23 dec 2019

Engelenkoor

Tijdens mijn laatste werkdag van dit jaar heb ik (gekozen voor) een avonddienst. De avondbezetting bestaat uit vijf collega's in een door de dagdienst verlaten bureau, met hier en daar een lege verpakking van kerstkransjes, foto's op kluisjes die herinneren aan mooie werkmomenten in de zomer en veel gele jassen op een rij aan de kapstok. Aan de muur een flatscreen, voor het laatste nieuws en sport. Stevige grappen bij nog een kop koffie tijdens de overdracht. De portofoon roept, en wij rijden. Dat doen we 10 uur achtereen. We merken niet eens dat het avond wordt. We zoeken naar een meisje dat op blote voeten het bos in was gerend, we zoeken naar een overvaller en we zien een schedel die in elkaar geslagen is met een hamer. En we eindigen aan het spoor, waar een jongvolwassene haar levenseinde aan de machteloze machinist over liet. Deze hulpverleners, mijn collega's, krijgen straks weer vuurwerk in hun richting gegooid, worden terminale ziektes toegewenst, moeten soms fietsen, hekken en bakstenen koppen. Terwijl we handelen en wachten aan het spoor, proberen treinreizigers de automatische deuren te slopen om er voortijdig uit te kunnen. Ik kijk mijn collega's aan. Hun gezichten zijn grauw, moe en verkleumd. Hun gesprekken helder, praktisch delegerend, ogenschijnlijk onaangedaan. Ik staar naar het spoor en denk aan de ouders die straks bericht krijgen van een van ons over wat er zich heeft afgespeeld terwijl zij klonken "gezondheid schat".
Als we anderhalf uur later dan einde dienst terugkomen aan het bureau, is het er muisstil. Alleen aan de muur klinkt vanuit de flatscreen kristalzuiver gezang van een kerstreclame: "stille nacht, heilige nacht". Ik blijf staan, flabbergasted van het contrast met de avond. Achter mij hoor ik voetstappen van zwijgende collega's die ook komen kijken waar het gezang vandaan komt. Seconden blijven ze staan, en verdwijnen daarna even zwijgzaam achter hun PC om de verslaglegging van de hele avond foutloos in de systemen te zetten.

Zij zijn het Engelenkoor. Zij zijn het die leed proberen te voorkomen, en als het zich voordoet proberen te verzachten. Zij zijn het die wachten naast overledenen, zorgen voor gewonden, zoeken naar verdwaalden, jagen op gevaar en bevrijden uit benarde posities. Handen en scheldwoorden af van onze hulpverleners, respect voor hen. Zij zijn het Engelenkoor.

Veilige kerstdagen.
Liefs Tess

15 dec 2019

groen is gras

Groen is gras, groen is gras, onder mijne voeten, heb verloren beste vriend...zal hem zoeken moeten. Ik typ zijn naam in en voilà: 22 jaar nadien staar ik voor het eerst weer naar de grafsteen. Als 26 jarige bedacht ik de tekst "wie je gekend heeft, vergeet je niet". Ik was de tekst vergeten, Caspar niet natuurlijk. Verdrongen uit alle macht, maar vergeten: nooit. Best een mooie tekst eigenlijk. Ik heb 'm gekend want we hadden verkering. Caspar en ik waren een vrolijk setje, een sterk setje. Ik weet niet of we een levenslang setje zouden zijn geworden, maar daar hebben we ook nooit over hoeven nadenken. Caspar ging dood. Op oudejaarsavond zat ik in mijn feestjurk in een lege zaal van het ziekenhuis, met voor mij slechts een bed waarin Caspar aan slangen en monitor lag tegen de achtergrond van doofstom vuurwerk tegen een nachtblauwe hemel. Morgen zijn we wel weer thuis, dacht ik. Maar in de zes maanden die volgden heb ik thuis naar het ziekenhuis gehaald in de hoop ooit nog een woord te kunnen wisselen sinds het moment dat ik hem aan trof om te zeggen dat het tijd was om te gaan. Naar het feest. Niet naar de eeuwige jachtvelden. De hond voor wie ik vanaf onze eerste ontmoeting bang was geweest vanwege zijn uiterlijk en staat van dienst, heb ik wekenlang met knikkende knieën uitgelaten. Ook midden in de nacht als mijn "wake" in het ziekenhuis erop zat. Met het beest aan mijn zijde kon me eigenlijk niets gebeuren. Zolang ie mij niet opvrat, liep ieder ander naderend wezen gevaar. Op zich best veilig. Maar zijn baasje werd maar niet wakker en na een paar weken heb ik hem naar het asiel laten brengen. Met pijn in mijn hart. Dat zal onze eerste fikse ruzie wel worden, dacht ik nog. Maar die kwam niet. Zes maanden later moest ik Caspar laten zakken in een gat in het gras. Niet meer vrolijk, niet meer sterk, niet meer een setje. Een gat in het gras, 33 witte ballonnen in de lucht en 1 in de boom. Groen is gras, groen is gras. Verdrongen ja, vergeten nooit.


13 dec 2019

blonde Greet

"Meisjes van lichte zeden" zijn er altijd al geweest en ze zullen er ook altijd blijven, al dan niet beroepsmatig. Nu heb ik een korte tijd op de wallen gewerkt, zij het aan de buitenzijde van het HR+ glas, maar het echte leven uit vervlogen tijden rondom de meisjes van lichte zeden hoorde ik van een lieve vriendin van me. De tijd van voor de over de grens gekomen mensenhandel, de tijd van voor de loverboys. Zij is als klein meisje opgegroeid en groot geworden in het hart van Amsterdam. Kind van evenzo unieke ouders, de wereld gezien door, voor en met haar man, ademt zij nog steeds Amsterdam als het gezellig is. Ik kruip dan graag bij haar met een goed glas wijn. Haar gezicht straalt en er is geen herinnering vervaagd aan haar jeugd in het echte authentieke Amsterdam. Zo vertelde ze mij ook over de toenmalige meisjes van lichte zeden, genaamd Blonde Greet, Zwarte Lola, Rode Sien en Zij van Hierboven. Hoewel haar ouders van uitstekende komaf waren, werden de meisjes als volwaardige medemensen gezien, gerespecteerd om hun toegevoegde waarde voor de in de haven van Amsterdam eindelijk landvast gevonden hebbende matrozen, met wie zij dansten op het plein voor hun huis tot de avond viel en de meisjes aan het werk mochten. Daags na noeste (nacht)arbeid namen Greet, Lola, Sien en Zij van Hierboven vervolgens graag de kindertjes uit de buurt mee naar Artis, om ook hun echte liefde te kunnen tonen en geven zodat ze zelf weer in balans raakten voor wellicht het volgende schip dat ging aanmeren. Terwijl ze onze glazen bijschenkt, zoekt ze de muziek uit die tijd op haar iPad. Amsterdam is niet meer wat het was, maar bij haar aan de keukentafel nog wel. Dank lieverd, voor deze culturele verademing omtrent onze hoofdstad, moge er nog vele stads"gezichten" volgen, ik ben er dol op.


9 dec 2019

Rotary

Sinds een paar maanden ben ik weer aangesloten bij de Rotary. Nu las ik afgelopen week een artikel in een (best) serieuze krant en dat was getiteld "Liever ballet dan een sigaar bij de Rotary". Die krant was ik niet aan het afsteken in een oud huis om daarna nieuw behang te kunnen aanbrengen, nee die krant is afgelopen week van de pers gekomen en het land in geslingerd.
Ik vind ballet prachtig. Aan (een andere categorie) dansen heb ik in mijn leven meer tijd besteed dan aan huishouden en ik heb veel bewondering voor de balletdansers en hun kracht- en spierbeheersing. Mijn kind mocht niet balletten maar dat was puur vanwege de correlatie anorexia en ballet die ik ergens gaandeweg in mijn oren heb geknoopt. Bij de Rotary loop je niet heel veel kans op anorexia, is mijn ervaring. Mijn kind mag daar absoluut lid van worden. Er zijn namelijk ook jeugdrotary clubs, sterker nog: je mag ze als jongere zelf oprichten als je je aan de regels houdt. Toen ik 18 was heb ik dat met een club vrienden en vriendinnen gedaan. Geheel volgens de statuten, een leerzame ervaring als je student bent. Kamer van Koophandel, statuten, bestuur, jaarverslag, jaarrekening, de hele klipperse bende hebben we geregeld. En daarna van de kant gegaan om geld in te zamelen voor mensen die iets nodig hadden maar niet konden betalen, via verenigingen, stichtingen en fondsen. Zo hebben wij een blinde geleide hond bij elkaar geklust voor (toen) 25.000 gulden. Een veiling van diensten georganiseerd voor een manege zonder drempels, waar kinderen met een verstandelijke of lichamelijke handicap (of beide) konden paardrijden. Opbrengst voor deze manege: 15.000 gulden. En natuurlijk dronken wij ook bier na de vergaderingen en de overhandiging van de cheque, en sigaartjes heb ik ook voorbij zien komen. En?

Ik ben graag weer aangesloten bij Rotary in mijn nieuwe oude woonplaats. Ik heb het reuze naar mijn zin bij mensen die hun hersenen en handen voor minder bedeelden uit de mouw steken en dat in gezelligheid en verbondenheid doen met elkaar. Die hun (met hard werken) verdiende kapitaal willen delen met artsen, anesthesisten en verpleegkundigen die in hun verlofdagen onbetaald kinderen met hazenlipjes gaan opereren in minder ontwikkelde landen zodat ze behalve kunnen eten ook nog kunnen drinken en misschien zelfs praten. Zodat ze succesvol vriendschap kunnen sluiten met leeftijdgenootjes in plaats van als "monster" buitengesloten te worden. Maal tig prachtige projecten ten behoeve van humanitaire dienstverlening, (beroeps)ethiek, goodwill en vrede. Maal 165 landen vol Rotary clubs, maal anderhalf miljoen leden wereldwijd. De opbrengst van het Zwanenmeer is meer dan welkom!


5 dec 2019

S.O.S.

Wanneer de vaatwasser weer is ingeruimd, pak ik mijn koptelefoon en log in op mijn Appeltje. Samen met nog ongeveer 30 vrijwilligers ga ik de telefoon de komende nachtelijke uren aannemen om te luisteren naar hen die willen vertellen. Dat doen we in 24/7 roosters met ongeveer 1600 vrijwilligers en voor bijna 400.000 gesprekken per jaar. De telefoon gaat letterlijk onafgebroken dus het rooster en de regels zijn strak en stevig, want de vraag overstijgt het aanbod ruim. Erg ruim.
Achter gesloten gordijnen en kamerplanten die uit hun bloempot zijn gegroeid, gaat een wereld schuil van mensen die contact willen maken met iemand die ze niet kennen. Een gesprek zonder oordeel, een gesprek zonder opdracht, een gesprek zonder kans op roddel in de sociale omgeving. Zo wisselt een voorbereidend gesprek voor een sollicitatie af met een gesprek over de gevolgen van misbruik in een klooster in de jaren 60. Een beroemde Nederlandse zanger uit diezelfde periode die inmiddels zo eenzaam is dat hij graag nog even zijn oude plaat aan je wil laten horen door de telefoon en wil lachen om het geluk dat hem destijds ten deel is gevallen. Een moeder die hartverscheurend blijft huilen omdat ze kort geleden haar dochtertje is verloren aan een dronken automobilist. Een knul in paniek op de vooravond van zijn elektroshock behandeling, en een dronken weduwnaar die al 21 jaar op zijn overleden vrouw blijft wachten. Een meisje dat haar straatvrees probeert te overwinnen door bejaarde dames tijdens de avondwandeling met hun hondjes in het park te vergezellen en een jongen in overweging tot zelfdoding, op de vlucht voor zijn begeleider.
Dit werk zonder salaris heeft me zoveel geleerd. Dat alleen al daadwerkelijk luisteren genoeg erkenning kan geven om mens te zijn onder elkaar, om een ander zich niet buitengesloten te laten voelen. Dat je daardoor eigenlijk iedereen naar bed hebt kunnen laten gaan met een plan voor morgen of een glas warme melk op hun nachtkastje. Met de neus naar het leven, of de schouders onder de last. Dit werk zonder salaris doet je realiseren dat je eigenlijk alles hebt. Mee naar 2020: de luisterlijn.