In het supermarktje in mijn dorp werkte Trudy. Tot afgelopen maandag. Want toen ik woensdag boodschappen ging doen stond er een sta-tafeltje tegenover het pinautomaat. Er brandden twee kaarsjes op en er lag een tekenmap, open. Met de rouwkaart van Trudy erin geplakt. De laatste keer dat ik Trudy zag, liep ze van achter haar kassa vandaan met een stok richting het koffiekamertje voor haar koffie-break. Ik dacht "oei, Trudy gaat niet zo goed".
Toen ik Trudy voor de eerste keer mijn boodschappen zag scannen, zuchtte en steunde ze. Het zweet druppelde van haar voorhoofd en ze keek bij werkelijk elk artikel dat ze van me voorbij zag komen zo van "ongelooflijk, wat moet je daar nou mee mens". Ik vroeg haar toen of ze zich wel goed voelde, omdat ze asgrauw zag en zo zweette. "Kind, dat is de overgang, bereid je maar vast voor", hijgde ze. Sinds die dag was het woord "overgang" mijn ergste nachtmerrie en heb ik me suf gegoogeld hoe je daaraan in voorkomend geval kunt ontsnappen. Als ik net als Trudy asgrauw, kletsnat en hijgend op mijn werk moet gaan zitten, geef je mijn portie maar aan Vikkie. Dat kan toch niet zo bedoeld zijn die overgang, om als een opgewarmd geïrrigeerd lijk door het leven te moeten, snakkend naar adem....? Ik weet nu dat ik kan stoppen met googlen. Ik denk dat er meer aan de hand was met Trudy. Dat Trudy gewoon niet het typetje was dat naar de dokter ging. Dat ze "niet klagen, maar dragen" van huis had meegekregen. Want ineens was Trudy pats boem van de wereld. Mijn favoriete inpandige bloemenmeisje was meteen bij een eerste alarm telefoontje van een kennis van Trudy (die vroeg of ze ook niet op haar werk was verschenen, omdat ze haar afspraak niet nakwam en dat niets voor Trudy was) naar haar huis gereden zodra haar werkdag er op zat. Trudy lag toen nog een klein beetje bij (on)bewustzijn op de bank, en het bloemenmeisje had gezegd "Trudy, sorry van je voordeur maar kijk eens wat een knappe politiemannen ik heb meegenomen voor je. Wel even je ogen open doen hoor, anders mis je die knappe koppen!" Maar het kon Trudy niets meer schelen. Trudy was er niet meer.
Toen ik de collega's van Trudy condoleerde met het plotselinge verlies van een vrouw die ogenschijnlijk nors maar in mijn ogen heel warm (wat heet....) en bescheiden was, zei het bloemenmeisje "Ik ga straks naar de begrafenis en dan ga ik daar wat over Trudy vertellen". Wat een schat. Allebei.
R.I.P Trudy.
De bundel "De Dikke Muis" telt 100 blogs en 176 pagina's! Ze is te bestellen via http://www.freemusketeers.nl/boekwinkel en via de boekwinkel van je keuze onder het ISBN nummer 9789048440399.
25 feb 2017
11 feb 2017
plaspop
Heb je het ooit zo zout gegeten zeg, ik denk dat Patricia meer hits heeft gehad dan Donald afgelopen week. Dat doet ze goed. Ze had het op een financieel akkoordje moeten gooien met haar camera-man: ken je pappenheimers, het ging er toch wel van komen. De aannemers worden platgebeld sindsdien: de vrouwen verruilen het ligbad alsnog voor een inloopdouche en de mannen kiezen ineens toch maar voor een bad in de badkamer. En de plaspop wordt waarschijnlijk het meest populaire Valentijnskado van 2017. Na zo'n week (en nog wat meer zingevende hektiek) had ik wel zin in een baby-biertje om de hoek. En baby-biertje is nog net iets liever dan een fluitje. Ze hebben ze in "de jordaan". Ber neemt de honneurs waar deze weken en ik had beloofd te komen maar was er al veel te lang niet aan toegekomen. Kan nog net even voor de stofzuiger aan moet. Als ik achter mijn baby-biertje zit en Patricia me weer om de oren vliegt snap ik meteen waarom alle bakjes pinda's nog vol zijn. Herman komt binnen, Herman van lijn 1. Net klaar met werken, bedenk ik me dat ik Herman mooi even de perfecte busverbinding voor "junior Tess" kan vragen voor school. Nou, ik kan je adviseren je eigen OV adviseur te nemen: ik bespaarde met deze vraag 25 minuten voor een enkele reis. Echt. Zij weten alles. Meteen begon de rest van de bar reisadviezen te vragen. "Sorry Herman, heb ik ook altijd als ik over mn werk begin" fluister ik. "Wat doe jij dan?" vraagt Herman. "Laten we zeggen dat ik wol impregneer voor waterdichte sokken, ok?". Herman bespaart niet alleen reistijd, maar doet ook feilloos uit de doeken wat het kostenverschil is als je een los kaartje koopt, een abootje neemt op provincie of een OV chipkaart aanschaft. Heerlijk dat soort praktische info van achter de schermen. Collega's schijnen in te stappen met "hallo collega" en dan door te mogen lopen als je de naam van drie leidinggevenden kunt noemen. "zeg es, zeg es" zeg ik tegen Herman. "Moppie, als jij de bus instapt, zet ik 'm meteen op "buiten dienst" en gooi ik iedereen eruit. Als je tenminste dat panterjasje aandoet". We zijn weer thuis.
5 feb 2017
ode aan hulpverleners
Afgelopen week werd ik weer intensief geconfronteerd met hulpverleners en de verschillende effecten van hulp verlenen. Hulpverleners zijn er gelukkig overal. Ze zijn er in het groot en in het klein. Soms ruimen kinderen sneeuw weg van het paadje naar de seniorenwoning, of grijpen ze zelfstandig en zonder aarzeling in als er gepest wordt op school. Sommige volwassen mensen zijn met pensioen en besteden hun vrijgekomen tijd aan het op bezoek gaan bij zieke of eenzame mensen, om een lichtpunt te zijn in de dag of een boodschap te doen in bange tijden. Er zijn onderwijzers die kinderen helpen zelfvertrouwen te krijgen en hun authenticiteit prijzen. Er zijn zoveel hulpverleners om ons heen, die van zichzelf geven om een ander te helpen. Zo zijn er ook hulpverleners die vrijwel dagelijks geconfronteerd worden met hartverscheurend leed in onmachtige of zelfs bedreigende situaties. Uit "vluchten of vechten" hebben zij niet te kiezen: functioneren is altijd "vechten". Er zijn er die na verloop van jaren zoveel hulp verleend hebben in hachelijke situaties, dat ze zelf hulp nodig hebben. Die, als ze geluk hebben, die hulp nog kunnen aannemen. Het zijn mensen wiens "angstdemper" compleet versleten is. Die is zo vaak of zo ernstig ingetrapt toen zij hulp moesten verlenen en niet conform het oerprincipe de benen mochten nemen, dat ie niet meer terugveert maar platgetrapt en versleten is. De "angstdemper" zit in de hersenen. Is ie versleten, dan is ie niet meer te vervangen en vrijwel niet te repareren. De knop "let op, gevaar" staat dan dag en nacht aan. Het kan het klepje van de brievenbus zijn, een naderende trein, het kraken van de vloer, het snurken van een echtgenoot of kind. 24/7 worden zij getergd door een "angstdemper" op rood. En dat kan grote gevolgen hebben voor je sociale leven. Daar word je een ander mens van. En dat alleen maar omdat je zo moedig bent geweest er voor een ander of jezelf te staan als niemand er stond. En soms niet een keer, soms wel honderd keer. (En als ze het slecht treffen worden ze ook nog uitgescholden en belaagd door omstanders die niets doen en het woord hulp niet eens kennen.) Daarom vandaag een ode aan de hulpverleners, klein of groot, dichtbij of ver weg. Waar zouden we zijn zonder jullie. Jullie zijn je gewicht in goud waard. DANK. Tess
Abonneren op:
Reacties (Atom)


