Mijn kat heet Gijs. Gijs komt uit het asiel. Gijs is cool. Gijs is wel gechipt maar niet gecastreerd. Gij is een echte kater. Hij heeft een dikke kop en komt altijd met oorlogswonden thuis. Gijs krijgt onderweg honger, maar eet thuis. Exact zoals het hoort. Hij slaapt op de hooizolder van de varkens. Daar legt hij zijn dikke kop met warrig haar en verrukt smoelwerk te ruste, nadat hij zijn buik gevuld heeft. Gijs leeft eigenlijk nog een beetje in de middeleeuwen, met dat verschil dat hij geen bier drinkt. Sinds mijn vakantie had ik Gijs niet meer gezien. Er lagen nergens vluchtgegevens, dus op vakantie was ie waarschijnlijk niet. Ik sprak er niet over. Van Gijs weet je dat ie altijd weer thuis komt. En dat je dan geen vragen stelt.
En toen stond Gijs ineens voor het tuinhek. Hij had een zwart halsbandje om met een kokertje eraan. Mannen met kettingen wonen niet op onze kavel. Mannen met kettingen lopen langs, en stoppen niet bij ons huis. En terecht. Ik ben soms even kwijt wie wat precies voor bezittingen heeft, maar Gijs heeft nooit een halsbandje gekregen van mij. Temeer daar dat volkomen zinloos zou zijn: Gijs zoekt het zelf allemaal wel uit. Ik informeerde naar zijn vakantie maar hij reageerde afstandelijk. Zijn bandje moest ik doorknippen om het kokertje te kunnen bekijken. Daar zat een briefje in met 'BEL 06.......(etc)' alsof er met het openen van het kokertje een of andere bomgordel aan het aftellen was gegaan. Gauw het nummer GEBELD. 'Hallo, met Tess. Gekke vraag maar waar woont u ongeveer?' 'Dat kan ik niet zeggen, met wie spreek ik?' Jemig, gaat er een stoer doen over een 06 nummer en een kat. 'Nou, ik zie mijn kat met uw telefoonnummer thuiskomen, wat is daarvan uw bedoeling? Wilt u met me uit? Moet ik een bomgordel onschadelijk maken? Bent u van de trap gevallen?' Het bleef even stil, en daarna zo'n twintig minuten niet meer.....: 'Och heeft de arme schat toch een baasje! Wat fijn, wat heerlijk, ik vroeg het me al af. Het is zo'n lieverd weet u. Elke avond komt hij bij ons eten. Ik voer stiekem poezen op een geheime locatie, want dat mag natuurlijk niet. En hij komt altijd zo gezellig mee eten. Het is zo'n ongelooflijk lieve kat, och wat ben ik blij dat hij toch iemand heeft die van hem houdt. Het is wel een nadeel dat ie niet geholpen is, begrijpt u? Dat hij niet gecastreerd is, dat zou eigenlijk wel moeten. Hij maakt hier de poezen nogal van streek, dat vind ik wel vervelend. Hij is ze allemaal de baas, dan kunnen zij niet rustig eten. Gut hoe zullen we dit nu doen? Kunt u hem een tijdje binnen houden misschien? En u moet hem eigenlijk laten castreren....oh jee, hoe lossen we dit op? Begrijpt u mijn probleem?'
Ik ben er klaar mee. Er zijn van die mensen die dieren nog beter behandelen als mensen, als kinderen. Omdat ze helemaal klaar zijn met de mensheid (en eerlijk gezegd daar vaak ook redenen voor hebben). Dan kiezen ze voor een kort borstel kapsel, old school okselhaar en een lange regenjas met dito vriendinnen. 'Want wij willen onszelf zijn!' 'Mevrouw, als ik er aan denk krijgt u van mij een nieuw halsbandje voor uw hobby. De kat geeft u gewoon geen eten meer, dan komt ie in ieder geval niet meer voor het eten. Castreren ga ik niet aan beginnen want ik ben mijn hele leven al druk met anticonceptie geweest, op een klein poosje na, ik kan dat niet voor iedereen op mijn nek nemen. En ik ben effe mijn inbraak aan het afhandelen, dus nog langer doorzeuren over hongerige katers en welwillende poezen is nu een slecht moment. If ever. Genoeg gemiauwd nu'.
