het huishouden ontdekte. Het is stil in de Ici Paris. Iedereen kijkt naar ons. Ik vertel het Dior meisjes dat ik op een tientje nauwkeurig kan raden wat 'ie kost. Ik zat tot op de Euro goed. (Ik ken mijn pottenheimertjes)
Dior meisje zegt dat ze me 25% korting zal geven en heel veel lekkere extraatjes voor in de vintage Prada. "Als je belooft er met niemand over te praten, gaan we hem nu afrekenen. Ik ben al 3 minuten overtijd!". En nu is het bijna bedtijd. De hond is uitgelaten, de vaatwasser staat aan en de was is gevouwen. Dior meisje was echt integer. Deze nacht wordt one big hell of a party!
23 nov 2015
koekboek
Juul geeft me een kek koekboek voor mijn verjaardag. Power food
van Friesland naar New York. Hoe verzint ze het, wat gaaf! Ik zit naast haar
terwijl ik het uitpak. We hoeven elkaar niet tegen de enkels te schoppen, we
weten precies welk gezicht we opzetten bij het geven en in ontvangst nemen van
een koekboek. Juul kijkt van “fijn boek hoor, power food Tess, en echt lekkere
variaties!” en ik glim van “oh, eindelijk weer eens wat andere inspiratie voor
in de keuken dan Jamie Oliver” (wat by the way echt een leuke vent is). De
gesprekken om ons heen gaan verder, het lijkt erop dat iedereen ons gewoon
serieus nam met dat koekboek. Chapeau Juul, chapeau Tess! Gniffelend bekijken we
het koekboek. Hele leuke outfits en prachtige landelijke interieurtjes van
keukenhoekjes en nostalgische eettafels, krijtbordjes en emaille borden en
pannen, verwarmingen uit de jaren 30 en perfecte highlight/lowlight kapsels.
Vervolgens de must wear outfit voor bij het (power food) ontbijt: een
verrassende leuke ochtend slip en dito hempdje, maar zorg dat de eye-brows al in
orde zijn voordat je tevoorschijn komt met je schaaltje goji bessen en
geschaafde amandelen. “Dankjewel Juul! Kom maar gauw een keertje eten!”. Juul
gniffelt en fluistert “denk eraan he, even wat plakkerigs tussen de bladzijden,
goed aanduwen en een keer wat wijn er overheen. Vooral niet op een leesplankje
zetten maar achteloos in de buurt van het fornuis laten rondslingeren. Verder
niets meer aan doen, behalve als je lingerie gaat kopen of emaille, dan nog even
er op naslaan”.
“Iemand erwtensoep? Tenslotte sneeuwt het!” In de keuken haal ik de pan uit
mijn koelkast. Ik heb er rond theetijd vier kant en klare zakken erwtensoep in
geknikkerd. De open geknipte zakken ver weg achterin de tuin in de kliko gedaan,
zet ik nu de pan zachtjes op de vlamverdeler. Nonchalant roer ik met mijn
olijfboomhouten pollepel door de soep en zing zachtjes mee met de radio. Alles
onder controle, deze jaardag overleef ik zonder tussentijds 8x4 bij te
sprayen in mijn feestjurkje (van Juul of course). Als ik het even later uitdeel
rond de openhaard in 8 verschillende soorten soepkommen, zeg ik “ik heb nog
getwijfeld of ik er iets meer kervel in moest doen, maar soms wordt het dan zo
overheersend he....”.
camouflage
Hoog in de bergen van Frankrijk, een paar uur rijden ten noorden van Nice, daar waar geen elektriciteit meer is, geen route, geen Tankstelle, geen Dixie, geen kaars en geen kraan, word ik op een ochtend in het vroege voorjaar van het jaar 2000 om 05:00 uur wakker. In de open lucht bij een temperatuur van 5 graden onder nul. Ok, er hing een regenponcho aan takken boven mijn hoofd. Mijn haar is kletsnat van het zweet. Ik kruip uit mijn berenlul (sorry, zo heet die slaapzak) en voel me alles behalve fit en gezond. Ik vermoed dat ik een bronchitis of beginnende longontsteking heb. Met mijn wapen om mijn nek als een melkkaart op de kleuterschool (aan een touwtje, want zo slaap je ermee) sta ik bleek rillend in mijn camouflagepak en openstaande kisten de bossen in te kijken hoe de rest ontwaakt. Niemand heeft praatjes, iedereen volgt zwijgend het voorgeschreven ochtendritueel van persoonlijke hygiëne en nat voor droog verwisselen (waarbij nat vervolgens op het lichaam gedroogd moet worden). Het bos is nog in volle winterstand. Er komt bleek licht door de takken. Het licht valt op het blote bovenlijf van Thomas. Thomas staat zich fluitend te scheren. Iemand zegt iets over zijn tatoeage. “Uit een vorig leven” roept hij opgewekt terug, “dan heb je dat aapje op mijn bil nog niet gezien, maar die zal nu wel in zijn holletje zitten!”. Thomas fluit en kijkt opgewekt en vrolijk, heeft ook zijn “melkkaart” om zijn nek en doet zijn ding, alsof we vandaag iets leuks gaan doen met zijn allen en het een voorrecht is om hier te mogen zijn.
Ik vraag me af of ik zonder Thomas gekomen was waar ik een aantal weken later zou staan: op het plein van de KMA om mijn diploma in ontvangst te nemen. Fris gedouched en naturel opgemaakt, voorzien van keurige kousen en opgepoetste zwarte pumps. Mijn ouders trots in mijn kielzog. Eigenlijk deel ik mijn diploma met Thomas, eerlijk is eerlijk. Ik heb alle maanden alle blaren zelf gelopen, alle bepakkingen zelf gedragen, alle wachten zelf gelopen, maar als Thomas er niet geweest was had ik er nu niet zo fijn op teruggekeken. Thomas was de diamant in het peloton. Hij was rebels maar op een leuke manier. Hij speelde het spel mee, maar wist duidelijk beter. Thomas leek feilloos door te hebben dat je bij mij met humor en relativeren het onmogelijke mogelijk maakt. Als ik het zat was te tijgeren met een pistool zonder dat er zand in kwam, plofte Thomas op de dennennaalden naast me neer en roerde zijn koffie met de loop van zijn wapen. Ineens moest ik dan weer zo ontzettend lachen dat íe “ssssst” siste en zei “denk je nou echt Tess dat zo’n ding daar niet tegen kan?” Hij leerde me trucjes met wachtlopen, hoe je warm kon blijven in de nacht in je slaapzak (boterhammen eten, stevig wandelen en dan hup in je slaapzak), waar je je wapen moet schoonmaken en welke delen totaal geen zin hebben om te poetsen omdat die er niet toe doen. Dat je dan altijd de snicker wint omdat je als eerste klaar bent. We leerden dat je moet eten als je kunt eten, en moet rusten als je kunt rusten. Omdat je nooit weet wanneer daar weer gelegenheid voor zal zijn. Thomas leerde me dat je moest lachen als je kunt lachen. Thomas was niet voor niets de informele leermeester uit het peloton. Hoewel hij was aangesteld zoals de rest van ons, had hij op zijn jonge leeftijd al een leven vol ontberingen, gevaar, verlies en overwinningen achter zich. Dat kwamen wij mondjesmaat te weten doordat wij ons verwonderden over zijn authenticiteit. Na de grote vaart was hij bij het korps Mariniers gaan dienen, had het hijgend hert “geschoten” en naar hij zei “alles gedaan wat God verboden heeft” in vrijwel alle landen van de wereld. Daar had hij zijn redenen voor. Maar op een dag gooide hij het roer om en werd predikant. In ons peloton werd hij opgeleid (achteraf natuurlijk volledig ten overvloede) om als legerpredikant binnen de krijgsmacht te gaan werken. Met zijn diploma kreeg hij dan ook meteen de moeilijkste eenheid onder zijn hoede. Laten we zeggen “zij die het woord God nog nooit geschreven hebben en alleen als scheldwoord kennen met nog een stukje erachteraan”. Binnen no time was hij daar “de Doom” en droeg iedereen in de fitnesszaal een shirt met opdruk op de rug van “de Doom”. Veel uitzendingen volgden voor Thomas. Waar trouble was, was de Doom. De Doom was er voor jongens en meiden, mannen en vrouwen die hem nodig hadden, ook als ze dat zelf nog niet door hadden. Ik heb de Doom recent weer ontmoet. Ik liep ineens tegen hem aan. Tien jaar na dato bots ik op Thomas. Ik werd er stil van. Thomas heeft niet stil gezeten, Thomas is mentaal achtentwintig keer zo groot geworden als hij al was. Daar stopt mijn reikwijdte dat te meten. Misschien is het dus wel honderdachtentwintig. Als er iemand lijnen kan verbinden en betekenis kan geven, kan duiden, kan visualiseren, kan delen, kan samenvoegen en zich nog steeds kan blijven verwonderen over hetgeen er nog te ontdekken valt, is het Thomas. En mij laat ie altijd weer gaan met een relativerende grap en een stevige knuffel. Thomas is absoluut mijn enige en mooiste militaire onderscheiding.
Ik vraag me af of ik zonder Thomas gekomen was waar ik een aantal weken later zou staan: op het plein van de KMA om mijn diploma in ontvangst te nemen. Fris gedouched en naturel opgemaakt, voorzien van keurige kousen en opgepoetste zwarte pumps. Mijn ouders trots in mijn kielzog. Eigenlijk deel ik mijn diploma met Thomas, eerlijk is eerlijk. Ik heb alle maanden alle blaren zelf gelopen, alle bepakkingen zelf gedragen, alle wachten zelf gelopen, maar als Thomas er niet geweest was had ik er nu niet zo fijn op teruggekeken. Thomas was de diamant in het peloton. Hij was rebels maar op een leuke manier. Hij speelde het spel mee, maar wist duidelijk beter. Thomas leek feilloos door te hebben dat je bij mij met humor en relativeren het onmogelijke mogelijk maakt. Als ik het zat was te tijgeren met een pistool zonder dat er zand in kwam, plofte Thomas op de dennennaalden naast me neer en roerde zijn koffie met de loop van zijn wapen. Ineens moest ik dan weer zo ontzettend lachen dat íe “ssssst” siste en zei “denk je nou echt Tess dat zo’n ding daar niet tegen kan?” Hij leerde me trucjes met wachtlopen, hoe je warm kon blijven in de nacht in je slaapzak (boterhammen eten, stevig wandelen en dan hup in je slaapzak), waar je je wapen moet schoonmaken en welke delen totaal geen zin hebben om te poetsen omdat die er niet toe doen. Dat je dan altijd de snicker wint omdat je als eerste klaar bent. We leerden dat je moet eten als je kunt eten, en moet rusten als je kunt rusten. Omdat je nooit weet wanneer daar weer gelegenheid voor zal zijn. Thomas leerde me dat je moest lachen als je kunt lachen. Thomas was niet voor niets de informele leermeester uit het peloton. Hoewel hij was aangesteld zoals de rest van ons, had hij op zijn jonge leeftijd al een leven vol ontberingen, gevaar, verlies en overwinningen achter zich. Dat kwamen wij mondjesmaat te weten doordat wij ons verwonderden over zijn authenticiteit. Na de grote vaart was hij bij het korps Mariniers gaan dienen, had het hijgend hert “geschoten” en naar hij zei “alles gedaan wat God verboden heeft” in vrijwel alle landen van de wereld. Daar had hij zijn redenen voor. Maar op een dag gooide hij het roer om en werd predikant. In ons peloton werd hij opgeleid (achteraf natuurlijk volledig ten overvloede) om als legerpredikant binnen de krijgsmacht te gaan werken. Met zijn diploma kreeg hij dan ook meteen de moeilijkste eenheid onder zijn hoede. Laten we zeggen “zij die het woord God nog nooit geschreven hebben en alleen als scheldwoord kennen met nog een stukje erachteraan”. Binnen no time was hij daar “de Doom” en droeg iedereen in de fitnesszaal een shirt met opdruk op de rug van “de Doom”. Veel uitzendingen volgden voor Thomas. Waar trouble was, was de Doom. De Doom was er voor jongens en meiden, mannen en vrouwen die hem nodig hadden, ook als ze dat zelf nog niet door hadden. Ik heb de Doom recent weer ontmoet. Ik liep ineens tegen hem aan. Tien jaar na dato bots ik op Thomas. Ik werd er stil van. Thomas heeft niet stil gezeten, Thomas is mentaal achtentwintig keer zo groot geworden als hij al was. Daar stopt mijn reikwijdte dat te meten. Misschien is het dus wel honderdachtentwintig. Als er iemand lijnen kan verbinden en betekenis kan geven, kan duiden, kan visualiseren, kan delen, kan samenvoegen en zich nog steeds kan blijven verwonderen over hetgeen er nog te ontdekken valt, is het Thomas. En mij laat ie altijd weer gaan met een relativerende grap en een stevige knuffel. Thomas is absoluut mijn enige en mooiste militaire onderscheiding.
20 nov 2015
pierre le noir
Op de dag van de aanslagen in Parijs rijden er vier bussen met antizwartepietstrijders naar Emmen. Er zat natuurlijk geen Drent in die bus, dat snap je wel. De bus werd begeleid door een politie colonne. Die capaciteit was in mindering gebracht op die bestemd was voor de terroristische dreigingen. Het is dan ook een ongelooflijk belangrijk debacle, die Pierre le Noir, ofwel zwarte piet. Zelfs de Verenigde Naties buigen zich erover. Dit zijn 4 peperdure bussen. Polderen en compromissen kost nu eenmaal veel geld, een kniesoor die daar op let.
Het kinderfeestje "Sint Nicolaas" is niet onder kinderen, maar onder een piepklein greepje volwassenen in Nederland ineens tot een destructief recht verworden. Dat is een psychologische vakterm voor jezelf overmatig gerechtigd voelen om destructief te zijn naar onschuldige derden omdat je heel vroeger (ver voor het bestaan van die onschuldige derden) iets niet hebt gekregen waar je wel recht op had. Ik heb daar uiteraard als geen ander begrip voor. Laten we eens even geheel "out of the" box kijken wat er voor opties open liggen om die stampvoeters alsnog wat nachtrust te geven. Het debacle schijnt zich op de kleur en de taakverdeling te richten. In onderstaande afbeelding zetten we de veel besproken kleuren naast elkaar. Als je een kinderfeestje zou organiseren, welke van de twee personen zou je dan boeken voor de gezelligheid voor de kinderen? En welke tractatie zou je aanvinken? Addertje onder het gras: het zijn beide dezelfde persoon! En als je de gastrol voor het kinderfeestje een beetje geheimzinnig en mystiek wilt houden, welke van de twee zou dan het meest tactisch zijn voor een anoniem bezorgmoment in de vroege wintermiddag en welke voor een tactisch en anoniem bezorgmoment na zonsondergang? Persoonlijk vind ik een witte schimmel dan handig voor overdag, dat valt minder op, maar voor na zonsondergang mag dat van mij ook best een zwarte arabier of een bruine vos zijn, dat is meer tactisch voor in het donker.
Ook kunnen we de leidinggevende taak van het Sint Nicolaas feestje verwisselen. Dat schijnt enorm veel respect voor elkaars job te oogsten. Dus zwarte piet deelt de lakens uit vanaf een zwarte arabier, een bruine vos of een witte schimmel, en Sinterklaas maakt de kinderen aan het lachen en draagt de zak die gevuld is met door de zwarte piet gefinancieerde kadootjes. Wie betaalt bepaalt, logisch. Lijkt me prima, mits het Sint Nicolaas feest dan nog steeds op 5 december een feit is en niet naar 19 januari vertraagt. Mijn zwarte poets heb ik trouwens de deur al uitgezet (Assepoetster), maar er lopen er gelukkig nog heel wat rond anders zou de economie in elkaar storten en dan wordt het voor zwarte piet ook moeilijker de volle zak van zijn Sinterklaas te bekostigen. Ik heb nog niet over bussen met antizwartepoetsstrijders vernomen (ideetje? zoals je weet ben ik voor, vanwege de zweetlucht), maar ik heb het laatste nieuws van vandaag ook nog niet gevolgd. Ik vind het maar een ingewikkelde kleurendiscussie. Mij maakt het allemaal niet zoveel uit, als de kinderen er maar geen last van hebben en hun eigen kinderfeest kunnen vieren zoals dat al generaties lang een traditie is. Veel succes met geheimzinnig shoppen en verstoppen (begin op tijd!). Sint Nicolaas is een heerlijk kinderfeest waarbij after all vooral zwarte piet mega populair is en altijd sufgeknuffeld wordt. Let love rule!
Het kinderfeestje "Sint Nicolaas" is niet onder kinderen, maar onder een piepklein greepje volwassenen in Nederland ineens tot een destructief recht verworden. Dat is een psychologische vakterm voor jezelf overmatig gerechtigd voelen om destructief te zijn naar onschuldige derden omdat je heel vroeger (ver voor het bestaan van die onschuldige derden) iets niet hebt gekregen waar je wel recht op had. Ik heb daar uiteraard als geen ander begrip voor. Laten we eens even geheel "out of the" box kijken wat er voor opties open liggen om die stampvoeters alsnog wat nachtrust te geven. Het debacle schijnt zich op de kleur en de taakverdeling te richten. In onderstaande afbeelding zetten we de veel besproken kleuren naast elkaar. Als je een kinderfeestje zou organiseren, welke van de twee personen zou je dan boeken voor de gezelligheid voor de kinderen? En welke tractatie zou je aanvinken? Addertje onder het gras: het zijn beide dezelfde persoon! En als je de gastrol voor het kinderfeestje een beetje geheimzinnig en mystiek wilt houden, welke van de twee zou dan het meest tactisch zijn voor een anoniem bezorgmoment in de vroege wintermiddag en welke voor een tactisch en anoniem bezorgmoment na zonsondergang? Persoonlijk vind ik een witte schimmel dan handig voor overdag, dat valt minder op, maar voor na zonsondergang mag dat van mij ook best een zwarte arabier of een bruine vos zijn, dat is meer tactisch voor in het donker.
Ook kunnen we de leidinggevende taak van het Sint Nicolaas feestje verwisselen. Dat schijnt enorm veel respect voor elkaars job te oogsten. Dus zwarte piet deelt de lakens uit vanaf een zwarte arabier, een bruine vos of een witte schimmel, en Sinterklaas maakt de kinderen aan het lachen en draagt de zak die gevuld is met door de zwarte piet gefinancieerde kadootjes. Wie betaalt bepaalt, logisch. Lijkt me prima, mits het Sint Nicolaas feest dan nog steeds op 5 december een feit is en niet naar 19 januari vertraagt. Mijn zwarte poets heb ik trouwens de deur al uitgezet (Assepoetster), maar er lopen er gelukkig nog heel wat rond anders zou de economie in elkaar storten en dan wordt het voor zwarte piet ook moeilijker de volle zak van zijn Sinterklaas te bekostigen. Ik heb nog niet over bussen met antizwartepoetsstrijders vernomen (ideetje? zoals je weet ben ik voor, vanwege de zweetlucht), maar ik heb het laatste nieuws van vandaag ook nog niet gevolgd. Ik vind het maar een ingewikkelde kleurendiscussie. Mij maakt het allemaal niet zoveel uit, als de kinderen er maar geen last van hebben en hun eigen kinderfeest kunnen vieren zoals dat al generaties lang een traditie is. Veel succes met geheimzinnig shoppen en verstoppen (begin op tijd!). Sint Nicolaas is een heerlijk kinderfeest waarbij after all vooral zwarte piet mega populair is en altijd sufgeknuffeld wordt. Let love rule!
19 nov 2015
a star was born
Sterre is jarig. Ik bereid van nature (ahum) niet zo heel veel voor, maar Sterre haar jaardag had ik voor mijn doen tot in de puntjes voorbereid. De hobby-taxi reed vanmiddag niet, het eten was op burgertijd klaar, de oppas wat naar voren en wat andere verplichtingen opgesplitst en opgedeeld naar ieders (schamele) tevredenheid. Dat wat ik niet kon regelen is vanavond slecht geregeld. Haar kado zou twee dagen geleden al bezorgd worden maar blijkt met de noorderzon verdwenen (wat ik me goed kan voorstellen met dit weer) en het stormt en regent, de brandweer maakt overuren met zagen en slepen. Maar het maakt me niet uit hoeveel codes oranje er afgegeven worden, ik ga naar haar toe. Al zie ik haar maar een uurtje, ik ga naar Sterre. Al is het aardedonker en waai ik van de weg af, knipper ik tegen de slaap en ratelen de kleppen van mijn "con amore" (morgenochtend effe olie erin, olie in de motor is als oog crème na het douchen: gewoon meteen doen eigenlijk), ik zet de muziek gewoon wat harder als tegengeluid en ga. Ik heb een boek wat haar op het lijf geschreven is, ik weet het zeker. Papa zei altijd "als je een gelijkgestemde geeft wat je zelf waardevol vindt is het altijd goed". Ik heb de factuur al drie dagen in huis maar het boek is nog steeds pleite (nee, nee, niet mijn Anton maar de dyslectische postbezorger die alleen een huisnummer-spanne van 10 huizen in 1 gleuf aankan). Dan voorlopig maar mijn eigen exemplaar met ezelsoren. Op naar Sterre.
Sterre woont wel een uurtje rijden bij me vandaan. Het is al laat als mijn schema een opening biedt te vertrekken. Niemand op de weg, just me, de kleppen en the music. Olie bijvullen zonder trechter in het donker geen goed idee, plus je stinkt zo als je de jarige knuffelt. Als ik uiteindelijk aanbel met het kapsel van een vogelverschrikker en met een papieren tasje van Juul met mijn ezelsorenboek en een kaart waarin mijn halve hart gepropt zit, zwaait ze de deur open zoals alleen Sterre dat doet. Ik verklap het niet maar je moet het eens proberen. Achter haar klinkt het geschater van een vriendin of tien. Als ik binnenkom zitten ze allemaal geschaard om de keukentafel. De een op een stoel, de ander in een kinderstoel of op een krukje. De kaarsen branden en op tafel staan 6 aangebroken flessen wijn en port. Sterre schuift een stoel bij en pakt een colaatje voor me. We zijn de enige twee die cola drinken. Ik dacht dat de rest in de buurt woonde maar die wonen zo niet nog verder weg dan ik. Misschien hadden zij de dag beter onder controle, dan kan er wel een wijntje in. Bij mij niet, maar niet getreurd. Sterre legt haar vriendinnen uit zoals ik haar ken en wat haar juist zo mooi maakt. Iedereen komt aan bod, krijgt haar plaats, historisch, hysterisch, maar alleen vanuit een exclusieve toegevoegde waarde benaderd. Sterre is zo lief en zo leuk, ik ben echt blij dat ze jarig is. Zonder haar is de wereld gewoon minder warm en minder lollig. Zonder haar staan we echt onvoldoende stil bij de plussen aan de karakters van anderen, of de kansen in kansloze situaties. Zonder haar leren we te weinig van wat we meegemaakt hebben, zonder haar zouden we geen fouten durven maken. Zonder haar is er gewoon geen zak aan. Lieve lieve Sterre, van harte gefeliciteerd met je verjaardag. Dat we nog maar veel kippenvel en tranen mogen delen samen, van afschuw, ontroering of vette pret. En bedank je ouders van me, voor de Sterre aan dit firmament!
xx Tess
Sterre woont wel een uurtje rijden bij me vandaan. Het is al laat als mijn schema een opening biedt te vertrekken. Niemand op de weg, just me, de kleppen en the music. Olie bijvullen zonder trechter in het donker geen goed idee, plus je stinkt zo als je de jarige knuffelt. Als ik uiteindelijk aanbel met het kapsel van een vogelverschrikker en met een papieren tasje van Juul met mijn ezelsorenboek en een kaart waarin mijn halve hart gepropt zit, zwaait ze de deur open zoals alleen Sterre dat doet. Ik verklap het niet maar je moet het eens proberen. Achter haar klinkt het geschater van een vriendin of tien. Als ik binnenkom zitten ze allemaal geschaard om de keukentafel. De een op een stoel, de ander in een kinderstoel of op een krukje. De kaarsen branden en op tafel staan 6 aangebroken flessen wijn en port. Sterre schuift een stoel bij en pakt een colaatje voor me. We zijn de enige twee die cola drinken. Ik dacht dat de rest in de buurt woonde maar die wonen zo niet nog verder weg dan ik. Misschien hadden zij de dag beter onder controle, dan kan er wel een wijntje in. Bij mij niet, maar niet getreurd. Sterre legt haar vriendinnen uit zoals ik haar ken en wat haar juist zo mooi maakt. Iedereen komt aan bod, krijgt haar plaats, historisch, hysterisch, maar alleen vanuit een exclusieve toegevoegde waarde benaderd. Sterre is zo lief en zo leuk, ik ben echt blij dat ze jarig is. Zonder haar is de wereld gewoon minder warm en minder lollig. Zonder haar staan we echt onvoldoende stil bij de plussen aan de karakters van anderen, of de kansen in kansloze situaties. Zonder haar leren we te weinig van wat we meegemaakt hebben, zonder haar zouden we geen fouten durven maken. Zonder haar is er gewoon geen zak aan. Lieve lieve Sterre, van harte gefeliciteerd met je verjaardag. Dat we nog maar veel kippenvel en tranen mogen delen samen, van afschuw, ontroering of vette pret. En bedank je ouders van me, voor de Sterre aan dit firmament!
xx Tess
17 nov 2015
schoonmoeder
De schoonmoeder is in de volkstraditie nogal een begrip. Ze schijnt een status te hebben verworven waaraan niet veel goeds hangt. Werkwoorden die in de volksmond vaak naar haar verwijzen zijn: bemoeien, bepalen, roddelen, stoken. Deugden die haar nogal eens toegedicht worden zijn onder andere: nieuwsgierig, denigrerend, partijdig en vrekkig. En dit is nog maar een bescheiden greep uit hetgeen er over schoonmoeders de ether in slingert. Kennelijk is onze nestdrang zo groot dat de schoonmoeder er het liefst uitgeknikkerd wordt. Nestdrang pleit voor ons, maar de schoonmoeder verdient een kans. Ik ken louter leuke lieve schoonmoeders. Ok, mijn eigen moeder is altijd degene die ik het liefst weer mee naar huis neem, maar ik ken exemplaren die me absoluut 's nachts mijn bed uit mogen bellen. Ik heb zelf een schoonmoeder die al relaties en geboortes lang meegaat. En ik wil haar voor geen goud kwijt. Wij trokken ons niets aan van de verkering die ik met haar zoon had. Wij zagen dat als twee op zichzelf staande feiten. Toen haar zoon en ik ieder onze eigen weg weer gingen (dat was ruim voor de invoering van de Euro kan ik je vertellen, zelfs ruim voor mijn rijexamen, en daar was ik snel bij), zijn wij gewoon naast elkaar blijven wandelen. Tot op de dag van vandaag bellen, appen en mailen wij, vieren wij, rouwen wij en zijn we "stand in" voor elkaar (al dan niet zichtbaar voor de buitenwereld). Het bevalt ons prima. Ze zei al vanaf het begin "aan jou raak je geen zoon kwijt maar krijg je er een dochter bij", een compliment wat ik levenslang in mijn broekzak heb opgeborgen. Ze is leuk hoor, het is niet moeilijk haar als schoonmoeder te hebben. Ze is pittig, mooi, lekker eigenwijs en ze is er altijd als je haar nodig hebt. En je komt altijd te weinig bij haar en nooit te vaak. Je bent altijd te laat en nooit te vroeg. Dat heet "welkom zijn". Ook heeft ze een tas vol levenservaring waarvan ze graag deelt. "Hang je zorgen vanavond maar met je kleren op de stoel, ze liggen er morgen ook nog wel", zei ze wel eens. Als je je dat visualiseert voor het slapen gaan, stap je toch anders je bed in. Probeer maar eens.
Juul en ik waren afgelopen weekend op een verjaardag. We waren daar behoorlijk nieuw in het gezelschap, maar de jarige dragen we beide een warm hart toe. Daar liep nog zo'n exemplaar van een schoonmoeder, ik zweer het je. Zo'n mooi mevrouwtje, leuk en hip gekleed, helemaal bij de tijd, geïnteresseerd in haar medemens, lief voor al haar (klein) kinderen, familieleden en hun vrienden en vriendinnen, verwarmend, verbaal lekker soepel en gezellig en geen poeha, geen oordeel. Echt een schoonmoeder waar je direct lekker bij kruipt met je Gluhwijn, die haar lieftallige husband je als een prins gunt en aanreikt. Juul en ik waren het er helemaal over eens: helemaal fijn dit feestje, heerlijk. En nu weten we waar het warme hart van de jarige vandaan komt. En dat dat niet zo snel verloren zal gaan : ). Leve de schoonmoeders, onmisbare warme schakels.
Juul en ik waren afgelopen weekend op een verjaardag. We waren daar behoorlijk nieuw in het gezelschap, maar de jarige dragen we beide een warm hart toe. Daar liep nog zo'n exemplaar van een schoonmoeder, ik zweer het je. Zo'n mooi mevrouwtje, leuk en hip gekleed, helemaal bij de tijd, geïnteresseerd in haar medemens, lief voor al haar (klein) kinderen, familieleden en hun vrienden en vriendinnen, verwarmend, verbaal lekker soepel en gezellig en geen poeha, geen oordeel. Echt een schoonmoeder waar je direct lekker bij kruipt met je Gluhwijn, die haar lieftallige husband je als een prins gunt en aanreikt. Juul en ik waren het er helemaal over eens: helemaal fijn dit feestje, heerlijk. En nu weten we waar het warme hart van de jarige vandaan komt. En dat dat niet zo snel verloren zal gaan : ). Leve de schoonmoeders, onmisbare warme schakels.
14 nov 2015
mama is boos
Gisteravond tijdens het avondeten: "mama, gaan we een keer met die hele snelle trein naar Parijs?". Ik zei glimlachend "ja schat, Parijs is een prachtige stad, daar moeten we absoluut snel een keer naartoe gaan". La ville de l'amour was vanmorgen aan het ontbijt een ware hel van terreurdaden. De liefde is uitgemoord vannacht. Wij lagen in ons warme bed met de kat op onze voeten, en daar waren mensen hun liefde voor kunst, cultuur en elkaar aan het vieren. Mooi opgemaakt en aangekleed, oppas geregeld voor hun kinderen. Glimlachend naar elkaar of in een goed gesprek. Totdat ze zich ineens te midden van oorverdovende explosies en schoten bevonden en ineen doken in een bloedbad. Indien nog mogelijk vluchtten of eerste hulp verleenden.
Politiemensen en militairen worden hun bed uit gebeld, schieten hun uniform aan, doen hun vest om, pakken hun wapen, kussen hun echtgenoot(e) en kinderen in hun slaap en haasten zich ter plaatse. Niet wetend wat ze aantreffen, of ze nog gevaar lopen en waar dat gevaar vandaan zal komen. Om hun handen in het bloed te zetten en te reanimeren of letterlijk in hun armen over te dragen aan de hulpverleners. Om overzicht en uitweg te creëren voor de mensen in die hel die alleen maar willen vluchten of vechten, of bevroren aan de grond zitten met hun handen voor het gezicht of hun oren. Hun handen zijn bezet aan de slachtoffers en zodoende niet aan hun wapen, niet aan hun verbindingsmiddelen. Het is kiezen of delen.
En al deze mensen slapen na vannacht niet meer. Ze lachen niet meer, ze vertrouwen niet meer. Ze rouwen, huilen, schreeuwen, drinken, zijn hyper alert voor de rest van hun leven, worden opgeschrikt in hun slaap, sleuren zich naar het graf van hun dierbaren, raken hun werk kwijt, hun trots, hun veiligheid. Rouleren de rekening van dit immense trauma vervolgens onbewust en ongewild aan hun partners, hun ouders, hun kinderen. En voor wat...
Mama is boos.
Politiemensen en militairen worden hun bed uit gebeld, schieten hun uniform aan, doen hun vest om, pakken hun wapen, kussen hun echtgenoot(e) en kinderen in hun slaap en haasten zich ter plaatse. Niet wetend wat ze aantreffen, of ze nog gevaar lopen en waar dat gevaar vandaan zal komen. Om hun handen in het bloed te zetten en te reanimeren of letterlijk in hun armen over te dragen aan de hulpverleners. Om overzicht en uitweg te creëren voor de mensen in die hel die alleen maar willen vluchten of vechten, of bevroren aan de grond zitten met hun handen voor het gezicht of hun oren. Hun handen zijn bezet aan de slachtoffers en zodoende niet aan hun wapen, niet aan hun verbindingsmiddelen. Het is kiezen of delen.
En al deze mensen slapen na vannacht niet meer. Ze lachen niet meer, ze vertrouwen niet meer. Ze rouwen, huilen, schreeuwen, drinken, zijn hyper alert voor de rest van hun leven, worden opgeschrikt in hun slaap, sleuren zich naar het graf van hun dierbaren, raken hun werk kwijt, hun trots, hun veiligheid. Rouleren de rekening van dit immense trauma vervolgens onbewust en ongewild aan hun partners, hun ouders, hun kinderen. En voor wat...
Mama is boos.
13 nov 2015
Assepoetster
Ik ben ermee gestopt. Voor mij geen stress meer op dinsdagavond dat Assepoetster morgen komt en ik niet de juiste coupures aan contant geld in de portemonee heb, de koffie op is of het wc papier, de allesreiniger bodem ziet, de stofzuigerzak eigenlijk vol is en de stofdoek door de hond aan stukken is gereten. Ik ben er klaar mee dat ze komt. Mijn huis stinkt meer naar haar zweet dan naar lavendel als ze geweest is, en ze heeft "onder de kasten en achter de bank" fobie ben ik achter. En mijn parfumfles raakt tegenwoordig wel erg snel leeg. Basta Assepoetster. Ik heb ook al geprobeerd haar zwarte arbeidscontract te redden door haar te laten poetsen als ik thuis ben, maar daar was ik nog sneller klaar mee. De een na de andere sigaret moest gerookt worden en al het leed uit haar persoonlijk leven werd mijn trommelvliezen ingeslingerd als ik ook maar in de buurt kwam of er even langs moest. En dat keukentrapje kan ze blijkbaar wel uit de schuur halen maar niet terugzetten. En de uren zijn altijd net een kwartiertje eerder verstreken behalve bij het koffiedrinken, echt, ik word er niet goed van. Tabee Assepoetster, ga een ander maar verblijden met je kunsten. In betaalde dienst zal wel niet meer lukken met jouw arbeidsethos. Bovendien zul je wel afgekeurd zijn, een uitkering genieten en nog een beetje zwart bijklussen (zeer, zeer licht huishoudelijk werk). En dan mij een beetje aansturen op wc-eend en allesreiniger, ik dacht het niet. Wie betaalt bepaalt, As. En ik betaal je dus eigenlijk twee keer, besef ik me. 1 keer op je bankrekening via mijn inkomstenbelasting, en 1 keer via mijn de keukentafel. En dat is 2 keer teveel. Toedeledoki Assepoetster.
Een vriendin van me had er laatst drie versleten en de vierde op kennismakingsgesprek. Die vroeg "of ze bovenop de kast met nat of droog moest afnemen". Alleen al het feit dat ze bedacht dat er stof op een kast valt, dat vonden we nog een wijntje waard. De drie vorige Assepoetsters waren ook wel goed hoor, maar dan alleen als ze kwamen. Hun attendance was nog geen 60%. Meestal rond de kerstgratificatietijd. De rest van de tijd hadden ze een kater, bekkeninstabiliteit of ruzie met de uitkeringsinstantie waar ze moesten verschijnen.
Nee, als je iemand laat helpen je huis schoon te houden, zoek het dan in de familie. Je moeder deelt levenslang jouw belang (al denk je soms dat dat niet het geval is: geloof me het is waar), lijkt me een prima basis om te poetsen. Je parfum mag ze best gebruiken en als de koffie op is zeurt ze tenminste niet, dan neemt ze gewoon thee. En een moeder is er altijd, want als ze ziek is vertelt ze jou dat toch lekker niet. Hooguit een beetje commentaar nadien "nou, het was wel weer nodig he!", maar dat is beter dan "kunnen we even praten want in andere huizen krijg ik meer per uur dan hier". "Tuurlijk kunnen we even praten. Ik ben er klaar mee dat jij maar de helft schoonmaakt en je de andere helft toe-eigent, daarom krijg je vanaf nu de helft van wat je kreeg. De rest stort ik aan de belasting voor je. Tot volgende week he!"
Een vriendin van me had er laatst drie versleten en de vierde op kennismakingsgesprek. Die vroeg "of ze bovenop de kast met nat of droog moest afnemen". Alleen al het feit dat ze bedacht dat er stof op een kast valt, dat vonden we nog een wijntje waard. De drie vorige Assepoetsters waren ook wel goed hoor, maar dan alleen als ze kwamen. Hun attendance was nog geen 60%. Meestal rond de kerstgratificatietijd. De rest van de tijd hadden ze een kater, bekkeninstabiliteit of ruzie met de uitkeringsinstantie waar ze moesten verschijnen.
Nee, als je iemand laat helpen je huis schoon te houden, zoek het dan in de familie. Je moeder deelt levenslang jouw belang (al denk je soms dat dat niet het geval is: geloof me het is waar), lijkt me een prima basis om te poetsen. Je parfum mag ze best gebruiken en als de koffie op is zeurt ze tenminste niet, dan neemt ze gewoon thee. En een moeder is er altijd, want als ze ziek is vertelt ze jou dat toch lekker niet. Hooguit een beetje commentaar nadien "nou, het was wel weer nodig he!", maar dat is beter dan "kunnen we even praten want in andere huizen krijg ik meer per uur dan hier". "Tuurlijk kunnen we even praten. Ik ben er klaar mee dat jij maar de helft schoonmaakt en je de andere helft toe-eigent, daarom krijg je vanaf nu de helft van wat je kreeg. De rest stort ik aan de belasting voor je. Tot volgende week he!"
11 nov 2015
something to talk about
Ik ontmoette Margot beroepshalve. Margot komt van een bodem waar ik veel mee heb. Margot zegt waar het op staat. Ze windt geen doekjes, plakt geen pleisters. Ze kan keihard zijn, maar altijd uit naastenliefde. Toen ik Margot leerde kennen was ze al enkele jaren levenslustige mooie weduwe. Haar Lief was groot en sterk, en had het leven op moeten geven, van zichzelf. Hij pleegde suïcide. Hij liet Margot en de kinderen achter, zijn grote liefdes. Ik weet niet of Margot weet dat ik hetzelfde heb beleefd, maar dan in mijn onbezonnen jonge leven. Ik was eind twintig. Wij waren net een half jaar samen. Dus wel een hele “light versie” in dat opzicht vergeleken met Margot. Ik heb net zo lang naast mijn comateuze Lief gezeten als dat ik met hem tafel, bed en kroeg deelde: ook zes maanden. Toen was het over en uit, horizontale streep op de monitor (nou ja, het liep iets complexer). Ik weet niet wat ons bindt, haar bodem, haar leven of gewoon haar geweldige karakter. Margot is een zonnetje van waarde. Nog steeds. En ze verspreidt licht op het onderwerp suïcide.
We zitten die middag in Van der Valk. Daarover ooit nog eens meer, want Van der Valk blijft obscuur, ook al hebben ze een enorme metamorfose ondergaan. We zitten aan zo’n werktafel in de business-lounge. Zo’n gezellig eiken houten tafel voor 16 personen. Aan het tegenovergestelde einde van de tafel zitten drie mannen. Ze vragen “of ons theekransje wat zachter kan?”. Wij bespreken suïcide en nog wat andere dingen. Theekransje..... Gaan jullie lekker af- en omzetschemaatjes excellen in je blauwe pak zeg. Seen that, done that.
Suïcide is niet gezellig, maar het bestaat. En suïcide is geen egoïstische daad. Het is geen aandachttrekkerij. Suïcide is wanhoop van de grootste orde. Suïcide is een gordijn van zwart fluweel wat je niet meer open krijgt om je dierbaren te zien. Suïcide en de gedachte eraan is de angst, de pijn die ondragelijk wordt en almaar aanhoudt, nooit eens weggaat. En het gros van ons loopt er het liefst langs, langs suïcide. Want je wilt niemand “op een idee gebracht hebben” door er over te praten. Begrijpelijk, maar een ding: je brengt niemand “op het idee van suïcide”. Suïcide komt van binnen uit, niet van buitenaf. En mensen die daarover nadenken verdienen nog steeds je respect, je warme aandacht, je begrip voor hun nood en angst, de uitzichtloosheid die ze ervaren. Ze verdienen jouw naastenliefde en niet je oordeel. En ik heb van Margot geleerd dat je daar soms keihard in mag zijn. Dus vraag “heb je er haast mee?” of “heb je al een manier bedacht waarop je dat zou willen doen?” Daarmee geef je aan dat er met jou gesproken mag worden over die enorme nood. Dat jij er niet “langs loopt” omdat je het allemaal maar eng en moeilijk vindt. Ja, het is eng, het is moeilijk, maar behandel een ander zoals je zelf behandelt wilt worden. Iemand die over suïcide nadenkt voelt zich ongekend eenzaam met zijn levensnood, ook al praat je 1.000.000 woorden per dag met diegene. Als je het gesprek aan durft te gaan, pas dan is er een kans om hulp in te schakelen voor de noodlijdende tegenover je. Want kun je van diegene verwachten dat die “echt” eigen keuzes kan maken in de toestand waarin die zich bevindt? Dat kan een verschil zijn tussen respecteren en accepteren. Tussen een stap vooruit of een stap achteruit doen. En heb je een suïcide in je omgeving meegemaakt? Berg hem niet op in een vakje “onbespreekbaar”. Suïcide bestaat, weg met het vakje “onbespreekbaar”, weg met “kop in het zand”. Het is hier geen Efteling. Het is hier hartstikke leuk, maar geen Efteling. Maak er desnoods een theekransje van, het dondert niet. Als je het maar bespreekbaar maakt. En daarna (of daarvoor) mag je altijd bij ons komen theekranzen in Van der Valk, we laten wel even weten in welke we zitten.
We zitten die middag in Van der Valk. Daarover ooit nog eens meer, want Van der Valk blijft obscuur, ook al hebben ze een enorme metamorfose ondergaan. We zitten aan zo’n werktafel in de business-lounge. Zo’n gezellig eiken houten tafel voor 16 personen. Aan het tegenovergestelde einde van de tafel zitten drie mannen. Ze vragen “of ons theekransje wat zachter kan?”. Wij bespreken suïcide en nog wat andere dingen. Theekransje..... Gaan jullie lekker af- en omzetschemaatjes excellen in je blauwe pak zeg. Seen that, done that.
Suïcide is niet gezellig, maar het bestaat. En suïcide is geen egoïstische daad. Het is geen aandachttrekkerij. Suïcide is wanhoop van de grootste orde. Suïcide is een gordijn van zwart fluweel wat je niet meer open krijgt om je dierbaren te zien. Suïcide en de gedachte eraan is de angst, de pijn die ondragelijk wordt en almaar aanhoudt, nooit eens weggaat. En het gros van ons loopt er het liefst langs, langs suïcide. Want je wilt niemand “op een idee gebracht hebben” door er over te praten. Begrijpelijk, maar een ding: je brengt niemand “op het idee van suïcide”. Suïcide komt van binnen uit, niet van buitenaf. En mensen die daarover nadenken verdienen nog steeds je respect, je warme aandacht, je begrip voor hun nood en angst, de uitzichtloosheid die ze ervaren. Ze verdienen jouw naastenliefde en niet je oordeel. En ik heb van Margot geleerd dat je daar soms keihard in mag zijn. Dus vraag “heb je er haast mee?” of “heb je al een manier bedacht waarop je dat zou willen doen?” Daarmee geef je aan dat er met jou gesproken mag worden over die enorme nood. Dat jij er niet “langs loopt” omdat je het allemaal maar eng en moeilijk vindt. Ja, het is eng, het is moeilijk, maar behandel een ander zoals je zelf behandelt wilt worden. Iemand die over suïcide nadenkt voelt zich ongekend eenzaam met zijn levensnood, ook al praat je 1.000.000 woorden per dag met diegene. Als je het gesprek aan durft te gaan, pas dan is er een kans om hulp in te schakelen voor de noodlijdende tegenover je. Want kun je van diegene verwachten dat die “echt” eigen keuzes kan maken in de toestand waarin die zich bevindt? Dat kan een verschil zijn tussen respecteren en accepteren. Tussen een stap vooruit of een stap achteruit doen. En heb je een suïcide in je omgeving meegemaakt? Berg hem niet op in een vakje “onbespreekbaar”. Suïcide bestaat, weg met het vakje “onbespreekbaar”, weg met “kop in het zand”. Het is hier geen Efteling. Het is hier hartstikke leuk, maar geen Efteling. Maak er desnoods een theekransje van, het dondert niet. Als je het maar bespreekbaar maakt. En daarna (of daarvoor) mag je altijd bij ons komen theekranzen in Van der Valk, we laten wel even weten in welke we zitten.
Abonneren op:
Reacties (Atom)








