24 jul 2017

Katjes

Ineens heb ik er de katjes van. Van dit hele gebeuren. Als ik frisgedouched met keurig ge-after-sun-de  benen aan de nep leren bijrijdersstoel van de stoffige Mercedes blijf plakken bij het uitstappen na 15 euro afgetikt te hebben voor een schamel ritje van 10 minuten, heb ik er helemaal de katjes van. Het olie-lampje brandde al bij instappen, de muziek was er een uit een minaret (waar ik toch al een analfylactische shock van krijg) en het mens kon alleen maar Engels als er wat te klagen viel over de verdiensten op het Griekse eiland en de psychiatrische status van Erdogan. Ik zou zeggen gooi er nog een aardbeving overheen en een boot met vluchtelingen en je ziet hier nooit meer een toerist, domme inteelt troela. Haar voorruit is zo stoffig dat er in het donker nauwelijks wat door te zien is. De witte verf van de strepen langs het ravijn is inmiddels versleten of met olie bevlekt. En dan de airco aan en de ramen open en ik maar snotteren en niezen. Bij die ontzettende k muziek. Want je kiest hier niet zelf je taxi, nee, je moet nemen welke aan de beurt is. Want ze zijn namelijk allemaal zielig, dus ze verdelen de ritten. Als je je zielig gedraagt, dan blijf je je hele leven zielig. Als je dat maar benadrukt wordt het een lange rit, je leven op het olijvenparadijs in de hete adem van Erdogan bedolven onder Turkentassen. Zelf weten. Ik heb vakantie, ik leg deze week niets, maar dan ook helemaal niets uit! Thuis gekomen scoor ik nog gauw een caffee latte to go bij Plaisir, de Starbucks van de arme landen. Prima spul. De WiFi werkt weer eens niet, de powerbank is aan de warmte overleden en lakens liggen opgevouwen aan het voeteneind: het wordt weer doe-het-zelven. OK muts, dan morgen geen 3 euro op mijn kussen, ik vond het een prima tip om een bedje op te maken maar als jij er nog geen laken van uit kunt vouwen: zoek het uit.
Waarom moest ik mijn glimmende Euro's eigenlijk naar dit verloren oord brengen? Op die gloeiende plaat kletteren? Van oktober tot april hebben we hier geen mens om voor te werken, heel zwaar, zei de taxitroela. Wat dachten jullie van Internet? Export? Een boek lezen? Of stoppen met kinderen maken en dit zware leven met een sisser af laten lopen als er toch niets van te maken is voor je? Wat een gezeik zeg. Je voelt je al schuldig als je geen negende sneeuwbol met de driehoek van Pythagoras koopt, of een zesde duikbril van k kwaliteit. Dat suicidale smoel erbij als ze je zuchtend uitzwaaien met de asbak in hun hand. Ik krijg helemaal de katjes van dit gezeik. Ik wil Holland. Ik wil frisse lucht, een fatsoenlijke taxi voor 15 euro, ik wil mijn eigen ganzendonsdekbed en non stop WiFi. Gewoon Starbucks en vangrails langs de wegen. Een geen continentplaten onder mijn kavel door aub, geen aardbevingen. Aardbevingen zijn voor arme landen. Zodat wij weer gossie gossie kunnen roepen en kunnen storten. Volgend jaar blijf ik gewoon lekker thuis. En nu ga ik eerst mijn bed opmaken. En mijn koffer vast inpakken. Je kunt maar klaar zijn voor de terugreis. Liever gisteren dan vandaag. Apeland.

23 jul 2017

Lulu Wang

De zon brandt op mijn kuiten. Mijn handen rusten in de kiezels. De blauwe zee slaat haar golven tegen de onderkant van mijn voeten. Lulu Wang is gekomen met haar flesje olie en haar spierballen. Ze sleurt me met strandbedje en al bij de parasol vandaan en begint zo hard mijn rug te masseren dat alle verhuisdozen, cementtegels, laminaatpakketten en terrastegels accuut weer voor mijn ogen verschijnen. Er zijn mannen die uitleggen hoe te tillen, er zijn er die helpen tillen en er zijn er enkele die daadwerkelijk tillen. De rekening van Lulu gaat naar de eerste groep uitverkorenen. Want Lulu gaat het niet redden in een half uurtje. Lulu gaat het absoluut niet redden in een half uurtje. Ik hoest en ik nies en werkelijk al mijn spieren zitten aan elkaar geknoopt. Ze zal wel denken "wat is dit voor hoopje Hollandse vuilnis". You go Lulu, maak er weer iets van, en rap een beetje.
Het was een veldslag. Ik had het al lang niet meer gedaan maar verhuizen is een veldslag. Het is niet alleen een emotionele rollercoaster, ook financieel-juridisch is het een thriller (om over de praktische invulling nog maar te zwijgen). Als ik ergens in de afgelopen jaren mijn hersens bij nodig had, was het wel bij deze verhuizing. Maar wat heb ik genoten. Hoewel mijn nekharen soms rechtop hebben gestaan, was er altijd weer een moment waarop er iets moois, iets liefs, iets onverwachts gebeurde wat me zo weer naar de volgende dag tilde. En elke minuut dat er pauze was of nacht, genoot ik al van de plek die mijne was geworden en steeds meer werd. Ik kwam thuis, zonder me ooit gerealiseerd te hebben dat ik dat nog niet helemaal was. De dag van de overdracht met champagne in de vensterbank, de dag van de verhuizing (met vier mafketels die me gierend van het lachen er doorheen sleepten) en de dag van het "ikherstelallesvoorjebehang" waren de absolute hoogtepunten. Maar ook de trouwe vorige generatie die kwam poetsen en tuinieren op de oude stempel methode, warm eten achter de deur zette en 's avonds bloemen uit eigen tuin op je nachtkastje gezet bleken te hebben was een verademing. En trouwe vrienden gezellig samen klussend voor slechts koffie en een limoncello in de tuin. De buurtbewoners en passanten, nieuwsgierig en openhartig, verwelkomend en zich verbazend over het contrast met de vorige bewoner. Babette kwam schilderen met een van haar drie mooisten en legde haar Fred de la Bretonniere gewoon even bij de verfrollers voor me. Joni kwam kwasten en behangen en bracht een bijzondere fles mee die we uiteraard alleen maar samen kunnen opdrinken. Er kwam zoveel liefs en liefde op mijn pad dat de veldslag een dierbare herinnering aan het worden is met een prachtig resultaat. Als Lulu nog drie keer langs komt deze week, ben ik weer helemaal klaar voor de laatste twintig dozen en 18 klussen op mijn lijstje. Met stip de behanger op een, en de winterschilder als goeie tweede. Lulu draait de dop erop en sluit mijn bikini. Ik graai een vette fooi en zeg "zondag, zelfde tijd, zelfde meid". Namaste, glimlacht ze gelukkig. "See you Sunday".



10 apr 2017

memento mori (2)

Niet voor niets hadden Pien en ik op korte termijn afgesproken naar haar man te gaan met mijn hond. Je kunt prachtige ideeën hebben, maar als je ze niet ten uitvoer brengt bij leven en welzijn, kan er niets van terecht komen. Dus wij hadden, onuitgesproken, een soort van "haast". Ik was er klaar voor en kwakte het restant zwarte koffie op mijn aanrecht en lijnde de hond aan achter de voordeur. Pien had nog een onbespoten appeltje gepakt en haar zuinige auto gestart. We troffen elkaar op het kerkplein. Stil reed ik achter haar aan, een zwarte dopneus in mijn nek, afgewisseld door een witte kwispelende ruwharige staart. Aangekomen bij het verpleeghuis gingen we zwijgend naar binnen. Ik wacht op de gang en zeg Pien eerst maar even zelf naar haar man te gaan om te kijken hoe hij is opgestaan vanmorgen. "Neem je tijd," zeg ik "hij ruikt meer dan genoeg hier om zich nog even te vermaken" wijzend op de strakgetrokken hondenriem. Na een kwartiertje komt Pien terug. Tranen stromen over haar wangen. Er was iets heel naars gebeurd met haar man vanmorgen vroeg. Niet het aller naarste, maar wel verschrikkelijk naar. Pien gaat trillend naast me zitten. "Ik denk dat het nu niet kan" zegt ze. Ik sla mijn arm om haar heen. Haar tranen rollen via haar ingevallen wangen over mijn jas. Na een tijdje zeg ik tegen Pien "Dus jij komt hier iedere dag al vier jaar lang?" Pien knikt en droogt haar tranen. "Maar Pien, wat dacht jij van een weekendje Terschelling? Heb je nog twee vriendinnen die ook een dag naar je man kunnen gaan? Dan neem ik er ook een met de hond. Kun jij drie dagen uitwaaien en alles even hier achterlaten. Moet je zien hoe je er weer staat als je terug bent. Hij kan het je misschien zelf niet zeggen, maar ik weet zeker dat ie zou zeggen "eindelijk schat, ik dacht dat je nooit eens even een paar dagen voor jezelf zou kiezen". Pien lacht weer een beetje. Ik sta op en zeg "Denk er even over na Pien, en wacht niet te lang. Hou je benen eronder. Ik kom gauw weer. Wij gaan eerst even lekker buiten territorium afbakenen voor ons volgende bezoek!"


8 apr 2017

memento mori

Toen ik vandaag thuis kwam stopte er een jonge vrouw bij mijn tuinhek en zei "Ga je verhuizen? Wat jammer..." Haar gezicht stond triest. Ik had haar wel eens in het voorbij gaan gezien, maar kennen deed ik haar niet. Dus vroeg ik "Waarom vind je dat jammer?" Ze zette haar boodschappentas op de grond en zuchtte. Iedereen was vandaag luchtig en vrolijk gekleed vanwege het mooie weer, maar zij droeg een coltrui met een donkerblauwe regenjas. Haar mooie donkerbruine haar hing om haar vermoeide gezicht. "Mijn man vond uw hond altijd zo lief en stopte altijd even hier om hem te aaien. Hij woont nu in een verpleeghuis". De vrouw was van mijn eigen leeftijd, misschien een paar jaar ouder. Ik vroeg "Is hij dementerende?" FTD is aan de orde van de dag tegenwoordig. Frontale en temporale dementie. Je karakter verandert en je wordt volkomen besluiteloos van FTD. Ook je spraak gaat verloren op den duur. Het houdt zich niet aan "seniore leeftijden", nee hoor je kunt met 30 jaar al in de prijzen vallen als je pech hebt. Foutje hersen-eiwit DNA. "Ja," zei ze "hij woont al 4 jaar niet meer bij mij". Ik vroeg haar om een foto en inderdaad herkende ik de man. Ik had zo met haar te doen. Elke dag je dementerende jonge echtgenoot bezoeken tussen bejaarden in het verpleeghuis. OMG dat is onnatuurlijk en zwaar. En geen van je leeftijdgenoten heeft natuurlijk (nu) al haar echtgenoot dementerend in het bejaardenhuis zitten, dus hoe vaak mag je je verdriet nog kwijt en willen ze nog naar je luisteren..... "Wat zul je moe zijn" zeg ik. Tranen prikken in haar ogen. Ik leg even een arm om haar donkerblauwe regenjas heen. "Vroeger maakten we verre reizen, tegenwoordig zijn we al blij als we buiten dezelfde vogel zien". Gisteravond zou ik dat een dijenkletser gevonden hebben, maar nu niet. We zwijgen in de zon. "Zeg, zullen we samen volgende week naar je man gaan met mijn hond? Mij kan het niet schelen of ie gedoucht is of iets terug zegt hoor. Zullen we kijken of ie weer gaat lachen van mijn flapoor met zijn zwarte dopneus?" En dat spreken we af. Memento Mori.


ik vertrek (zelf)

Ik moet een geheimpje verklappen. Ik vertrek, zelf. Maar.......: ik spreek de taal, heb het huis eerst zorgvuldig geïnspecteerd, alles met bank en makelaar is afgerond en ligt ondertekend in de kluis en niemand hoeft in quarantaine. En ik wil niet op tv. Want ik ben een watje. Ik ga op zeker huilen als ik hier voor de laatste keer de voordeur achter me dicht trek. En dat hoeft niemand te zien, niemand te weten. De verhuisdozen geven nog opgevouwen al een flashback aan mijn allereerste uur hier, alweer bijna twee decennia geleden. Net terug van de overdracht, zat ik met mijn vader al in kluskleren op een tuinstoeltje in de lege woonkamer aan de champagne die we van de makelaar (die ik nog steeds een warm hart toedraag en ook nu weer mijn huis met liefde een goede bestemming heeft gegeven) hadden gekregen. Door het idyllische raam zagen we de meiboom in volle bloei staan. Het is bijna weer mei, de boom staat al op springen. De cirkel is exact rond. Ik ben de dozen weer langzaam aan het vullen. Met weemoed, dankbaarheid en een knipoog naar de toekomst, die goed zal zijn.
Verhuizen staat in de top 3 van heftige incidenten in een mensenleven. Samen met scheiden en ontslag. Ik ben blij dat ik in de prijzen val met verhuizen en niet met de andere twee, maar je merkt wel dat het je gemoed "opschudt", dat je gaat nadenken over wat was, wat is en wat zal gaan komen. In dat opzicht is het een soort renovatie van je leven. Behoud het goede en laat achter je wat zijn tijd heeft gehad, hoe groot de functie ervan ook was. Ik neem mezelf voor de verhouding vuilnis staat tot verhuisdoos van 2:3 aan te houden. Net iets anders dan wijn met Harold, maar ook een prima verhouding had ik bedacht. Voor elke drie gevulde verhuisdozen moet ik twee gevulde vuilniszakken weggooien. Ook daarin ben ik een watje. Geef mij een afgrijselijk kunstwerk met een fantastische intentie en het reist mijn leven lang met me mee. Of schrijf me een kaartje met de juiste woorden en het komt nooit in de vuilniszak. Om over kinderspullen maar niet te spreken. Ik heb nu alvast de inhoud van de koelkast op de dag van verhuizing gerekend voor een volle vuilniszak evenals de inhoud van de voorraadkast. Dat is weer drie volle verhuisdozen memories veiliggesteld. Ik kom er wel uit. Maar nu nog effe niet.


12 mrt 2017

pluis

Ik heb een whats-app groepje met een paar vriendinnen waarin we real-time BZV van commentaar voorzien. Geloof me: het is beter dan lucky tv. Maar ineens komt er een face-time-pje van mijn jongste tussendoor, vanaf de bovenverdieping (waarvan ik dacht dat die al in rust was). "Mam, ik schrok me rot, een heel hard geschreeuw voor de deur en een man op de grond met zijn armen zwaaiend naar mij!" Ik heb niets gehoord terwijl de man dus hemelsbreed 6 meter bij me vandaan ligt, maar dan aan de andere kant van de steens muur. Ik was druk met lachen om BZV met mn vriendinnen. "Oh, dat is Pluis denk ik, ga maar lekker naar bed, ik ga er wel even heen". Ik krijg nog wat appjes van de bovenverdieping "of ik niet goed snik ben" en "ga maar lekker naar bed?" terwijl er geschreeuwd wordt onder het raam, maar die kan ik even niet meer lezen, eerst naar Pluis.

Pluis is de doodlopende straat in gefietst van mijn huis. Daar aan het eind zit een trapje, dus je kunt niet echt verder fietsen. Doe je dat wel, dan is de kans dat je terug veert en op je snavel gaat vrijwel 100%. En Pluis had een voltreffer. Zijn fiets lag bovenop hem, zijn hoofd op de straat, het tasje met chinees op de trap en zijn benen lagen er lafjes bij. "Oei Pluis, blijf even liggen". Ik bekijk Pluis en luister naar wat ie te zeggen heeft. "U heeft me toch wel vaker opgeraapt, is het niet?" "Ja Pluis, ik heb een abonnement op jouw, je fiets en dit trappetje, dat klopt". "En wie helpt me dan als u hier niet meer woont?" zegt Pluis. "Ik zal het aan de volgende bewoners doorgeven Pluis, sterker nog: er komt niemand te wonen die jou niet helpt als het nodig is. Daar zorg ik voor!". Ik zet de fiets bovenaan de trap en hang het tasje chinees weer aan het stuur. Dan ga ik terug naar Pluis. Met mijn telefoon bekijk ik zijn hoofd: schadevrij. Dan vraag ik hem zijn benen te bewegen. Dat gaat niet zo lekker, maar ze liggen weer in normale rechte stand. "Ga maar naar binnen hoor, ik kom wel weer overeind" zegt Pluis. "Ben je mal Pluis, nu maken we het even af samen ook". En Pluis komt in de benen via het muurtje van de trap, "slecht voegwerk" brommend. Pluis is de moker van ons dorp. Je kunt hem maar beter laten liggen want hij slaat in zijn eentje een korps mariniers tegen de vlakte, althans, daarom heet ie "de moker" zegt ie. Aangezien ik geen hijgend hert op mijn spijkerjasje heb, help ik hem toch maar de trap op. "Loop maar ff Pluis, en ga lekker slapen. Tot gauw, en dan weer gewoon op de kruk he?" Zo, nu gauw even lezen welke homo boer welke hetero boerin-in-spee naar huis gestuurd heeft.


5 mrt 2017

scheiden

Ook als je niet getrouwd bent, ben je tegenwoordig druk met scheiden. Voorheen donderde ik vrijwel alles in een bak, omdat na mij toch alles op eenzelfde vuilnishoop gestort werd want de financiering van gescheiden afvalverwerking was nog niet rond. Het scheiden van afval was toen puur ter "opvoeding" van de burger, een voorbereiding op hergebruik. Nu iedereen blauw-, bruin-, en grijsgeklepte containers op zijn erf heeft staan, gaat die vlieger denk ik niet meer op. Dat zou wel een hele kostbare opvoedingsmethode zijn.... In de grijze mag alles, zo had ik bedacht, tenzij je tuinafval hebt, daarvoor is de bruine. De blauwe past hier niet, dus een "ja-nee" sticker op de brievenbus en de krant digitaal: opgelost. En dan maar wachten tot ze geleegd worden. Stampen, stouwen en wachten. Een keer in de drie hele weken komen ze je bende nog ophalen. Niks elke week ding aan de straat, nee drie weken aandrukken en proppen en dan zien dat je ze nog aan de straat krijgt. Het lijkt wel een klysma na obstipatie als je de bakken weer leeg je tuin in sleurt. Gelukkig is er dan nog het afvalbrengstation. Dat is een gezellig zaterdagochtend uitje, althans: dat was het altijd. Maar ook daar beginnen ze na de slagboom door je autoraampje te schreeuwen "geen restafval he, dat is toch geen restafval?" Waarvoor zou ik hier zijn denk je als ik geen restafval bij me had? Om te shoppen? Potje tennis te spelen? Kinderen onder te brengen? "Waar moet ik met de vuilnis heen?" "Daar moet u voor betalen in die automaat, dat kan met uw afvalpasje". Mijn afvalpasje werkt wel op de toegangs-slagboom maar niet op de huisvuilcontainerautomaat. "Dan moet ik het pasje innemen mevrouw", blaast de vuilniswachtmeester. "Nou, dat gaan we niet doen, alle andere containers zijn nog beschikbaar zonder pasje, ik red me wel" zeg ik vriendelijk. "Geen restafval he, geen restafval!" Pffff......ga even naar het klein chemisch containertje, eat your heart out kerel.
Een week later ben ik er weer, met Joost. We rijden naar de slagboom. "Denk eraan: alles is grofvuil" zeg ik, "en dumpen doen we snel en vooral ver in de container. Zet je linkse gezicht even op, vandaag hebben we er wat aan. Oh ja, het woord restafval is vanaf nu uit den boze en jij hebt geen clue wat er in die vuilniszakken zit en ik praat geen Nederlands. Met 30 seconden moeten we hier weg zijn met een lege kar, deal?" Het opvoedingsprincipe werpt al na een week haar vruchten af. Hadden ze toch gelijk.


25 feb 2017

Trudy

In het supermarktje in mijn dorp werkte Trudy. Tot afgelopen maandag. Want toen ik woensdag boodschappen ging doen stond er een sta-tafeltje tegenover het pinautomaat. Er brandden twee kaarsjes op en er lag een tekenmap, open. Met de rouwkaart van Trudy erin geplakt. De laatste keer dat ik Trudy zag, liep ze van achter haar kassa vandaan met een stok richting het koffiekamertje voor haar koffie-break. Ik dacht "oei, Trudy gaat niet zo goed".
Toen ik Trudy voor de eerste keer mijn boodschappen zag scannen, zuchtte en steunde ze. Het zweet druppelde van haar voorhoofd en ze keek bij werkelijk elk artikel dat ze van me voorbij zag komen zo van "ongelooflijk, wat moet je daar nou mee mens". Ik vroeg haar toen of ze zich wel goed voelde, omdat ze asgrauw zag en zo zweette. "Kind, dat is de overgang, bereid je maar vast voor", hijgde ze. Sinds die dag was het woord "overgang" mijn ergste nachtmerrie en heb ik me suf gegoogeld hoe je daaraan in voorkomend geval kunt ontsnappen. Als ik net als Trudy asgrauw, kletsnat en hijgend op mijn werk moet gaan zitten, geef je mijn portie maar aan Vikkie. Dat kan toch niet zo bedoeld zijn die overgang, om als een opgewarmd geïrrigeerd lijk door het leven te moeten, snakkend naar adem....? Ik weet nu dat ik kan stoppen met googlen. Ik denk dat er meer aan de hand was met Trudy. Dat Trudy gewoon niet het typetje was dat naar de dokter ging. Dat ze "niet klagen, maar dragen" van huis had meegekregen. Want ineens was Trudy pats boem van de wereld. Mijn favoriete inpandige bloemenmeisje was meteen bij een eerste alarm telefoontje van een kennis van Trudy (die vroeg of ze ook niet op haar werk was verschenen, omdat ze haar afspraak niet nakwam en dat niets voor Trudy was) naar haar huis gereden zodra haar werkdag er op zat. Trudy lag toen nog een klein beetje bij (on)bewustzijn op de bank, en het bloemenmeisje had gezegd "Trudy, sorry van je voordeur maar kijk eens wat een knappe politiemannen ik heb meegenomen voor je. Wel even je ogen open doen hoor, anders mis je die knappe koppen!" Maar het kon Trudy niets meer schelen. Trudy was er niet meer.
Toen ik de collega's van Trudy condoleerde met het plotselinge verlies van een vrouw die ogenschijnlijk nors maar in mijn ogen heel warm (wat heet....) en bescheiden was, zei het bloemenmeisje "Ik ga straks naar de begrafenis en dan ga ik daar wat over Trudy vertellen". Wat een schat. Allebei.

R.I.P Trudy.


11 feb 2017

plaspop

Heb je het ooit zo zout gegeten zeg, ik denk dat Patricia meer hits heeft gehad dan Donald afgelopen week. Dat doet ze goed. Ze had het op een financieel akkoordje moeten gooien met haar camera-man: ken je pappenheimers, het ging er toch wel van komen. De aannemers worden platgebeld sindsdien: de vrouwen verruilen het ligbad alsnog voor een inloopdouche en de mannen kiezen ineens toch maar voor een bad in de badkamer. En de plaspop wordt waarschijnlijk het meest populaire Valentijnskado van 2017. Na zo'n week (en nog wat meer zingevende hektiek) had ik wel zin in een baby-biertje om de hoek. En baby-biertje is nog net iets liever dan een fluitje. Ze hebben ze in "de jordaan". Ber neemt de honneurs waar deze weken en ik had beloofd te komen maar was er al veel te lang niet aan toegekomen. Kan nog net even voor de stofzuiger aan moet. Als ik achter mijn baby-biertje zit en Patricia me weer om de oren vliegt snap ik meteen waarom alle bakjes pinda's nog vol zijn. Herman komt binnen, Herman van lijn 1. Net klaar met werken, bedenk ik me dat ik Herman mooi even de perfecte busverbinding voor "junior Tess" kan vragen voor school. Nou, ik kan je adviseren je eigen OV adviseur te nemen: ik bespaarde met deze vraag 25 minuten voor een enkele reis. Echt. Zij weten alles. Meteen begon de rest van de bar reisadviezen te vragen. "Sorry Herman, heb ik ook altijd als ik over mn werk begin" fluister ik. "Wat doe jij dan?" vraagt Herman. "Laten we zeggen dat ik wol impregneer voor waterdichte sokken, ok?". Herman bespaart niet alleen reistijd, maar doet ook feilloos uit de doeken wat het kostenverschil is als je een los kaartje koopt, een abootje neemt op provincie of een OV chipkaart aanschaft. Heerlijk dat soort praktische info van achter de schermen. Collega's schijnen in te stappen met "hallo collega" en dan door te mogen lopen als je de naam van drie leidinggevenden kunt noemen. "zeg es, zeg es" zeg ik tegen Herman. "Moppie, als jij de bus instapt, zet ik 'm meteen op "buiten dienst" en gooi ik iedereen eruit. Als je tenminste dat panterjasje aandoet". We zijn weer thuis.




5 feb 2017

ode aan hulpverleners

Afgelopen week werd ik weer intensief geconfronteerd met hulpverleners en de verschillende effecten van hulp verlenen. Hulpverleners zijn er gelukkig overal. Ze zijn er in het groot en in het klein. Soms ruimen kinderen sneeuw weg van het paadje naar de seniorenwoning, of grijpen ze zelfstandig en zonder aarzeling in als er gepest wordt op school. Sommige volwassen mensen zijn met pensioen en besteden hun vrijgekomen tijd aan het op bezoek gaan bij zieke of eenzame mensen, om een lichtpunt te zijn in de dag of een boodschap te doen in bange tijden. Er zijn onderwijzers die kinderen helpen zelfvertrouwen te krijgen en hun authenticiteit prijzen. Er zijn zoveel hulpverleners om ons heen, die van zichzelf geven om een ander te helpen. Zo zijn er ook hulpverleners die vrijwel dagelijks geconfronteerd worden met hartverscheurend leed in onmachtige of zelfs bedreigende situaties. Uit "vluchten of vechten" hebben zij niet te kiezen: functioneren is altijd "vechten". Er zijn er die na verloop van jaren zoveel hulp verleend hebben in hachelijke situaties, dat ze zelf hulp nodig hebben. Die, als ze geluk hebben, die hulp nog kunnen aannemen. Het zijn mensen wiens "angstdemper" compleet versleten is. Die is zo vaak of zo ernstig ingetrapt toen zij hulp moesten verlenen en niet conform het oerprincipe de benen mochten nemen, dat ie niet meer terugveert maar platgetrapt en versleten is. De "angstdemper" zit in de hersenen. Is ie versleten, dan is ie niet meer te vervangen en vrijwel niet te repareren. De knop "let op, gevaar" staat dan dag en nacht aan. Het kan het klepje van de brievenbus zijn, een naderende trein, het kraken van de vloer, het snurken van een echtgenoot of kind. 24/7 worden zij getergd door een "angstdemper" op rood. En dat kan grote gevolgen hebben voor je sociale leven. Daar word je een ander mens van. En dat alleen maar omdat je zo moedig bent geweest er voor een ander of jezelf te staan als niemand er stond. En soms niet een keer, soms wel honderd keer. (En als ze het slecht treffen worden ze ook nog uitgescholden en belaagd door omstanders die niets doen en het woord hulp niet eens kennen.) Daarom vandaag een ode aan de hulpverleners, klein of groot, dichtbij of ver weg. Waar zouden we zijn zonder jullie. Jullie zijn je gewicht in goud waard. DANK. Tess


28 jan 2017

Harold zoals het hoort

Hapje eten met Harold. Harold zoals het hoort. Harold zoals het hoort behoort tot de top 3 best geklede mannen die ik ken. Dus als ie me zijn nieuwe broek laat zien zeg ik luchtig "Je ziet er altijd leuk uit hoor". Maar in feite ziet Harold er altijd smashing matching uit. Harold matched alles wat ie aanheeft op een niet voorspelbare manier en toch vloeiend. Je bedenkt het niet, maar als je het bijelkaar ziet kan het nooit anders bedoeld zijn dan zoals Harold het gematched heeft. Behalve als ie aan zijn huis aan het klussen is. Dan is ie wit van het stof en draagt ie zijn verwassen polo's af. Communicerende vaten, want dan wordt het huis van Harold zoals het hoort smashing matching. De trap naar de woonkamer van Harold zoals het hoort is naadloos bekleed met massief eikenhout en de traptreden geven warm zacht licht per trede waarop ik mijn voet zet. En geen snoertje of lampje te bekennen.  Zoals het hoort. "Nu moet je even niet bewegen, dan gaat ie uit tot gedimd licht". Ik blijf stokstijf staan en mompel of je ook je lippen op elkaar moet houden. "Dat kan ik niet van je vragen" zegt Harold zoals het hoort. Uiteraard hebben we het leukste tafeltje in het beste restaurantje, zoals het hoort. Ik hoef niets met de menu kaart, want Harold heeft alles al geregeld. Heerlijke wijn (die ik wel zelf mocht kiezen, zoals het hoort) en gang na gang verschijnen tussen ons in. Hij vertelde dat ie een anoniem smsje van de GGD had gekregen, dat ie zich moest laten checken. Of dat een geintje van mij geweest was? Trots op de humor die hij me toedichtte, vroeg ik of de GGD op de rand van faillissement verkeert, dat ze op die manier klanten sommeren te komen. Harold was gewoon maar gegaan, zoals het hoort. "Waar bent u allemaal goed in?" vroeg het meisje bij het invullen van het intake formulier. "Nou, wat denk je, waarom zou ik hier staan?" Harold zoals het hoort bij de GGD is als een giraffe in de alpen, benzine in je diesel. Ik ga tot op de bodem uit rechercheren wie Harold zoals het hoort dit geintje geflikt heeft. In ieder geval is de GGD nu ook verblijd met zoals het hoort. (Dezelfde avond had ie een vrijgezellen feest. Bij binnenkomst kondigde hij aan: net bij de GGD geweest, niets aan het handje!) "Heb je nog meer gangen voor ons? Ik zit bomvol maar heb zulk goed gezelschap" zegt Harold zoals het hoort. Bij het afrekenen vraagt de eigenaar of het klopt dat ik maar 1 glas wijn heb gedronken en Harold zoals het hoort 3. Ik zeg "Ja, ook voor de volgende keer kun je die verhouding gewoon aanhouden hoor: staat er bij mij 1, dan bij Harold 3. Gewoon de verhouding 1:3, hoef je nooit meer te vragen". "Ja", zegt Harold zoals het hoort, "zo werkt dat bij ons, als ik er 1 verdien, geeft zij er 3 uit, gewoon in de verhouding 1:3". En hij brengt me netjes bij mijn hondstrouwe Mini. Harold. Zoals het hoort.






27 jan 2017

oogappel

Frank en Lucie zijn dol op elkaar. Dat steken ze niet onder stoelen of banken. En waarom zouden ze. Ze zijn Hip and Happening. Ik heb mezelf ermee verwend, of eerlijk gezegd: laten verwennen. Een tasje met deugd, afgestemd design, zelfrespect en kwaliteit. Handmade Frank en Lucie. Het is inderdaad de oogappel onder haar soortgenoten. En het is de mijne geworden. Geen gênante momenten meer met spreadsheets op tafel en “in de tweede kolom zien we….”. Herstel, in de tweede kolom zien jullie, ik niet! Met Frank en Lucie zie ik ook. En dat scheelt, als wij allen zien. Dat scheelt tijd en een heleboel geld. Dankzij Frank en Lucie heb ik in 14 minuten 3,1 miljoen gevonden. Daarmee is ze per minuut alleen al 5.678 keer over de kop gegaan, dus ik zat er financieel lekker bij vanmiddag. Maar wat natuurlijk nog veel belangrijker was, was dat ik er esthetisch “lekker bij zat”. En dat zat ik. En als je er met Frank en Lucie lekker bij zit, leidt dat niet af, maar trekt dat aan, business wise. Dat heb ik al snel ontdekt. Ik denk dat mijn baas hem graag betaalt voor me. 5678 keer per minuut en dan een 50 urige werkweek, kniesoor als ie daar niet voor gaat. Moet ie zelf maar gaan kijken. Kunnen we samen op miljoenenjacht. Het is eigenlijk gewoonweg jammer om te stoppen met lezen, dus die 50 worden er vanzelf 60. Eens kijken of ie kan rekenen…(I do!)


The eyes are the beholders of the soul, so thanks Frank and Lucie, for sharing your lovable product with me. May Lucie’s fresh vision guide your way(s)!



22 jan 2017

full house

Ik plof neer in het zachte stoeltje bij de bank naast de koffie automaat. Ruim op tijd. Voor mij zit een dame van minstens 90 met een iel grijs vlechtje achter de pc van de bank te knokken met een e-dentifier. Naast haar, onder de tafel, staat haar boodschappentas op rekje geparkeerd. Haar jas zit nog onverminderd om haar knokkige lijfje geknoopt. Een mooi camel kleurig manteltje met goed geruite wollen sjaal. Ze nipt aan haar koffie en wappert in de lucht met haar andere arm voor hulp. Een donkerblauw kostuum schiet te hulp. Naast mij staat een dobbeltafeltje met twee grote dobbelstenen. Ik doe een gooi. "Laptop" en "Gestolen" is mijn worp. Dat klopt. Alweer een paar maanden geleden, maar niets aan gelogen. Mijn laptop vol dierbare foto's reed op klaarlichte dag naar de plaats van heling, zo zag ik heterdaad op find my Iphone, en ondanks de achtervolging door bevoegde instanties is ie tot de dag van vandaag nooit thuisbezorgd. Dus. Verdringen Tess. Helpt niets tegen. Ik gooi nog een keer. "Huis" en "Onder water". Dat is klinkklare onzin gelukkig. Dat helpt tegen de gestolen laptop. Ik zit hier met nogal grootse plannen. Hans van de Bank gaat me helpen die te verwezenlijken. Maar hij is er nog niet.  "Wij kennen geen Hans waar u een afspraak mee heeft" zegt het donkerblauwe kostuum. "Dan komt daar waarschijnlijk over 10 minuten verandering in" zeg ik. Inmiddels is de hoogbejaarde vrouw klaar met haar zaakjes. Ze pakt haar spullen bijelkaar, trekt haar boodschappentas onder de tafel vandaan en komt mijn kant op. "Zo, zit jij even lekker uit te rusten?" zegt ze. "Is de koffie goed hier?" vraag ik. "Uitstekend" zegt ze, "ik neem er nog een mee voor onderweg". Ze tapt haar karntonnen bekertje nog een keer vol met cappuccino. Ik kijk op mijn horloge. Hans had er nu toch wel moeten zijn. Of mij minstens even moeten bellen dat ie later was. Ik heb Hans blauw-oranje opgeslagen, maar hier is alles groen....shit! Verkeerde bank! Snel sneak ik met mijn groene cappuccino het kantoor uit en trap de Mini naar de blauw-oranje vestiging.  "Tess, mooi op tijd. Koffie?". "Ja, lekker Hans. Ik druk eerst even de groene button van "klant tevreden" in, ok?".



18 jan 2017

KKKKKMA

De K stond voor mij voor Koude. Ik mocht mijn innig gewenste opleiding starten in februari van dat jaar. KMA is vooral in het begin veel buitenlucht inhaleren. Veel zand en veel groen. En in februari dat jaar ook veel wit. Ik heb het sindsdien nooit meer zo koud gehad als toen. Hoeveel perfecte kleding ik ook in mn plunjebaal mocht stoppen voor bivak, die ene nacht in het pubtentje dacht ik dat mijn bloed zou bevriezen en mijn kisten naar de volgende vaandrig zouden gaan. Hoewel de berenlul uit een flanellen binnenhoes, een donzen berenlul en een waterdichte buitenhoes bestond, had ik het na drie ritsen nog net zo koud als zonder. Mijn pyjama in de drielaagse berenlul bestond uit: een groen sloggi-like hemd met bijpassende groene sloggi-like onderbroek (en als ik zeg onderbroek, geloof me, dan is het echt een onderbroek). Daarover een groen thermo shirt lange mouw, een groene thermo onderbroek lang (tot aan de enkels), een camo t-hirt, een camo jekker, een camo broek met teddy voering, een camo jas met teddy voering, een groene col en wollen kniekousen (variant winter) en een veldpet met teddy voering. Daar kun je half Afrika van aankleden. Ik mocht het allemaal hebben en houden en aandoen naar behoefte. Het was die nacht nog geen 10% van mijn behoefte. Ik had zelf nog bij de bergsportwinkel een op kolen gestookt handenwarmertje gekocht. Gaf geen licht, wel warmte. Lekker tactisch. Kwestie van goed sluiten (!) en in je broekzak doen. Maar echt, er kwam geen eind aan die nacht. Ik leek wel gek. Voor wat? Thomas Hijgend Hert sliep allang in een pubtentje verderop natuurlijk. Zeer waarschijnlijk gewoon in zijn boxershort in de berenlul zonder regenhoes, omdat het immers lekker droog was. Die zal morgenochtend wel fluitend een wak hakken om zijn scheermesje af te spoelen. Ik had gewoon zijn pubtentje op moeten gaan zoeken. Een meisje hoort niet zo buiten in een slaapzak te liggen, een meisje moet gewoon binnen zijn als het koud en donker is. Basta.


14 jan 2017

postnatale koffie

Ik wacht op Joni in het plaatselijke koffiehuisje. Buiten sneeuwt het hard en de raampjes zijn beslagen. Dat is de beste marketing voor een succesvol horeca-get together: beslagen ramen. Kan geen happy hour tegenop. Het is er zo klein dat het onmogelijk is je af te sluiten voor gesprekken door anderen. Er zitten 4 vrouwen en 1 "man" in de hoek. Een vrouw ken ik, we knipogen als ze doorheeft dat ik het gesprek kan volgen. Ik weet genoeg. Het gaat over het zindelijk worden van 5 jarige kleuters. Werkelijk, 5 jaar en in de luiers. Jack Nicholson's "medicatie time!" (one flew over the cuckoo's nest) klinkt in mijn hoofd. Als je je fysiek en mentaal gezonde kind met 5 jaar nog niet uit de luiers hebt gekregen, moet je zelf even een APKtje op "loslaten" doen. Nee, we praten over "poep-apps" (........) voor op de iPad. "Leuk hoor, dan kunnen ze het toiletrolletje door het doolhof naar de wc brengen om op te hangen". En er is ook een "poep-poli" in het ziekenhuis, schijnt. Daar zijn ze heeeeeel deskundig en weten ze alles over hoe je je kind op de plee krijgt. Ik word echt niet goed van dit gesprek. Er was er eentje die het geplas op de bank zat was na twee keer en de luier gewoon weer aangedaan heeft. En nu anderhalf jaar verder is sinds dat moment. De anderen vragen aan elkaar hoe ze de beloningsstructuur en de incentives hadden ingericht. Ik wilde dat Joni er was. Ik heb hier zo geen zin meer in. Er is zoveel geschreven over dit soort trucjes, dat je echt aan jezelf moet twijfelen als het niet lukt  je kind speen of luier te ontzeggen (en niet aan je kleine kleutertje dat zich alleen maar richt op jou als voorbeeld, jouw onderduikgevoel bij wat er van hem of haar verwacht wordt). De poep professor van de poep poli gaat je dat nooit vertellen, dan is ze haar baan kwijt. Liever elke zes weken even kijken of de pampers al voor EMDR doorverwezen kunnen worden naar haar collega, met haar coole stempeltje eronder. Overdracht is er niet alleen tussen peut en patiënt, nog veel meer tussen mams en kind. Prik dat even aan je prikbordje naast de kindertekeningen. En stop met zeuren. Je wordt er zo lelijk van.


13 jan 2017

remancipatie (2)

Nieuwjaarsbijeenkomst. De zoveelste. In het getrapte systeem ben ik nu aan de beurt om mijn team (waarin, in tegenstelling tot de laatste decennia van mijn loopbaan, de vrouwen ver in de meerderheid zijn) van een pitch te voorzien voor het komend jaar. 'In 2017 staat remancipatie op de agenda. Alle andere doelstellingen zijn daaraan ondergeschikt, wat we ook in december hebben afgesproken. De man moet terug naar zijn oorspronkelijke essentie, zijn evolutionaire bestemming, zijn oergedrag. En het is vijf voor twaalf. Als we er niet snel werk van maken gaan we allemaal ten onder. We moeten toegeven dat we het niet redden zonder hem, niet sterk genoeg zijn, teveel zeuren, en dat gevoelens geen doelen realiseren op de werkvloer, we bang zijn in het donker en bang voor zakelijke kritiek die we altijd op ons uiterlijk projecteren. We niet weten hoe je met sneeuw en je auto moet omgaan (zowel met rijklaar maken als op de weg) en daardoor onze afspraken niet na kunnen komen als het sneeuwt, we niet kunnen rekenen, geen enkele autoriteit uitstralen met een vrouwelijke verschijning (evolutionair onmogelijk, wat dachten we nou....), en eigenlijk in het huishouden en op het schoolplein het beste af zijn. We zetten de man weer terug in de voorste linie dit jaar. Hij vangt de kritiek af, omdat ie simpelweg het beste verweer heeft tegen krenking van zijn superego. Hij vertelt ons wat we moeten doen (en niet andersom, zal even wennen zijn dames), hoe we dat moeten doen en wanneer dat klaar moet zijn, en wij stellen geen 'waarom?' vragen. Dat kost tijd, dat levert discussie op, dan dreigt het gevaar van gevoelens: dat moeten we allemaal niet hebben. Hij maakt de auto sneeuwvrij (omdat ie geen sneeuwplof op je zitting veroorzaakt, want hij haalt wel sneeuw van het dak) en legt je nog een keer het gebruik van versnellingen met gladde wegen uit. Jij belt hem of je goed bent aangekomen, en hij jou niet. Want hij is aan het werk. Maak die fout niet: zo werkt het. En vanavond heb jij het eten op tijd klaar en zorg je dat de kinderen thuis zijn en hun bende opgeruimd hebben, zijn biertje ontkroond is en je naar zijn oogst van vandaag informeert. En je vraagt of hij even hout wil hakken en de kachel aan wil maken, omdat je het koud hebt. Of je opvliegers hebt of niet: boeit niet. Je hebt het koud, ok? Vraag hem wel even of ie eerst zijn beenhammetje wil, of eerst wil houthakken. Hij moet het gevoel hebben dat hij kan kiezen, invloed heeft, de baas is. De rest van de avond kun je zelf wel invullen neem ik aan en anders behandelen we dat deel volgend teamoverleg. Wie niet mee gaat in de remancipatie moet voor 1 maart een ander team gevonden hebben. Er zijn er vast genoeg waar over kleren gekletst wordt, over was geklaagd en het huishouden getipt. Tijdens werk. Wij zijn namelijk vrij innovatief met onze nieuwe doelstelling. Afgestemd met de raad van bestuur overigens, die was er ook helemaal klaar mee'. 'Tess? Iedereen is er. Zullen we beginnen?'


7 jan 2017

mars en venus

Als ik net de wimpers zwart heb, stormt Joost binnen en roept "bakkie, Tess?". Ik gil vanuit de badkamer dat ik eraan kom. "Moet je zien, zelf gemaakt, cool he?". Ik bekijk het ding. Ik pak het vast als een schorpioen en vraag wat het is. "Een katrol"! Ja, dat zie ik. "Waarom heb je die zelf gemaakt, die liggen toch bij Praxis?" Niet deze, dit is de lichtste katrol die er bestaat". (Het ding weegt inderdaad niets). "Meer dan 1000 kilo sterk Tess, misschien wel 4000! Ook het carbon heb ik zelf gemaakt en natuurlijk de torque rope, gaaf he?". Ik zit nog te twijfelen welke parfum ik pak, maar dat lijkt ineens nutteloos en onbelangrijk. Het is geloof ik innovatie-feest vandaag. "Carbon zelf gemaakt?" vraag ik, als een kind dat denkt dat melk initieel uit een pak komt. En zo wordt mij het geheim van carbon onthuld bij een espresso, alsmede de torque rope. Het is een sterk dingetje en een heel licht dingetje. Ik heb 'm. En roestvrij. En nu? "En waar ga je het voor gebruiken? Dode paarden verslepen in het nieuwe jaar? Vervangende sleepkabel vanuit je bekerhoudertje?" "Voor de spriet! De boegspriet". Nu heb ik de boegspriet de afgelopen weken ook geboren zien worden. Ik moet zeggen dat ik daar wel van onder de indruk was. Hoe je zonder gebruik van schuur of werkbank zulke technische hoogstandjes kunt fabriceren is mij een raadsel, maar het gebeurt. Joost zeilt in een zeilbootje regelmatig Europa uit. Een zeilbootje, piepklein. "Grote schippers, kleine boten Tess". Zo is dat. Ik krijg echt de kriebels als ik die filmpjes later terug zie van het ruime sop in aardedonker met huizenhoge golven. We sluiten speciaal voor mij altijd af met een fragment zonnige "windstille" dag en dolfijnen. Komend voorjaar zal de vuurdoop zijn van de boegspriet en de katrol. Ergens op een oceaan. Succes witte muizen. Gelukkig heeft ie altijd vuurpijlen bij zich. En zijn Apple (voor de dorst). En nu mijn badkamer uit met dat carbon.


4 jan 2017

flatje flatscreen

Tijdens een van de nieuwjaarsborrels die ik bezocht, kwam mij het concept "flatje flatscreen" ter ore. Er waren wat slachtoffers van golddigsters, die zichzelf opnieuw slachtoffer hadden zien worden. Golddigsters zijn er genoeg, dus dat kan wel. En van fouten hoef je niet perse te leren als je daar geen zin in hebt of simpelweg niet met het talent bedeeld bent. Waar is de tijd dat negers voor het geld een blanke vrouw wilde trouwen om hun dubbel-wear-stay-in-luxury-brevet veilig te stellen voor een beter en westers leven? Het westerse leven lonkt inmiddels niet meer zo. Gelijk hebben ze. Tegenwoordig diggen we blank en onderling, meestal vrouwen bij de mannen. Vooral in het begin, als de liefde nog blind is en Sjakie niet kan zien, gaat het prima. "Wat veel geld kost zal wel goed zijn", galmt het nog na van zijn opvoeding. Maar na verloop van tijd blijkt het toch gewoon een vrouw te zijn, en nog een van de gemakzucht ook. De stofzuiger niet weten te vinden en te klagen hebben over de poets, nog nooit een jaaropgaaf ontvangen en na sluitingstijd van de winkels klagen dat haar man zo weinig thuis is om haar tv series mee te kijken. Manlief staat al in maart op de nieuwjaars borrels, en borrelt lekker door tot ver in februari. Geef hem eens ongelijk. Als ie thuis drie volzinnen deelt over zijn werk, is zij de weg volledig kwijt en knikt als een fazant in het natte gras, grabbelend naar haar smartphone om nog even de meest succesvol ogende foto op haar FB te zetten. Of ze interrumpeert hem met een nieuwe vurig gewenste aankoop, voorzien van plaatjes en argumenten. Als zijn grens van leegte eindelijk bereikt is, schijnt er een goed concept te zijn: flatje flatscreen. "Gezeik met het wijf. Ik ga haar flatje flatscreen geven, dat heeft ze niet eens door. Heeft ze thuis ook, gaat ze zo verder maar dan drie hoog. Ben ik er vanaf. Zonder make up en push up panty was het trouwens nog niet de helft van wat het leek. Biertje?"


2 jan 2017

Ivoorkust (3)

De volgende morgen vroeg stond Emad in zijn glimmende bruine vel op mij te wachten met een oude pick up. Weekendtasje achterin en op naar de grens met Togo. Het is wel gezellig dat je dan Engels kunt praten. We reden over een plak asfalt tussen de cassave door en magere koeien. Er was verder niets of niemand te bekennen. Tot er opeens een touw over de weg gespannen was en we vol op de rem moesten. Vanuit de cassave sprongen twee mannen naar onze pick up waarvan er een de loop van een geweer in mijn raam stak. Hij vertelde dat we te hard hadden gereden en daarom nu zwaar moesten betalen. Achteraf had ik kunnen zeggen dat hij teveel had gezopen en nu heel snel zijn roes uit moest gaan slapen. De kegel vulde de cabine van de auto, een slechte combinatie met een geladen geweer. Ik keek Emad aan, die gebaarde naar mijn tasje met doekoe's. Leve Thomas Cook. Voor 50 gulden aan Ghanese papiertjes kochten we ons leven terug en vervolgden onze weg. Nooit meer over gesproken. Ik ook niet gek genoeg. Toen we aan kwamen in een soort van dorpje, betrokken we het huisje van de stamoudste. Deze man heb ik nooit gezien, maar zijn zes vrouwen stonden voor het huisje en bogen diep, hun slaapplaatsen afstaand aan ons. Emad zei dat het heel normaal was dat zij de komende nachten buiten zouden slapen, omdat wij kwamen. Een van hen was zwanger, ik vond het alles behalve normaal, maar ja er was niet heel veel hier wat leek op NL. Een hokje met kunstmestzakken werd mijn slaapkamer. Mijn klamboe, meegenomen vanuit Accra, weer aan het plafond en een kaars op het kunstmest geplakt naast mijn bed. Buiten was een waterput en stroom was er niet. We gingen er eerst op uit om een locatie te zoeken waar we vluchtelingen konden registreren om ze daarna te voorzien van voedsel per gezin. Oude scholen en oude loodsen met vogelspinnen en Phytons: er werd geen dier verjaagd, hooguit met gratie uitgezet. Ghanezen doen aan voorouderverering: zij geloven dat je voorouders gereïncarneerd kunnen zijn in een Phyton of een vogelspin en geef ze eens ongelijk : ). Ik wachtte wel even in de auto tot alle voorouders het ruime veld rustig hadden kunnen betreden. Mij niet gezien. Alleen dat beeld al van driehonderd vogelspinnen tegen het ingezakte plafond die schrokken van het intrappen van de deur, jakkes. Dan gaan er een paar naar beneden hangen omdat ze zich niet goed vasthielden, of ze vallen op de grond vlakbij jouw blote voeten, nee bedankt. Liever een kegel en een loop van een geweer. Toen we tafels en touwen gespannen hadden voor de vluchtelingen, kwam de Ghanese media om de hoek: een jongetje van 10 jaar met een fiets en een regenpijp. De "gongong". Hij kreeg de opdracht tot zonsondergang rond te fietsen en de voedseldistributie van de volgende dag bekend te maken in de verre omstreken van ons spinnenhol. En hij had zijn werk uitstekend gedaan. Waar ze vandaan kwamen weet ik niet, maar de volgende morgen om 6 uur stonden er 8.000 Togolese vluchtelingen op ons te wachten in de zon.




1 jan 2017

Ivoorkust (2)

Het werd natuurlijk nooit 10 uur. Nog voor de zon op kwam had ik gedoucht (als ik me drie maanden lang door de zwarte-over-de-zeik-kever op mn kop zou laten zitten zou het een lastig kwartaaltje worden had ik bedacht) en een Sultana en thee ontbeten onder toeziend oog van twee hagedissen. Doekoe's, geld moest ik hebben. Tijd genoeg besloot ik eens buiten de muur van de compound te gaan spieken. Daar was het leven al in volle gang. Een grote vlakte van rode stoffige aarde met hier en daar een asfalt ader. En een postkantoor. Even 100 pop Thomas Cook inwisselen. Dat bleek voor een halve vuilniszak papiergeld. Een wit vrouwtje met een halve vuilniszak papiergeld leek me niet zo heel handig combineren op de rode aarde. In de toilet van het postkantoor alles weggestopt liep ik Obese weer naar buiten. Dikke vrouwen zijn cool hier. Hoe dikker hoe welvarender. Zo is dat. Winkel! Lassie toverrijst, chicken tonight, bananen, Hollandse oploskoffie en eieren. 34 pop (toen nog). Zo, dat slankt lekker af, maar diner is geregeld. Terug door de muur, goed gesprek met de hagedissen (als je er aan komt, trakteer ik je op mijn Mobile terminator) en wachten op de blanke man. Even een luchtpostje naar Freddy en thuis want een telefoon was nergens te bekennen, zelfs niet op het postkantoor. Toen de blanke man arriveerde, gromde hij goedemorgen en liep me voor naar "het kantoor": dwars door de buitenwijken van Accra in een moordend tempo tussen greppels met dode kippen, mensen zonder ledematen, wuivende palmboompjes en kauwgom verkopende kindertjes door. In het kantoor zat de rest van het noodhulp team. Allen Ghanezen. Toen ze van de blanke schrik bekomen waren gingen ze koffie zetten voor me, ik kreeg een stoel en een tafeltje en een zwerfhond kwam onder mijn tafeltje liggen. Het werd met het uur gezelliger. Ik dropte de luchtpostjes bij de secretaresse, die daar ontzettend trots bij glimlachte, en ging aan de slag. Tekenen. We moesten een verdeelmethode bedenken voor voedsel en dekens, eerlijk en met minimale kans op rellen. Aan een bevolking die analfabeet was en wel geregistreerd moest worden. We hadden twee dagen de tijd voor de eerste actie. Een dag ontwerpen en materialen verzamelen, en een dag om een locatie te zoeken en de voedseldistributie bekend te maken (zonder media). Logboeken, pennen, inktkussens, touw en tafeltjes. Dat werd de boodschappenlijst. En daar winkel je in een stad als Accra nog een uurtje of zes over. Maar dan heb je het ook. Morgen het binnenland in. Emad zou me ophalen om 6 uur voor een reis van twee uur over de asfalt ader richting Togo. Daar was het hommeles, daar kwamen duizenden vluchtelingen de grens over. Terug in de compound waren de hagedissen wel geinige huisgenootjes geworden en de kevers totaal onbelangrijk. Eigenlijk lag het bed best lekker en ik kon zelfs even douchen. Dat ik nog een zak met geld over had, zou nog van pas komen morgen. Het zou vele malen spannender worden dan duizenden zwarte kevers in je blootje. Maar daarvan nog geen weet viel ik na de Lassie toverrijst met ei en banaan in slaap, raam of geen raam, slot of geen slot.