23 apr 2020

"Colonja"

De boodschappen weer bij mama gezet, wat piepkleine klusjes en ik moet weer gaan. "Ik ga mam, mijn kaassoufflees zijn vast al snot geworden". "Nou, dan blijf ik weer in eenzaamheid achter, ik zie hier nooit iemand!" zegt ze. "Nou, toevallig sprak ik Eef vanmorgen in de winkel en die vroeg of ze haar groene tasje bij jou had laten liggen.... Bijzonder als ze niet langs is geweest he, ze lijkt me nog behoorlijk fris van geest....". Ze begint een beetje te giechelen, "Ja, toevallig was het gister een hele drukke dag maar ik heb de tuindeur voortdurend open hoor!". "Ma, als jullie toch tijd over hebben, kijk Rutte dan een paar keer in de herhaling, hij heeft behoorlijk duidelijk gezegd wat er wel en niet mag". Ze knikt en zegt "Zal ik nou wel of niet volgende week naar die uitvaart in Rotterdam gaan? Ik mocht met een echtpaar meerijden, dat boden ze zelf aan". Ik zet mijn kaassoufflees weer neer en leg uit dat je niet met drie mensen in een auto mag zitten als je niet uit hetzelfde gezin komt en de tandenborstel of Steradent niet in dezelfde beker zit als je gaat slapen. Haar "Ja joh" stelt me niet gerust maar ik ga. En dan kom ik op de oprit bezoeker nummer X tegen.....

Mijn moeder heeft een maat uit Spanje. Hij helpt haar al jaren met kleine klusjes buitenshuis. Ik noemde hem altijd haar pool-boy. "Hip hoor ma, een pool-boy op jouw leeftijd! Wie het breed heeft laat het breed hangen he?". Zijn vrouw was jarenlang ernstig ziek en mijn moeder ging regelmatig op ziekenbezoek. Ze spreken elkaar aan met mijnheer en mevrouw. Na al die jaren lief en leed gedeeld hebbende nog steeds. Een aantal maanden geleden is de vrouw van de pool-boy gaan hemelen. Ze hadden net hun hele huisje verbouwd om het leven met de nodige aanpassingen nog mogelijk te maken samen, maar dat heeft maar heel kort geduurd. De vrouw van mijnheer zat de laatste paar weken van haar leven in een leuke kleine scootmobiel. En nu komt hij er de oprit van mijn moeder mee oprijden. Ik vraag hem hoe het met hem gaat. "Prima, nu wel. Ik vind het zo gezellig om nog even in de scootmobiel van mijn vrouw te rijden" zegt hij met een Spaans accent. "Ik ben echt ziek geweest. Geen Colonja, maar depressief. Alsof ik een prop in mijn keel had. En ik ging na de dood van mijn vrouw steeds overal heen om iets anders te doen dan verdrietig te zijn, maar door de Colonja moest ik thuis blijven en toen kreeg ik die prop in mijn keel. Ik zei tegen mijn zoon "Ik houd dit niet vol" en toen mocht ik naar de huisarts en die gaf me pillen en nu ben ik zo ontzettend blij dat die prop uit mijn keel is en ik niet meer depressief ben". Het is aandoenlijk deze man, terwijl hij de taal niet echt beheerst, zo concreet een depressie te horen beschrijven in alle eerlijkheid en daarbij zijn blijdschap met de oplossing van de dokter aan zijn gezicht te zien. Inmiddels is mijn moeder er ook gezellig bij komen staan (natuurlijk!). "Hebt u nog kleine klusjes voor mij?" vraagt ie haar. "Trouwens ik zag u laatst sporten en toen stond u met een mevrouw te praten, klopt dat?". Hier is geen social distancing meer aan. In 30 minuten ben ik al getuige van 6 gemiste boetes en nog 3 te gaan als er klusjes in opdracht gegeven worden.  "Nou, het vogelhuisje is aan renovatie toe, kunt u daar iets aan doen?". "Oh ja, ik kom zo snel mogelijk weer langs, dat beloof ik u. Ik denk deze week al". Ik kijk ma streng aan. Ze prikt haar grote stok naar me toe en zegt "afstand houden jij!".