Als we op een regenachtige koopavond uiteenstuiven in de kerstverlichte winkelstraat, zijn we allemaal uitgelaten. We gaan sinterklaaskadootjes kopen voor elkaar en niemand mag van elkaar zien waar we de ander mee gaan verrassen. We kunnen niet beginnen zonder eerst een chocolade muffin bij Juul te brengen, maar dan gaan we los. Als het tijd is voor een pauze, besluiten we even langs het inloophuis te gaan voor een warme kop thee.
Het inloophuis is er voor mensen die de wereld permanent of tijdelijk voor een doedelzak aanzien, en daardoor wat minder aansluiting vinden bij mensen die dat niet zo zien. Dat is niet eerlijk, want misschien hebben ze wel gelijk. Oma vond dat ook niet eerlijk. "Het is belangrijk dat iedereen een fijne plek heeft om zichzelf te zijn Tess!". En met al haar zeer intensieve jaren op haar teller maakte ze zich sterk voor de realisatie van een inloophuis. Dat bestaat inmiddels een paar jaar. Dat betekent dat we oma op een van de twee kerstdagen moeten missen: dan is zij er voor de mensen in het inloophuis. Om ze een warme kerst te geven en een huiskamer met kaarslicht en aandacht voor elkaar, doedelzak of niet. Het inloophuis herbergt een kunstwand waar de bezoekers hun werk mogen exposeren, een piano, een leeshoek, een computer, een speelhoek, eettafels, een prachtige bar en een keuken voor grote pannen en grote lepels. De binnenplaats is barbeque-compatible tijdens zomerdag. Als dat geen fijn thuis is. En onze oma zorgt voor de mentale medemens. Ze zit totaal niet met de wereld als een doedelzak, dat is gewoon ook een optie. Whatever. Samen met uitstekende koks en nog veel meer vrijwilligers runt ze het inloophuis
We stappen die avond onverwacht binnen met onze plastic zakjes aan de hand. We zien oma achter de bar staan met een kan koffie en een grote lach op haar gezicht. Aan de andere kant van de bar zitten 4 mensen tegen elkaar aan gedrukt om oma te kunnen verstaan. Ze kijken naar haar alsof ze hun moeder is, hun moeder die ze accepteert zoals ze zijn. Hun moeder die ze wat warms inschenkt en vraagt hoe het met ze gaat vandaag. Hun moeder die luistert naar het antwoord wat ze daarop geven en er vervolgens iets moois mee doet. Iets waarin geen oordeel zit, geen advies, geen voorschrift. Het is bijzonder hoe de gezichten aan de andere kant van de bar ontspannen van onze oma, voorzichtig lachen met onze oma, zo gezellig zitten bij onze oma. Dan ziet oma ons. Ze stuift achter de bar vandaan en pakt ons beet met beide handen. Ze roept dat wij van haar zijn. Dat roept ze nooit. Maar nu roept ze dat. Oma ziet er heel gelukkig uit als ze vanuit haar hart werkt en datgene doet waar ze achter staat en goed in is. Daardoor verlaten we een half uurtje later verwarmd het inloophuis, trots op onze oma en helemaal gerust op haar noeste arbeid. Bij de deur laten we de stadstoezichthouder nog even naar binnen gaan. Hij gaat even een bakkie doen bij oma tijdens zijn dienst. Hij moet vast van zichzelf een beetje op oma passen : ).
De bundel "De Dikke Muis" telt 100 blogs en 176 pagina's! Ze is te bestellen via http://www.freemusketeers.nl/boekwinkel en via de boekwinkel van je keuze onder het ISBN nummer 9789048440399.
30 nov 2015
27 nov 2015
control freaks
Tijdens een lunch in de kantine zitten we gezellig te grappen en te grollen over de bedrijfscultuur. Soms is zelfspot een uitstekend middel om tot inzicht te komen in hoe het ook "anders" kan. Wanneer ik mijn pakje "De Ruijter" hagelslag op mijn witte broodje heb geleegd, vraagt Ab naast me "mag ik dat pakje van je hebben? Dan maak ik er een De Ruyter fabriek van voor bij mijn modelspoorbaan". Ik ben grappen van Ab niet zo gewend en waardeer deze dan ook des te meer. Ik schuif hem het pakje toe en begin te ratelen over mannen van rond de zestig die zo'n mega lelijke spaanplaat tafel van 2 bij 3 meter op zolder hebben staan, met een gat in het midden. Dat deze mannen na het eten tegen hun vrouw zeggen "schat, ik trek me nog even terug, roep je me voor het acht uur journaal?" en dan naar zolder gaan, hun conducteurspet opzetten, hun rood-groene bordje pakken, hun fluitje omhangen en onder de foeilelijke tafel doorkruipen naar het gat in het midden, om daar vervolgens geknield met hun hoofd en schouders bovenuit te kruipen. Rondkijkend vanuit het gat, zakt hun ademhaling en hartslag acuut. 360 graden rond glunderen zij vervolgens naar de modelspoorbaan waarvoor ze een maandsalaris hebben uitgegeven, en die geflankeerd wordt door Franse Alpen van piepschuim voorzien van bruine verf en plastic groene boompjes. "Er zijn heuse wisseltjes in de spoorbaan, spoorwegovergangetjes, perronnetjes, en zelfs kleine winkeltjes waar de imaginaire passagiertjes een kopje koffie kunnen halen!", ratel ik kriegel verder. "En blijkbaar ook nog hagelslagfabriekjes!", gier ik uit zonder naast me te kijken. "Als deze mannen op hun (ahum) fluitje blazen gaat het treintje rijden en houden ze de groene kant van het bordje omhoog! (ik rol van mijn stoel van het lachen) O.M.G. wat een kerels, ze worden er helemaal rustig van dat niemand zich ook maar een meter in de wereld van piepschuim en hagelslag verplaatst zonder dat zij daarvoor het passende signaal hebben gegeven. En als de treinreizigers zich daaraan houden, staat ze een leuk bedrijfsbezoekje aan de De Ruyter fabriek te wachten". Onderhand lopen mij de tranen over de wangen, tezamen met mijn toch redelijke goede mascara.
Maar niemand lacht meer mee, het is zelfs vrij stil ineens aan tafel. En waarom kijken ze naar Ab? Ik draai mijn hoofd naar links. Ab zegt beteuterd "zo'n kerel ben ik Tess".
Maar niemand lacht meer mee, het is zelfs vrij stil ineens aan tafel. En waarom kijken ze naar Ab? Ik draai mijn hoofd naar links. Ab zegt beteuterd "zo'n kerel ben ik Tess".
25 nov 2015
allescreme
Om vanavond mijn knuffelvel van het haakje te kunnen halen, ontbreekt er nog een ding: mijn nachtcrème is op (alert! rode knop!) De rest is geregeld. Ik heb exact zeven minuten om Ici Paris binnen te stuiven als ik een "in opdracht lijstje" van de markt heb afgevinkt. Half verregend storm ik naar binnen. "Het ruikt hier beter dan op de markt ladies!" roep ik. In een rechte streep probeer ik naar mijn favoriete display te lopen, al het moois negerend wat mijn pad kruist en mijn voornaam schijnt te kennen. Als ik mijzelf een kwaliteit kan toedichten is dat die van jarenlang badkamerschappelijk onderzoek naar gezichtsverzorging. Alleen in diepe financiële crisis zal ik nog uitwijken naar minder, maar liever eet ik plakken wortels voor zes weken dan dat ik nog concessies doe aan mijn dag- en nachtverzorging. Ik heb een vaste maaltijdschijf voor mijn gezicht samengesteld in de loop der jaren en die beslaat welgeteld vier merken. Het Dior meisje van die dag belemmert me mijn gang. Ze is niet mooi maar ziet er integer uit, daar heb ik een neus voor. Of ze me wat moois mag presenteren. Ik zeg "sorry, maar ik heb maar zeven minuten en nu nog zes-en-een half, dat vind ik zonde van je inspanningen, ik weet wat ik moet hebben. En hydrateren alleen is al niet meer afdoende helaas, ik ben alweer ...... (ik fluister mijn leeftijd)". "Dat zou je echt niet zeggen mevrouw!" roepen drie Ici Paris meisjes uit verschillende windrichtingen. "Goedzo dames, net weer op cursus geweest? " roep ik. En dan wordt het feest in de Ici Paris. Ik word compleet in de watten gelegd.
"Wat wilt u dat uw nachtcreme voor u doet mevrouw?" zegt het Dior meisje. Nou, gewoon, alles. Ik wil dat mijn nachtcreme alles voor me doet. De vaatwasser aanslingeren, de hond uitlaten, de was vouwen, mijn wangetjes peelen, hydrateren, collagenen, fillen, snelbruinen en ongelooflijk lekker laten ruiken. En alvast mijn eye-brows in orde maken voor bij het goji bessen met geschaafde amandelen ontbijt van morgenochtend. "Dat kan" grinnikt het Dior meisje. Ze pakt een pot met een deksel die ik nog nooit gezien heb. Mooier dan mijn Prada tas (die inmiddels tot vintage versleten is en nooit meer vervangen kan worden), ik zeg het je. De pot is ook nog re-fillable. De crème tovert de rug van mijn hand om in mijn hand van de eeuw van ver voor ik noodgedwongen het huishouden ontdekte. Het is stil in de Ici Paris. Iedereen kijkt naar ons. Ik vertel het Dior meisjes dat ik op een tientje nauwkeurig kan raden wat 'ie kost. Ik zat tot op de Euro goed. (Ik ken mijn pottenheimertjes)
Dior meisje zegt dat ze me 25% korting zal geven en heel veel lekkere extraatjes voor in de vintage Prada. "Als je belooft er met niemand over te praten, gaan we hem nu afrekenen. Ik ben al 3 minuten overtijd!". En nu is het bijna bedtijd. De hond is uitgelaten, de vaatwasser staat aan en de was is gevouwen. Dior meisje was echt integer. Deze nacht wordt one big hell of a party!
"Wat wilt u dat uw nachtcreme voor u doet mevrouw?" zegt het Dior meisje. Nou, gewoon, alles. Ik wil dat mijn nachtcreme alles voor me doet. De vaatwasser aanslingeren, de hond uitlaten, de was vouwen, mijn wangetjes peelen, hydrateren, collagenen, fillen, snelbruinen en ongelooflijk lekker laten ruiken. En alvast mijn eye-brows in orde maken voor bij het goji bessen met geschaafde amandelen ontbijt van morgenochtend. "Dat kan" grinnikt het Dior meisje. Ze pakt een pot met een deksel die ik nog nooit gezien heb. Mooier dan mijn Prada tas (die inmiddels tot vintage versleten is en nooit meer vervangen kan worden), ik zeg het je. De pot is ook nog re-fillable. De crème tovert de rug van mijn hand om in mijn hand van de eeuw van ver voor ik noodgedwongen het huishouden ontdekte. Het is stil in de Ici Paris. Iedereen kijkt naar ons. Ik vertel het Dior meisjes dat ik op een tientje nauwkeurig kan raden wat 'ie kost. Ik zat tot op de Euro goed. (Ik ken mijn pottenheimertjes)
Dior meisje zegt dat ze me 25% korting zal geven en heel veel lekkere extraatjes voor in de vintage Prada. "Als je belooft er met niemand over te praten, gaan we hem nu afrekenen. Ik ben al 3 minuten overtijd!". En nu is het bijna bedtijd. De hond is uitgelaten, de vaatwasser staat aan en de was is gevouwen. Dior meisje was echt integer. Deze nacht wordt one big hell of a party!
23 nov 2015
koekboek
Juul geeft me een kek koekboek voor mijn verjaardag. Power food
van Friesland naar New York. Hoe verzint ze het, wat gaaf! Ik zit naast haar
terwijl ik het uitpak. We hoeven elkaar niet tegen de enkels te schoppen, we
weten precies welk gezicht we opzetten bij het geven en in ontvangst nemen van
een koekboek. Juul kijkt van “fijn boek hoor, power food Tess, en echt lekkere
variaties!” en ik glim van “oh, eindelijk weer eens wat andere inspiratie voor
in de keuken dan Jamie Oliver” (wat by the way echt een leuke vent is). De
gesprekken om ons heen gaan verder, het lijkt erop dat iedereen ons gewoon
serieus nam met dat koekboek. Chapeau Juul, chapeau Tess! Gniffelend bekijken we
het koekboek. Hele leuke outfits en prachtige landelijke interieurtjes van
keukenhoekjes en nostalgische eettafels, krijtbordjes en emaille borden en
pannen, verwarmingen uit de jaren 30 en perfecte highlight/lowlight kapsels.
Vervolgens de must wear outfit voor bij het (power food) ontbijt: een
verrassende leuke ochtend slip en dito hempdje, maar zorg dat de eye-brows al in
orde zijn voordat je tevoorschijn komt met je schaaltje goji bessen en
geschaafde amandelen. “Dankjewel Juul! Kom maar gauw een keertje eten!”. Juul
gniffelt en fluistert “denk eraan he, even wat plakkerigs tussen de bladzijden,
goed aanduwen en een keer wat wijn er overheen. Vooral niet op een leesplankje
zetten maar achteloos in de buurt van het fornuis laten rondslingeren. Verder
niets meer aan doen, behalve als je lingerie gaat kopen of emaille, dan nog even
er op naslaan”.
“Iemand erwtensoep? Tenslotte sneeuwt het!” In de keuken haal ik de pan uit
mijn koelkast. Ik heb er rond theetijd vier kant en klare zakken erwtensoep in
geknikkerd. De open geknipte zakken ver weg achterin de tuin in de kliko gedaan,
zet ik nu de pan zachtjes op de vlamverdeler. Nonchalant roer ik met mijn
olijfboomhouten pollepel door de soep en zing zachtjes mee met de radio. Alles
onder controle, deze jaardag overleef ik zonder tussentijds 8x4 bij te
sprayen in mijn feestjurkje (van Juul of course). Als ik het even later uitdeel
rond de openhaard in 8 verschillende soorten soepkommen, zeg ik “ik heb nog
getwijfeld of ik er iets meer kervel in moest doen, maar soms wordt het dan zo
overheersend he....”.
camouflage
Hoog in de bergen van Frankrijk, een paar uur rijden ten noorden van Nice, daar waar geen elektriciteit meer is, geen route, geen Tankstelle, geen Dixie, geen kaars en geen kraan, word ik op een ochtend in het vroege voorjaar van het jaar 2000 om 05:00 uur wakker. In de open lucht bij een temperatuur van 5 graden onder nul. Ok, er hing een regenponcho aan takken boven mijn hoofd. Mijn haar is kletsnat van het zweet. Ik kruip uit mijn berenlul (sorry, zo heet die slaapzak) en voel me alles behalve fit en gezond. Ik vermoed dat ik een bronchitis of beginnende longontsteking heb. Met mijn wapen om mijn nek als een melkkaart op de kleuterschool (aan een touwtje, want zo slaap je ermee) sta ik bleek rillend in mijn camouflagepak en openstaande kisten de bossen in te kijken hoe de rest ontwaakt. Niemand heeft praatjes, iedereen volgt zwijgend het voorgeschreven ochtendritueel van persoonlijke hygiëne en nat voor droog verwisselen (waarbij nat vervolgens op het lichaam gedroogd moet worden). Het bos is nog in volle winterstand. Er komt bleek licht door de takken. Het licht valt op het blote bovenlijf van Thomas. Thomas staat zich fluitend te scheren. Iemand zegt iets over zijn tatoeage. “Uit een vorig leven” roept hij opgewekt terug, “dan heb je dat aapje op mijn bil nog niet gezien, maar die zal nu wel in zijn holletje zitten!”. Thomas fluit en kijkt opgewekt en vrolijk, heeft ook zijn “melkkaart” om zijn nek en doet zijn ding, alsof we vandaag iets leuks gaan doen met zijn allen en het een voorrecht is om hier te mogen zijn.
Ik vraag me af of ik zonder Thomas gekomen was waar ik een aantal weken later zou staan: op het plein van de KMA om mijn diploma in ontvangst te nemen. Fris gedouched en naturel opgemaakt, voorzien van keurige kousen en opgepoetste zwarte pumps. Mijn ouders trots in mijn kielzog. Eigenlijk deel ik mijn diploma met Thomas, eerlijk is eerlijk. Ik heb alle maanden alle blaren zelf gelopen, alle bepakkingen zelf gedragen, alle wachten zelf gelopen, maar als Thomas er niet geweest was had ik er nu niet zo fijn op teruggekeken. Thomas was de diamant in het peloton. Hij was rebels maar op een leuke manier. Hij speelde het spel mee, maar wist duidelijk beter. Thomas leek feilloos door te hebben dat je bij mij met humor en relativeren het onmogelijke mogelijk maakt. Als ik het zat was te tijgeren met een pistool zonder dat er zand in kwam, plofte Thomas op de dennennaalden naast me neer en roerde zijn koffie met de loop van zijn wapen. Ineens moest ik dan weer zo ontzettend lachen dat íe “ssssst” siste en zei “denk je nou echt Tess dat zo’n ding daar niet tegen kan?” Hij leerde me trucjes met wachtlopen, hoe je warm kon blijven in de nacht in je slaapzak (boterhammen eten, stevig wandelen en dan hup in je slaapzak), waar je je wapen moet schoonmaken en welke delen totaal geen zin hebben om te poetsen omdat die er niet toe doen. Dat je dan altijd de snicker wint omdat je als eerste klaar bent. We leerden dat je moet eten als je kunt eten, en moet rusten als je kunt rusten. Omdat je nooit weet wanneer daar weer gelegenheid voor zal zijn. Thomas leerde me dat je moest lachen als je kunt lachen. Thomas was niet voor niets de informele leermeester uit het peloton. Hoewel hij was aangesteld zoals de rest van ons, had hij op zijn jonge leeftijd al een leven vol ontberingen, gevaar, verlies en overwinningen achter zich. Dat kwamen wij mondjesmaat te weten doordat wij ons verwonderden over zijn authenticiteit. Na de grote vaart was hij bij het korps Mariniers gaan dienen, had het hijgend hert “geschoten” en naar hij zei “alles gedaan wat God verboden heeft” in vrijwel alle landen van de wereld. Daar had hij zijn redenen voor. Maar op een dag gooide hij het roer om en werd predikant. In ons peloton werd hij opgeleid (achteraf natuurlijk volledig ten overvloede) om als legerpredikant binnen de krijgsmacht te gaan werken. Met zijn diploma kreeg hij dan ook meteen de moeilijkste eenheid onder zijn hoede. Laten we zeggen “zij die het woord God nog nooit geschreven hebben en alleen als scheldwoord kennen met nog een stukje erachteraan”. Binnen no time was hij daar “de Doom” en droeg iedereen in de fitnesszaal een shirt met opdruk op de rug van “de Doom”. Veel uitzendingen volgden voor Thomas. Waar trouble was, was de Doom. De Doom was er voor jongens en meiden, mannen en vrouwen die hem nodig hadden, ook als ze dat zelf nog niet door hadden. Ik heb de Doom recent weer ontmoet. Ik liep ineens tegen hem aan. Tien jaar na dato bots ik op Thomas. Ik werd er stil van. Thomas heeft niet stil gezeten, Thomas is mentaal achtentwintig keer zo groot geworden als hij al was. Daar stopt mijn reikwijdte dat te meten. Misschien is het dus wel honderdachtentwintig. Als er iemand lijnen kan verbinden en betekenis kan geven, kan duiden, kan visualiseren, kan delen, kan samenvoegen en zich nog steeds kan blijven verwonderen over hetgeen er nog te ontdekken valt, is het Thomas. En mij laat ie altijd weer gaan met een relativerende grap en een stevige knuffel. Thomas is absoluut mijn enige en mooiste militaire onderscheiding.
Ik vraag me af of ik zonder Thomas gekomen was waar ik een aantal weken later zou staan: op het plein van de KMA om mijn diploma in ontvangst te nemen. Fris gedouched en naturel opgemaakt, voorzien van keurige kousen en opgepoetste zwarte pumps. Mijn ouders trots in mijn kielzog. Eigenlijk deel ik mijn diploma met Thomas, eerlijk is eerlijk. Ik heb alle maanden alle blaren zelf gelopen, alle bepakkingen zelf gedragen, alle wachten zelf gelopen, maar als Thomas er niet geweest was had ik er nu niet zo fijn op teruggekeken. Thomas was de diamant in het peloton. Hij was rebels maar op een leuke manier. Hij speelde het spel mee, maar wist duidelijk beter. Thomas leek feilloos door te hebben dat je bij mij met humor en relativeren het onmogelijke mogelijk maakt. Als ik het zat was te tijgeren met een pistool zonder dat er zand in kwam, plofte Thomas op de dennennaalden naast me neer en roerde zijn koffie met de loop van zijn wapen. Ineens moest ik dan weer zo ontzettend lachen dat íe “ssssst” siste en zei “denk je nou echt Tess dat zo’n ding daar niet tegen kan?” Hij leerde me trucjes met wachtlopen, hoe je warm kon blijven in de nacht in je slaapzak (boterhammen eten, stevig wandelen en dan hup in je slaapzak), waar je je wapen moet schoonmaken en welke delen totaal geen zin hebben om te poetsen omdat die er niet toe doen. Dat je dan altijd de snicker wint omdat je als eerste klaar bent. We leerden dat je moet eten als je kunt eten, en moet rusten als je kunt rusten. Omdat je nooit weet wanneer daar weer gelegenheid voor zal zijn. Thomas leerde me dat je moest lachen als je kunt lachen. Thomas was niet voor niets de informele leermeester uit het peloton. Hoewel hij was aangesteld zoals de rest van ons, had hij op zijn jonge leeftijd al een leven vol ontberingen, gevaar, verlies en overwinningen achter zich. Dat kwamen wij mondjesmaat te weten doordat wij ons verwonderden over zijn authenticiteit. Na de grote vaart was hij bij het korps Mariniers gaan dienen, had het hijgend hert “geschoten” en naar hij zei “alles gedaan wat God verboden heeft” in vrijwel alle landen van de wereld. Daar had hij zijn redenen voor. Maar op een dag gooide hij het roer om en werd predikant. In ons peloton werd hij opgeleid (achteraf natuurlijk volledig ten overvloede) om als legerpredikant binnen de krijgsmacht te gaan werken. Met zijn diploma kreeg hij dan ook meteen de moeilijkste eenheid onder zijn hoede. Laten we zeggen “zij die het woord God nog nooit geschreven hebben en alleen als scheldwoord kennen met nog een stukje erachteraan”. Binnen no time was hij daar “de Doom” en droeg iedereen in de fitnesszaal een shirt met opdruk op de rug van “de Doom”. Veel uitzendingen volgden voor Thomas. Waar trouble was, was de Doom. De Doom was er voor jongens en meiden, mannen en vrouwen die hem nodig hadden, ook als ze dat zelf nog niet door hadden. Ik heb de Doom recent weer ontmoet. Ik liep ineens tegen hem aan. Tien jaar na dato bots ik op Thomas. Ik werd er stil van. Thomas heeft niet stil gezeten, Thomas is mentaal achtentwintig keer zo groot geworden als hij al was. Daar stopt mijn reikwijdte dat te meten. Misschien is het dus wel honderdachtentwintig. Als er iemand lijnen kan verbinden en betekenis kan geven, kan duiden, kan visualiseren, kan delen, kan samenvoegen en zich nog steeds kan blijven verwonderen over hetgeen er nog te ontdekken valt, is het Thomas. En mij laat ie altijd weer gaan met een relativerende grap en een stevige knuffel. Thomas is absoluut mijn enige en mooiste militaire onderscheiding.
20 nov 2015
pierre le noir
Op de dag van de aanslagen in Parijs rijden er vier bussen met antizwartepietstrijders naar Emmen. Er zat natuurlijk geen Drent in die bus, dat snap je wel. De bus werd begeleid door een politie colonne. Die capaciteit was in mindering gebracht op die bestemd was voor de terroristische dreigingen. Het is dan ook een ongelooflijk belangrijk debacle, die Pierre le Noir, ofwel zwarte piet. Zelfs de Verenigde Naties buigen zich erover. Dit zijn 4 peperdure bussen. Polderen en compromissen kost nu eenmaal veel geld, een kniesoor die daar op let.
Het kinderfeestje "Sint Nicolaas" is niet onder kinderen, maar onder een piepklein greepje volwassenen in Nederland ineens tot een destructief recht verworden. Dat is een psychologische vakterm voor jezelf overmatig gerechtigd voelen om destructief te zijn naar onschuldige derden omdat je heel vroeger (ver voor het bestaan van die onschuldige derden) iets niet hebt gekregen waar je wel recht op had. Ik heb daar uiteraard als geen ander begrip voor. Laten we eens even geheel "out of the" box kijken wat er voor opties open liggen om die stampvoeters alsnog wat nachtrust te geven. Het debacle schijnt zich op de kleur en de taakverdeling te richten. In onderstaande afbeelding zetten we de veel besproken kleuren naast elkaar. Als je een kinderfeestje zou organiseren, welke van de twee personen zou je dan boeken voor de gezelligheid voor de kinderen? En welke tractatie zou je aanvinken? Addertje onder het gras: het zijn beide dezelfde persoon! En als je de gastrol voor het kinderfeestje een beetje geheimzinnig en mystiek wilt houden, welke van de twee zou dan het meest tactisch zijn voor een anoniem bezorgmoment in de vroege wintermiddag en welke voor een tactisch en anoniem bezorgmoment na zonsondergang? Persoonlijk vind ik een witte schimmel dan handig voor overdag, dat valt minder op, maar voor na zonsondergang mag dat van mij ook best een zwarte arabier of een bruine vos zijn, dat is meer tactisch voor in het donker.
Ook kunnen we de leidinggevende taak van het Sint Nicolaas feestje verwisselen. Dat schijnt enorm veel respect voor elkaars job te oogsten. Dus zwarte piet deelt de lakens uit vanaf een zwarte arabier, een bruine vos of een witte schimmel, en Sinterklaas maakt de kinderen aan het lachen en draagt de zak die gevuld is met door de zwarte piet gefinancieerde kadootjes. Wie betaalt bepaalt, logisch. Lijkt me prima, mits het Sint Nicolaas feest dan nog steeds op 5 december een feit is en niet naar 19 januari vertraagt. Mijn zwarte poets heb ik trouwens de deur al uitgezet (Assepoetster), maar er lopen er gelukkig nog heel wat rond anders zou de economie in elkaar storten en dan wordt het voor zwarte piet ook moeilijker de volle zak van zijn Sinterklaas te bekostigen. Ik heb nog niet over bussen met antizwartepoetsstrijders vernomen (ideetje? zoals je weet ben ik voor, vanwege de zweetlucht), maar ik heb het laatste nieuws van vandaag ook nog niet gevolgd. Ik vind het maar een ingewikkelde kleurendiscussie. Mij maakt het allemaal niet zoveel uit, als de kinderen er maar geen last van hebben en hun eigen kinderfeest kunnen vieren zoals dat al generaties lang een traditie is. Veel succes met geheimzinnig shoppen en verstoppen (begin op tijd!). Sint Nicolaas is een heerlijk kinderfeest waarbij after all vooral zwarte piet mega populair is en altijd sufgeknuffeld wordt. Let love rule!
Het kinderfeestje "Sint Nicolaas" is niet onder kinderen, maar onder een piepklein greepje volwassenen in Nederland ineens tot een destructief recht verworden. Dat is een psychologische vakterm voor jezelf overmatig gerechtigd voelen om destructief te zijn naar onschuldige derden omdat je heel vroeger (ver voor het bestaan van die onschuldige derden) iets niet hebt gekregen waar je wel recht op had. Ik heb daar uiteraard als geen ander begrip voor. Laten we eens even geheel "out of the" box kijken wat er voor opties open liggen om die stampvoeters alsnog wat nachtrust te geven. Het debacle schijnt zich op de kleur en de taakverdeling te richten. In onderstaande afbeelding zetten we de veel besproken kleuren naast elkaar. Als je een kinderfeestje zou organiseren, welke van de twee personen zou je dan boeken voor de gezelligheid voor de kinderen? En welke tractatie zou je aanvinken? Addertje onder het gras: het zijn beide dezelfde persoon! En als je de gastrol voor het kinderfeestje een beetje geheimzinnig en mystiek wilt houden, welke van de twee zou dan het meest tactisch zijn voor een anoniem bezorgmoment in de vroege wintermiddag en welke voor een tactisch en anoniem bezorgmoment na zonsondergang? Persoonlijk vind ik een witte schimmel dan handig voor overdag, dat valt minder op, maar voor na zonsondergang mag dat van mij ook best een zwarte arabier of een bruine vos zijn, dat is meer tactisch voor in het donker.
Ook kunnen we de leidinggevende taak van het Sint Nicolaas feestje verwisselen. Dat schijnt enorm veel respect voor elkaars job te oogsten. Dus zwarte piet deelt de lakens uit vanaf een zwarte arabier, een bruine vos of een witte schimmel, en Sinterklaas maakt de kinderen aan het lachen en draagt de zak die gevuld is met door de zwarte piet gefinancieerde kadootjes. Wie betaalt bepaalt, logisch. Lijkt me prima, mits het Sint Nicolaas feest dan nog steeds op 5 december een feit is en niet naar 19 januari vertraagt. Mijn zwarte poets heb ik trouwens de deur al uitgezet (Assepoetster), maar er lopen er gelukkig nog heel wat rond anders zou de economie in elkaar storten en dan wordt het voor zwarte piet ook moeilijker de volle zak van zijn Sinterklaas te bekostigen. Ik heb nog niet over bussen met antizwartepoetsstrijders vernomen (ideetje? zoals je weet ben ik voor, vanwege de zweetlucht), maar ik heb het laatste nieuws van vandaag ook nog niet gevolgd. Ik vind het maar een ingewikkelde kleurendiscussie. Mij maakt het allemaal niet zoveel uit, als de kinderen er maar geen last van hebben en hun eigen kinderfeest kunnen vieren zoals dat al generaties lang een traditie is. Veel succes met geheimzinnig shoppen en verstoppen (begin op tijd!). Sint Nicolaas is een heerlijk kinderfeest waarbij after all vooral zwarte piet mega populair is en altijd sufgeknuffeld wordt. Let love rule!
19 nov 2015
a star was born
Sterre is jarig. Ik bereid van nature (ahum) niet zo heel veel voor, maar Sterre haar jaardag had ik voor mijn doen tot in de puntjes voorbereid. De hobby-taxi reed vanmiddag niet, het eten was op burgertijd klaar, de oppas wat naar voren en wat andere verplichtingen opgesplitst en opgedeeld naar ieders (schamele) tevredenheid. Dat wat ik niet kon regelen is vanavond slecht geregeld. Haar kado zou twee dagen geleden al bezorgd worden maar blijkt met de noorderzon verdwenen (wat ik me goed kan voorstellen met dit weer) en het stormt en regent, de brandweer maakt overuren met zagen en slepen. Maar het maakt me niet uit hoeveel codes oranje er afgegeven worden, ik ga naar haar toe. Al zie ik haar maar een uurtje, ik ga naar Sterre. Al is het aardedonker en waai ik van de weg af, knipper ik tegen de slaap en ratelen de kleppen van mijn "con amore" (morgenochtend effe olie erin, olie in de motor is als oog crème na het douchen: gewoon meteen doen eigenlijk), ik zet de muziek gewoon wat harder als tegengeluid en ga. Ik heb een boek wat haar op het lijf geschreven is, ik weet het zeker. Papa zei altijd "als je een gelijkgestemde geeft wat je zelf waardevol vindt is het altijd goed". Ik heb de factuur al drie dagen in huis maar het boek is nog steeds pleite (nee, nee, niet mijn Anton maar de dyslectische postbezorger die alleen een huisnummer-spanne van 10 huizen in 1 gleuf aankan). Dan voorlopig maar mijn eigen exemplaar met ezelsoren. Op naar Sterre.
Sterre woont wel een uurtje rijden bij me vandaan. Het is al laat als mijn schema een opening biedt te vertrekken. Niemand op de weg, just me, de kleppen en the music. Olie bijvullen zonder trechter in het donker geen goed idee, plus je stinkt zo als je de jarige knuffelt. Als ik uiteindelijk aanbel met het kapsel van een vogelverschrikker en met een papieren tasje van Juul met mijn ezelsorenboek en een kaart waarin mijn halve hart gepropt zit, zwaait ze de deur open zoals alleen Sterre dat doet. Ik verklap het niet maar je moet het eens proberen. Achter haar klinkt het geschater van een vriendin of tien. Als ik binnenkom zitten ze allemaal geschaard om de keukentafel. De een op een stoel, de ander in een kinderstoel of op een krukje. De kaarsen branden en op tafel staan 6 aangebroken flessen wijn en port. Sterre schuift een stoel bij en pakt een colaatje voor me. We zijn de enige twee die cola drinken. Ik dacht dat de rest in de buurt woonde maar die wonen zo niet nog verder weg dan ik. Misschien hadden zij de dag beter onder controle, dan kan er wel een wijntje in. Bij mij niet, maar niet getreurd. Sterre legt haar vriendinnen uit zoals ik haar ken en wat haar juist zo mooi maakt. Iedereen komt aan bod, krijgt haar plaats, historisch, hysterisch, maar alleen vanuit een exclusieve toegevoegde waarde benaderd. Sterre is zo lief en zo leuk, ik ben echt blij dat ze jarig is. Zonder haar is de wereld gewoon minder warm en minder lollig. Zonder haar staan we echt onvoldoende stil bij de plussen aan de karakters van anderen, of de kansen in kansloze situaties. Zonder haar leren we te weinig van wat we meegemaakt hebben, zonder haar zouden we geen fouten durven maken. Zonder haar is er gewoon geen zak aan. Lieve lieve Sterre, van harte gefeliciteerd met je verjaardag. Dat we nog maar veel kippenvel en tranen mogen delen samen, van afschuw, ontroering of vette pret. En bedank je ouders van me, voor de Sterre aan dit firmament!
xx Tess
Sterre woont wel een uurtje rijden bij me vandaan. Het is al laat als mijn schema een opening biedt te vertrekken. Niemand op de weg, just me, de kleppen en the music. Olie bijvullen zonder trechter in het donker geen goed idee, plus je stinkt zo als je de jarige knuffelt. Als ik uiteindelijk aanbel met het kapsel van een vogelverschrikker en met een papieren tasje van Juul met mijn ezelsorenboek en een kaart waarin mijn halve hart gepropt zit, zwaait ze de deur open zoals alleen Sterre dat doet. Ik verklap het niet maar je moet het eens proberen. Achter haar klinkt het geschater van een vriendin of tien. Als ik binnenkom zitten ze allemaal geschaard om de keukentafel. De een op een stoel, de ander in een kinderstoel of op een krukje. De kaarsen branden en op tafel staan 6 aangebroken flessen wijn en port. Sterre schuift een stoel bij en pakt een colaatje voor me. We zijn de enige twee die cola drinken. Ik dacht dat de rest in de buurt woonde maar die wonen zo niet nog verder weg dan ik. Misschien hadden zij de dag beter onder controle, dan kan er wel een wijntje in. Bij mij niet, maar niet getreurd. Sterre legt haar vriendinnen uit zoals ik haar ken en wat haar juist zo mooi maakt. Iedereen komt aan bod, krijgt haar plaats, historisch, hysterisch, maar alleen vanuit een exclusieve toegevoegde waarde benaderd. Sterre is zo lief en zo leuk, ik ben echt blij dat ze jarig is. Zonder haar is de wereld gewoon minder warm en minder lollig. Zonder haar staan we echt onvoldoende stil bij de plussen aan de karakters van anderen, of de kansen in kansloze situaties. Zonder haar leren we te weinig van wat we meegemaakt hebben, zonder haar zouden we geen fouten durven maken. Zonder haar is er gewoon geen zak aan. Lieve lieve Sterre, van harte gefeliciteerd met je verjaardag. Dat we nog maar veel kippenvel en tranen mogen delen samen, van afschuw, ontroering of vette pret. En bedank je ouders van me, voor de Sterre aan dit firmament!
xx Tess
17 nov 2015
schoonmoeder
De schoonmoeder is in de volkstraditie nogal een begrip. Ze schijnt een status te hebben verworven waaraan niet veel goeds hangt. Werkwoorden die in de volksmond vaak naar haar verwijzen zijn: bemoeien, bepalen, roddelen, stoken. Deugden die haar nogal eens toegedicht worden zijn onder andere: nieuwsgierig, denigrerend, partijdig en vrekkig. En dit is nog maar een bescheiden greep uit hetgeen er over schoonmoeders de ether in slingert. Kennelijk is onze nestdrang zo groot dat de schoonmoeder er het liefst uitgeknikkerd wordt. Nestdrang pleit voor ons, maar de schoonmoeder verdient een kans. Ik ken louter leuke lieve schoonmoeders. Ok, mijn eigen moeder is altijd degene die ik het liefst weer mee naar huis neem, maar ik ken exemplaren die me absoluut 's nachts mijn bed uit mogen bellen. Ik heb zelf een schoonmoeder die al relaties en geboortes lang meegaat. En ik wil haar voor geen goud kwijt. Wij trokken ons niets aan van de verkering die ik met haar zoon had. Wij zagen dat als twee op zichzelf staande feiten. Toen haar zoon en ik ieder onze eigen weg weer gingen (dat was ruim voor de invoering van de Euro kan ik je vertellen, zelfs ruim voor mijn rijexamen, en daar was ik snel bij), zijn wij gewoon naast elkaar blijven wandelen. Tot op de dag van vandaag bellen, appen en mailen wij, vieren wij, rouwen wij en zijn we "stand in" voor elkaar (al dan niet zichtbaar voor de buitenwereld). Het bevalt ons prima. Ze zei al vanaf het begin "aan jou raak je geen zoon kwijt maar krijg je er een dochter bij", een compliment wat ik levenslang in mijn broekzak heb opgeborgen. Ze is leuk hoor, het is niet moeilijk haar als schoonmoeder te hebben. Ze is pittig, mooi, lekker eigenwijs en ze is er altijd als je haar nodig hebt. En je komt altijd te weinig bij haar en nooit te vaak. Je bent altijd te laat en nooit te vroeg. Dat heet "welkom zijn". Ook heeft ze een tas vol levenservaring waarvan ze graag deelt. "Hang je zorgen vanavond maar met je kleren op de stoel, ze liggen er morgen ook nog wel", zei ze wel eens. Als je je dat visualiseert voor het slapen gaan, stap je toch anders je bed in. Probeer maar eens.
Juul en ik waren afgelopen weekend op een verjaardag. We waren daar behoorlijk nieuw in het gezelschap, maar de jarige dragen we beide een warm hart toe. Daar liep nog zo'n exemplaar van een schoonmoeder, ik zweer het je. Zo'n mooi mevrouwtje, leuk en hip gekleed, helemaal bij de tijd, geïnteresseerd in haar medemens, lief voor al haar (klein) kinderen, familieleden en hun vrienden en vriendinnen, verwarmend, verbaal lekker soepel en gezellig en geen poeha, geen oordeel. Echt een schoonmoeder waar je direct lekker bij kruipt met je Gluhwijn, die haar lieftallige husband je als een prins gunt en aanreikt. Juul en ik waren het er helemaal over eens: helemaal fijn dit feestje, heerlijk. En nu weten we waar het warme hart van de jarige vandaan komt. En dat dat niet zo snel verloren zal gaan : ). Leve de schoonmoeders, onmisbare warme schakels.
Juul en ik waren afgelopen weekend op een verjaardag. We waren daar behoorlijk nieuw in het gezelschap, maar de jarige dragen we beide een warm hart toe. Daar liep nog zo'n exemplaar van een schoonmoeder, ik zweer het je. Zo'n mooi mevrouwtje, leuk en hip gekleed, helemaal bij de tijd, geïnteresseerd in haar medemens, lief voor al haar (klein) kinderen, familieleden en hun vrienden en vriendinnen, verwarmend, verbaal lekker soepel en gezellig en geen poeha, geen oordeel. Echt een schoonmoeder waar je direct lekker bij kruipt met je Gluhwijn, die haar lieftallige husband je als een prins gunt en aanreikt. Juul en ik waren het er helemaal over eens: helemaal fijn dit feestje, heerlijk. En nu weten we waar het warme hart van de jarige vandaan komt. En dat dat niet zo snel verloren zal gaan : ). Leve de schoonmoeders, onmisbare warme schakels.
14 nov 2015
mama is boos
Gisteravond tijdens het avondeten: "mama, gaan we een keer met die hele snelle trein naar Parijs?". Ik zei glimlachend "ja schat, Parijs is een prachtige stad, daar moeten we absoluut snel een keer naartoe gaan". La ville de l'amour was vanmorgen aan het ontbijt een ware hel van terreurdaden. De liefde is uitgemoord vannacht. Wij lagen in ons warme bed met de kat op onze voeten, en daar waren mensen hun liefde voor kunst, cultuur en elkaar aan het vieren. Mooi opgemaakt en aangekleed, oppas geregeld voor hun kinderen. Glimlachend naar elkaar of in een goed gesprek. Totdat ze zich ineens te midden van oorverdovende explosies en schoten bevonden en ineen doken in een bloedbad. Indien nog mogelijk vluchtten of eerste hulp verleenden.
Politiemensen en militairen worden hun bed uit gebeld, schieten hun uniform aan, doen hun vest om, pakken hun wapen, kussen hun echtgenoot(e) en kinderen in hun slaap en haasten zich ter plaatse. Niet wetend wat ze aantreffen, of ze nog gevaar lopen en waar dat gevaar vandaan zal komen. Om hun handen in het bloed te zetten en te reanimeren of letterlijk in hun armen over te dragen aan de hulpverleners. Om overzicht en uitweg te creëren voor de mensen in die hel die alleen maar willen vluchten of vechten, of bevroren aan de grond zitten met hun handen voor het gezicht of hun oren. Hun handen zijn bezet aan de slachtoffers en zodoende niet aan hun wapen, niet aan hun verbindingsmiddelen. Het is kiezen of delen.
En al deze mensen slapen na vannacht niet meer. Ze lachen niet meer, ze vertrouwen niet meer. Ze rouwen, huilen, schreeuwen, drinken, zijn hyper alert voor de rest van hun leven, worden opgeschrikt in hun slaap, sleuren zich naar het graf van hun dierbaren, raken hun werk kwijt, hun trots, hun veiligheid. Rouleren de rekening van dit immense trauma vervolgens onbewust en ongewild aan hun partners, hun ouders, hun kinderen. En voor wat...
Mama is boos.
Politiemensen en militairen worden hun bed uit gebeld, schieten hun uniform aan, doen hun vest om, pakken hun wapen, kussen hun echtgenoot(e) en kinderen in hun slaap en haasten zich ter plaatse. Niet wetend wat ze aantreffen, of ze nog gevaar lopen en waar dat gevaar vandaan zal komen. Om hun handen in het bloed te zetten en te reanimeren of letterlijk in hun armen over te dragen aan de hulpverleners. Om overzicht en uitweg te creëren voor de mensen in die hel die alleen maar willen vluchten of vechten, of bevroren aan de grond zitten met hun handen voor het gezicht of hun oren. Hun handen zijn bezet aan de slachtoffers en zodoende niet aan hun wapen, niet aan hun verbindingsmiddelen. Het is kiezen of delen.
En al deze mensen slapen na vannacht niet meer. Ze lachen niet meer, ze vertrouwen niet meer. Ze rouwen, huilen, schreeuwen, drinken, zijn hyper alert voor de rest van hun leven, worden opgeschrikt in hun slaap, sleuren zich naar het graf van hun dierbaren, raken hun werk kwijt, hun trots, hun veiligheid. Rouleren de rekening van dit immense trauma vervolgens onbewust en ongewild aan hun partners, hun ouders, hun kinderen. En voor wat...
Mama is boos.
13 nov 2015
Assepoetster
Ik ben ermee gestopt. Voor mij geen stress meer op dinsdagavond dat Assepoetster morgen komt en ik niet de juiste coupures aan contant geld in de portemonee heb, de koffie op is of het wc papier, de allesreiniger bodem ziet, de stofzuigerzak eigenlijk vol is en de stofdoek door de hond aan stukken is gereten. Ik ben er klaar mee dat ze komt. Mijn huis stinkt meer naar haar zweet dan naar lavendel als ze geweest is, en ze heeft "onder de kasten en achter de bank" fobie ben ik achter. En mijn parfumfles raakt tegenwoordig wel erg snel leeg. Basta Assepoetster. Ik heb ook al geprobeerd haar zwarte arbeidscontract te redden door haar te laten poetsen als ik thuis ben, maar daar was ik nog sneller klaar mee. De een na de andere sigaret moest gerookt worden en al het leed uit haar persoonlijk leven werd mijn trommelvliezen ingeslingerd als ik ook maar in de buurt kwam of er even langs moest. En dat keukentrapje kan ze blijkbaar wel uit de schuur halen maar niet terugzetten. En de uren zijn altijd net een kwartiertje eerder verstreken behalve bij het koffiedrinken, echt, ik word er niet goed van. Tabee Assepoetster, ga een ander maar verblijden met je kunsten. In betaalde dienst zal wel niet meer lukken met jouw arbeidsethos. Bovendien zul je wel afgekeurd zijn, een uitkering genieten en nog een beetje zwart bijklussen (zeer, zeer licht huishoudelijk werk). En dan mij een beetje aansturen op wc-eend en allesreiniger, ik dacht het niet. Wie betaalt bepaalt, As. En ik betaal je dus eigenlijk twee keer, besef ik me. 1 keer op je bankrekening via mijn inkomstenbelasting, en 1 keer via mijn de keukentafel. En dat is 2 keer teveel. Toedeledoki Assepoetster.
Een vriendin van me had er laatst drie versleten en de vierde op kennismakingsgesprek. Die vroeg "of ze bovenop de kast met nat of droog moest afnemen". Alleen al het feit dat ze bedacht dat er stof op een kast valt, dat vonden we nog een wijntje waard. De drie vorige Assepoetsters waren ook wel goed hoor, maar dan alleen als ze kwamen. Hun attendance was nog geen 60%. Meestal rond de kerstgratificatietijd. De rest van de tijd hadden ze een kater, bekkeninstabiliteit of ruzie met de uitkeringsinstantie waar ze moesten verschijnen.
Nee, als je iemand laat helpen je huis schoon te houden, zoek het dan in de familie. Je moeder deelt levenslang jouw belang (al denk je soms dat dat niet het geval is: geloof me het is waar), lijkt me een prima basis om te poetsen. Je parfum mag ze best gebruiken en als de koffie op is zeurt ze tenminste niet, dan neemt ze gewoon thee. En een moeder is er altijd, want als ze ziek is vertelt ze jou dat toch lekker niet. Hooguit een beetje commentaar nadien "nou, het was wel weer nodig he!", maar dat is beter dan "kunnen we even praten want in andere huizen krijg ik meer per uur dan hier". "Tuurlijk kunnen we even praten. Ik ben er klaar mee dat jij maar de helft schoonmaakt en je de andere helft toe-eigent, daarom krijg je vanaf nu de helft van wat je kreeg. De rest stort ik aan de belasting voor je. Tot volgende week he!"
Een vriendin van me had er laatst drie versleten en de vierde op kennismakingsgesprek. Die vroeg "of ze bovenop de kast met nat of droog moest afnemen". Alleen al het feit dat ze bedacht dat er stof op een kast valt, dat vonden we nog een wijntje waard. De drie vorige Assepoetsters waren ook wel goed hoor, maar dan alleen als ze kwamen. Hun attendance was nog geen 60%. Meestal rond de kerstgratificatietijd. De rest van de tijd hadden ze een kater, bekkeninstabiliteit of ruzie met de uitkeringsinstantie waar ze moesten verschijnen.
Nee, als je iemand laat helpen je huis schoon te houden, zoek het dan in de familie. Je moeder deelt levenslang jouw belang (al denk je soms dat dat niet het geval is: geloof me het is waar), lijkt me een prima basis om te poetsen. Je parfum mag ze best gebruiken en als de koffie op is zeurt ze tenminste niet, dan neemt ze gewoon thee. En een moeder is er altijd, want als ze ziek is vertelt ze jou dat toch lekker niet. Hooguit een beetje commentaar nadien "nou, het was wel weer nodig he!", maar dat is beter dan "kunnen we even praten want in andere huizen krijg ik meer per uur dan hier". "Tuurlijk kunnen we even praten. Ik ben er klaar mee dat jij maar de helft schoonmaakt en je de andere helft toe-eigent, daarom krijg je vanaf nu de helft van wat je kreeg. De rest stort ik aan de belasting voor je. Tot volgende week he!"
11 nov 2015
something to talk about
Ik ontmoette Margot beroepshalve. Margot komt van een bodem waar ik veel mee heb. Margot zegt waar het op staat. Ze windt geen doekjes, plakt geen pleisters. Ze kan keihard zijn, maar altijd uit naastenliefde. Toen ik Margot leerde kennen was ze al enkele jaren levenslustige mooie weduwe. Haar Lief was groot en sterk, en had het leven op moeten geven, van zichzelf. Hij pleegde suïcide. Hij liet Margot en de kinderen achter, zijn grote liefdes. Ik weet niet of Margot weet dat ik hetzelfde heb beleefd, maar dan in mijn onbezonnen jonge leven. Ik was eind twintig. Wij waren net een half jaar samen. Dus wel een hele “light versie” in dat opzicht vergeleken met Margot. Ik heb net zo lang naast mijn comateuze Lief gezeten als dat ik met hem tafel, bed en kroeg deelde: ook zes maanden. Toen was het over en uit, horizontale streep op de monitor (nou ja, het liep iets complexer). Ik weet niet wat ons bindt, haar bodem, haar leven of gewoon haar geweldige karakter. Margot is een zonnetje van waarde. Nog steeds. En ze verspreidt licht op het onderwerp suïcide.
We zitten die middag in Van der Valk. Daarover ooit nog eens meer, want Van der Valk blijft obscuur, ook al hebben ze een enorme metamorfose ondergaan. We zitten aan zo’n werktafel in de business-lounge. Zo’n gezellig eiken houten tafel voor 16 personen. Aan het tegenovergestelde einde van de tafel zitten drie mannen. Ze vragen “of ons theekransje wat zachter kan?”. Wij bespreken suïcide en nog wat andere dingen. Theekransje..... Gaan jullie lekker af- en omzetschemaatjes excellen in je blauwe pak zeg. Seen that, done that.
Suïcide is niet gezellig, maar het bestaat. En suïcide is geen egoïstische daad. Het is geen aandachttrekkerij. Suïcide is wanhoop van de grootste orde. Suïcide is een gordijn van zwart fluweel wat je niet meer open krijgt om je dierbaren te zien. Suïcide en de gedachte eraan is de angst, de pijn die ondragelijk wordt en almaar aanhoudt, nooit eens weggaat. En het gros van ons loopt er het liefst langs, langs suïcide. Want je wilt niemand “op een idee gebracht hebben” door er over te praten. Begrijpelijk, maar een ding: je brengt niemand “op het idee van suïcide”. Suïcide komt van binnen uit, niet van buitenaf. En mensen die daarover nadenken verdienen nog steeds je respect, je warme aandacht, je begrip voor hun nood en angst, de uitzichtloosheid die ze ervaren. Ze verdienen jouw naastenliefde en niet je oordeel. En ik heb van Margot geleerd dat je daar soms keihard in mag zijn. Dus vraag “heb je er haast mee?” of “heb je al een manier bedacht waarop je dat zou willen doen?” Daarmee geef je aan dat er met jou gesproken mag worden over die enorme nood. Dat jij er niet “langs loopt” omdat je het allemaal maar eng en moeilijk vindt. Ja, het is eng, het is moeilijk, maar behandel een ander zoals je zelf behandelt wilt worden. Iemand die over suïcide nadenkt voelt zich ongekend eenzaam met zijn levensnood, ook al praat je 1.000.000 woorden per dag met diegene. Als je het gesprek aan durft te gaan, pas dan is er een kans om hulp in te schakelen voor de noodlijdende tegenover je. Want kun je van diegene verwachten dat die “echt” eigen keuzes kan maken in de toestand waarin die zich bevindt? Dat kan een verschil zijn tussen respecteren en accepteren. Tussen een stap vooruit of een stap achteruit doen. En heb je een suïcide in je omgeving meegemaakt? Berg hem niet op in een vakje “onbespreekbaar”. Suïcide bestaat, weg met het vakje “onbespreekbaar”, weg met “kop in het zand”. Het is hier geen Efteling. Het is hier hartstikke leuk, maar geen Efteling. Maak er desnoods een theekransje van, het dondert niet. Als je het maar bespreekbaar maakt. En daarna (of daarvoor) mag je altijd bij ons komen theekranzen in Van der Valk, we laten wel even weten in welke we zitten.
We zitten die middag in Van der Valk. Daarover ooit nog eens meer, want Van der Valk blijft obscuur, ook al hebben ze een enorme metamorfose ondergaan. We zitten aan zo’n werktafel in de business-lounge. Zo’n gezellig eiken houten tafel voor 16 personen. Aan het tegenovergestelde einde van de tafel zitten drie mannen. Ze vragen “of ons theekransje wat zachter kan?”. Wij bespreken suïcide en nog wat andere dingen. Theekransje..... Gaan jullie lekker af- en omzetschemaatjes excellen in je blauwe pak zeg. Seen that, done that.
Suïcide is niet gezellig, maar het bestaat. En suïcide is geen egoïstische daad. Het is geen aandachttrekkerij. Suïcide is wanhoop van de grootste orde. Suïcide is een gordijn van zwart fluweel wat je niet meer open krijgt om je dierbaren te zien. Suïcide en de gedachte eraan is de angst, de pijn die ondragelijk wordt en almaar aanhoudt, nooit eens weggaat. En het gros van ons loopt er het liefst langs, langs suïcide. Want je wilt niemand “op een idee gebracht hebben” door er over te praten. Begrijpelijk, maar een ding: je brengt niemand “op het idee van suïcide”. Suïcide komt van binnen uit, niet van buitenaf. En mensen die daarover nadenken verdienen nog steeds je respect, je warme aandacht, je begrip voor hun nood en angst, de uitzichtloosheid die ze ervaren. Ze verdienen jouw naastenliefde en niet je oordeel. En ik heb van Margot geleerd dat je daar soms keihard in mag zijn. Dus vraag “heb je er haast mee?” of “heb je al een manier bedacht waarop je dat zou willen doen?” Daarmee geef je aan dat er met jou gesproken mag worden over die enorme nood. Dat jij er niet “langs loopt” omdat je het allemaal maar eng en moeilijk vindt. Ja, het is eng, het is moeilijk, maar behandel een ander zoals je zelf behandelt wilt worden. Iemand die over suïcide nadenkt voelt zich ongekend eenzaam met zijn levensnood, ook al praat je 1.000.000 woorden per dag met diegene. Als je het gesprek aan durft te gaan, pas dan is er een kans om hulp in te schakelen voor de noodlijdende tegenover je. Want kun je van diegene verwachten dat die “echt” eigen keuzes kan maken in de toestand waarin die zich bevindt? Dat kan een verschil zijn tussen respecteren en accepteren. Tussen een stap vooruit of een stap achteruit doen. En heb je een suïcide in je omgeving meegemaakt? Berg hem niet op in een vakje “onbespreekbaar”. Suïcide bestaat, weg met het vakje “onbespreekbaar”, weg met “kop in het zand”. Het is hier geen Efteling. Het is hier hartstikke leuk, maar geen Efteling. Maak er desnoods een theekransje van, het dondert niet. Als je het maar bespreekbaar maakt. En daarna (of daarvoor) mag je altijd bij ons komen theekranzen in Van der Valk, we laten wel even weten in welke we zitten.
10 nov 2015
gedrocht of knuffelvel
Het steekt nogal nauw met de badjas. Het woord “peignoir” of “ochtendjas” is sowieso een libido-killer: EMDR dat direct naar je dyslectische taalkwab voor het echt tegen je gaat werken. Blijft over: de “badjas”. Wat doen we met het ding, waarom is het zo vormloos, wat doet het met je figuur en hoe en aan wie verschijn je erin? Vooropgesteld: ben je tijdelijk opgenomen in een psychiatrische instelling of heb je net een bevalling van 14 uur achter de rug, dan is de badjas geoorloofd, van harte gegund zelfs. En in de sauna is het een must-wear alleen al voor de zakken die erop zitten voor de onmisbare gadgets in de sauna waarvan je (naast je kleding, sieraden, tas en laarzen) niet ook nog noodgedwongen gescheiden wilt worden. Maar zo zijn er ook bacteriële gevaren zoals de zittingen van de lounge- en relaxbanken en barkrukken waartegen de badjas bescherming biedt. (PS Naturisten-campings zijn dan ook de terreuraanslagen van de toekomst, zeker als ze ook nog fietsen verhuren)
Maar in alle overige situaties is het oppassen met de badjas. Echt, kijk uit. De badjas is een “one size fits all” gedrocht. Met een touw om je middel en een knoop van pompoenformaat voor op je buik is er, geloof me, weinig vrouw meer aan je te ontdekken in zo'n ding. Je lijkt ineens wel een kind in een te grote jas, schattig om met sint maarten met je lampionnetje mee aan de deurbel te verschijnen, maar hou de badjas in alle overige gevallen buiten beeld van de buitenwereld. Verzeker je ervan dat de gordijnen dicht zijn, de postbode of pakketbezorger (ik kan het weten) al geweest is, je de lichten van je auto niet hebt laten branden en men weet dat je geen suiker in huis hebt voordat je het ding tevoorschijn haalt. Voorkom te allen tijde confrontatie met de maatschappij en het maatschappelijk leven, dan hoef ik je lief en/of minnaar niet meer apart te noemen denk ik. De badjas is een knuffelvel wat je zorgvuldig moet kiezen. Allereerst de kleur: kies een licht kleur of een roze kleur. Dat mag met print of opdruk zijn, maar absoluut geen strepen (en al helemaal geen horizontale). Die kleur haalt namelijk nog enigszins iets “niet zieks” naar boven in je teint en bovendien oogt het vrolijk en niet deprimerend, wat in de psychiatrische instelling of op de bevallingsvleugel weer van pas komt (want wij piepen niet weet je nog?). Dan is de lengte nog van groot belang. Een korte badjas ruim boven de knie of hooguit net iets boven de knie maar echt nooit-nooit onder de knie. Je achterwerk lijkt negen keer zo omvangrijk en je benen twaalf keer zo kort als je badjas tot halverwege je kuiten reikt, en als er nog een capuchon aan zit kunt je net zo goed de klok van de Notre Dame gaan luiden met het touw om je middel.
Dus: je witte of roze korte badjas draag je alleen met een zonnig humeur, binnenshuis, deurbelvrij, met de gordijnen dicht, de knoop flink plat aangetrokken in je zij, met gelakte hand- en teennageltjes en een matte nachtcreme van goede kwaliteit op een perfect gereinigde huid. En anders gauw in de hondenmand ermee. Nooit meer doen. Einde badjas.
Maar in alle overige situaties is het oppassen met de badjas. Echt, kijk uit. De badjas is een “one size fits all” gedrocht. Met een touw om je middel en een knoop van pompoenformaat voor op je buik is er, geloof me, weinig vrouw meer aan je te ontdekken in zo'n ding. Je lijkt ineens wel een kind in een te grote jas, schattig om met sint maarten met je lampionnetje mee aan de deurbel te verschijnen, maar hou de badjas in alle overige gevallen buiten beeld van de buitenwereld. Verzeker je ervan dat de gordijnen dicht zijn, de postbode of pakketbezorger (ik kan het weten) al geweest is, je de lichten van je auto niet hebt laten branden en men weet dat je geen suiker in huis hebt voordat je het ding tevoorschijn haalt. Voorkom te allen tijde confrontatie met de maatschappij en het maatschappelijk leven, dan hoef ik je lief en/of minnaar niet meer apart te noemen denk ik. De badjas is een knuffelvel wat je zorgvuldig moet kiezen. Allereerst de kleur: kies een licht kleur of een roze kleur. Dat mag met print of opdruk zijn, maar absoluut geen strepen (en al helemaal geen horizontale). Die kleur haalt namelijk nog enigszins iets “niet zieks” naar boven in je teint en bovendien oogt het vrolijk en niet deprimerend, wat in de psychiatrische instelling of op de bevallingsvleugel weer van pas komt (want wij piepen niet weet je nog?). Dan is de lengte nog van groot belang. Een korte badjas ruim boven de knie of hooguit net iets boven de knie maar echt nooit-nooit onder de knie. Je achterwerk lijkt negen keer zo omvangrijk en je benen twaalf keer zo kort als je badjas tot halverwege je kuiten reikt, en als er nog een capuchon aan zit kunt je net zo goed de klok van de Notre Dame gaan luiden met het touw om je middel.
Dus: je witte of roze korte badjas draag je alleen met een zonnig humeur, binnenshuis, deurbelvrij, met de gordijnen dicht, de knoop flink plat aangetrokken in je zij, met gelakte hand- en teennageltjes en een matte nachtcreme van goede kwaliteit op een perfect gereinigde huid. En anders gauw in de hondenmand ermee. Nooit meer doen. Einde badjas.
8 nov 2015
paalpraten
Het is zondag en ik ben even bij Juul. De kinderen voegen samen en dat geeft ons de kans om zonder onderbreking door mama-mag-ik, mama-waar-ligt of mama-heb-je-nou-nog-niet en met de snelheid van het licht onze agenda's, beslommeringen en nieuwe aankoopjes uit te wisselen. Ketelbinkie stuift binnen. Goddank zegt hij niets van het kaliber mag-ik, waar-ligt of heb-je-nou-nog-niet. Hij verdwijnt zoals altijd in de keuken met een ondeugende grijns en wij mogen er niet komen, zo luidt zijn enige boodschap. Van Ketelbinkie kun je er wel zes hebben. Als Juul de thee klaar heeft, heeft Ketelbinkie een bord klaar met beschuiten met blauwe muisjes. "Er is een dikke muis geboren!" zegt ie. Hij weet precies hoe je ons stil krijgt.
Op de keukentafel liggen kortingsbonnen van mc donalds. De zoon van Juul zegt dat ie gister bij de mc drive aan de paal vertelde dat ie zijn bonnen vergeten was. De paal had geantwoord "dat maakt niet uit, u kunt gewoon doorrijden". Hij betaalde vervolgens de volle mep voor de papieren zakken die hij aangepakt had om naast zich neer te zetten. De paal had geen woord gelogen. Juul en mijn ogen treffen elkaar met een "eureka" lampje erin. We zijn het meteen eens dat het paalpraten een uitkomst is. We besluiten direct na de beschuit met muisjes en de thee als de wiedeweerga in onze paal te gaan zitten. Bij de eerste mama-mag-ik zal het heel even wennen zijn dat ze geen bewegende moeder met gezicht voor zich zien, maar als daar klachten op komen wijst de paal ze er wel even op dat dit voor de introductie van het paalpraten smorgens vroeg om 06.15 uur exact hetzelfde was en hen dat nooit weerhouden heeft van mama-mag-ik. Als er een kind verschijnt voor de sensor van de paal, stuift er binnen in de paal een subtiel Chanel 5 vleugje in de hals van mama, en dan weet ze dat er een vraag gesteld gaat worden waarvan zij zeer waarschijnlijk het meewerkend-, of zelfs lijdend voorwerp gaat worden. Heeft ze geen zin om te antwoorden, dan blijft het stil in de paal. Het geweten en humeur van mama blijft ongemoeid doordat ze de dwingeland niet ziet en er dus ook geen emotionele binding aan ervaart (hetgeen haar normaliter evolutie-technisch aanzet tot het vervullen van werkelijk alle instant kinderwensen). Voor mama-heb-je nou-nog-niet zit er een draaiknop als van een kaugomballenautomaat op de paal. Daaruit komt contant en afgepast geld voor de boodschappen die essentieel zijn voor een dragelijke schooldag en die je nog niet gehaald had (hey, het was de bakker of Ici Paris). Ze kunnen het uit het bakje pakken en op de fiets springen naar dichtsbijzijnde supermartkt en verder geen discussie. Kiezen of delen. Het paalpraten is na 20:00 afgelopen: op het display verschijnt na 19:59 "weltrusten schat, tot morgen".
We besluiten de ANWB te bellen. Die gele dingen worden vast niet meer gebruikt nu zelfs 80 jarigen een mobieltje hebben in geval van autopech of reanimatie. We laten ze in een leuk kleurtje spuiten en inbouwen in een display van 4 bij 5 meter, waarin voorzien is in twee stopcontacten, een aansluiting op de glasvezelkabel en een wasbak met warm en koud water. We'll solve all your problems.
Op de keukentafel liggen kortingsbonnen van mc donalds. De zoon van Juul zegt dat ie gister bij de mc drive aan de paal vertelde dat ie zijn bonnen vergeten was. De paal had geantwoord "dat maakt niet uit, u kunt gewoon doorrijden". Hij betaalde vervolgens de volle mep voor de papieren zakken die hij aangepakt had om naast zich neer te zetten. De paal had geen woord gelogen. Juul en mijn ogen treffen elkaar met een "eureka" lampje erin. We zijn het meteen eens dat het paalpraten een uitkomst is. We besluiten direct na de beschuit met muisjes en de thee als de wiedeweerga in onze paal te gaan zitten. Bij de eerste mama-mag-ik zal het heel even wennen zijn dat ze geen bewegende moeder met gezicht voor zich zien, maar als daar klachten op komen wijst de paal ze er wel even op dat dit voor de introductie van het paalpraten smorgens vroeg om 06.15 uur exact hetzelfde was en hen dat nooit weerhouden heeft van mama-mag-ik. Als er een kind verschijnt voor de sensor van de paal, stuift er binnen in de paal een subtiel Chanel 5 vleugje in de hals van mama, en dan weet ze dat er een vraag gesteld gaat worden waarvan zij zeer waarschijnlijk het meewerkend-, of zelfs lijdend voorwerp gaat worden. Heeft ze geen zin om te antwoorden, dan blijft het stil in de paal. Het geweten en humeur van mama blijft ongemoeid doordat ze de dwingeland niet ziet en er dus ook geen emotionele binding aan ervaart (hetgeen haar normaliter evolutie-technisch aanzet tot het vervullen van werkelijk alle instant kinderwensen). Voor mama-heb-je nou-nog-niet zit er een draaiknop als van een kaugomballenautomaat op de paal. Daaruit komt contant en afgepast geld voor de boodschappen die essentieel zijn voor een dragelijke schooldag en die je nog niet gehaald had (hey, het was de bakker of Ici Paris). Ze kunnen het uit het bakje pakken en op de fiets springen naar dichtsbijzijnde supermartkt en verder geen discussie. Kiezen of delen. Het paalpraten is na 20:00 afgelopen: op het display verschijnt na 19:59 "weltrusten schat, tot morgen".
We besluiten de ANWB te bellen. Die gele dingen worden vast niet meer gebruikt nu zelfs 80 jarigen een mobieltje hebben in geval van autopech of reanimatie. We laten ze in een leuk kleurtje spuiten en inbouwen in een display van 4 bij 5 meter, waarin voorzien is in twee stopcontacten, een aansluiting op de glasvezelkabel en een wasbak met warm en koud water. We'll solve all your problems.
de dikke muis
De dikke muis voedt zich met wat er voorhanden is. Datgene wat anderen laten liggen of soms zorgvuldig hebben opgeborgen, in de veronderstelling dat de dikke muis het niet ziet. Maar de dikke muis ziet veel, hoort veel en luistert goed. De kleine oogjes van de dikke muis zien niet veel op afstand, maar wel van dichtbij. En vanuit alle hoeken. De dikke muis heeft oog voor plezier en verdriet. Proeft humor, liefde en gezelligheid. Voelt vriendschap en trouw. Ruikt onraad en gevaar. De dikke muis leidt geen luxe leventje, maar wel een leven waarin genoeg voorhanden is om zich rijk en dik mee te voeden.
En de voorraad van de dikke muis is ruimschoots voldoende om de winter mee door te komen. Misschien wel tot ver in het voorjaar. Genoeg om van te delen ook. Bezoek hem met regelmaat en eet gezellig mee in besloten muizenhol. Tijdens je koffie-break, de lunch uit je trommel, een off-day, in de wachtkamer of op de rand van je bed voor het slapen gaan. Vind je eigen levens-ingrediënten terug in het diner van de dikke muis, wees er trots op, geroerd door, lach erom of frons je wenkbrauwen en laat het even zakken. Vraag hem om raad of doe suggesties. Ook al zie je hem niet vaak, hij laat altijd zijn sporen na. De dikke muis is daar.
Hoogachtend,
de dikke muis
En de voorraad van de dikke muis is ruimschoots voldoende om de winter mee door te komen. Misschien wel tot ver in het voorjaar. Genoeg om van te delen ook. Bezoek hem met regelmaat en eet gezellig mee in besloten muizenhol. Tijdens je koffie-break, de lunch uit je trommel, een off-day, in de wachtkamer of op de rand van je bed voor het slapen gaan. Vind je eigen levens-ingrediënten terug in het diner van de dikke muis, wees er trots op, geroerd door, lach erom of frons je wenkbrauwen en laat het even zakken. Vraag hem om raad of doe suggesties. Ook al zie je hem niet vaak, hij laat altijd zijn sporen na. De dikke muis is daar.
Hoogachtend,
de dikke muis
7 nov 2015
mijnheer Lief
Ineens is de zomer voorbij. Nog voor de kledingkast-wissel is de zomer voorbij. Ik deel mijn zorg hierover met Juul op de Franse stoeltjes voor de winkelpui, die inmiddels met hun gietijzeren pootjes in de goudgele blaadjes staan. Ik vind het wel wat hebben, maar dat ga ik niet toegeven. Ik heb het niet op kou. Niet op koud weer en koud water, niet op kille mensen en niet op koude koffie. Juul haar thee is altijd snoeiheet.
Ze vertelt me dat mijnheer Lief er gisteren was. Mijnheer Lief kwam haar winkeltje binnen met de boodschap: “Ik zoek iets heel lekker warms voor mijn vrouw”. Mijnheer Lief is 91 jaar. De tranen springen ons in de ogen. Bij Juul al voor de tweede keer, gisteren ook waarschijnlijk. Mevrouw Lief lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Mijnheer Lief zorgt voor haar. Door dik en dun, in voor- en tegenspoed. Dat hebben mijnheer en mevrouw Lief vroeger afgesproken en bezegeld. Dus dat doet mijnheer Lief. En hoe. Juul en ik weten wat het is om te zorgen voor iemand die lijdt aan mist in het hoofd. Iemand die elke dag een klein stukje verder afdrijft van de wereld en de dierbaren daarin. En dat er tijden zijn waarin iemand dat zelf ook zo voelt en hoe volslagen in paniek je dan kunt raken. Om in een functionerend gezond lijf je gevoelens, herinneringen en plannen uit je eigen hoofd te voelen glijden. Dat mijnheer Lief daar behalve enorm veel verdriet ook heel veel werk van heeft, om mevrouw Lief haar leven te blijven geven zoals haar dat zo lief was met mijnheer Lief. Mijnheer Lief werd ook overvallen door de herfst en ging snel naar Juul, voor iets heel lekker warms. Warm wol en ajour, van uitzonderlijke kwaliteit. Voor mevrouw Lief.
Hij kwam ook wel eens met mevrouw Lief en hun hondje, zo vertelt Juul. Ze laat me een foto zien van hun bezoek. Mijnheer Lief zit op de Chesterfield, zijn schoot is bedekt met prachtige jasjes en truien en zijn grote handen presenteren het aan mevrouw Lief. Hoe charismatisch hij daar zit, het charisma van een zorgzame echtgenoot met een opgewekte warme glimlach, zich zo bewust van de kwaliteit van het moment. Hij lijkt wel de enige echte “King” Louie. Mevrouw Lief kijkt naar wat haar man haar presenteert. Hun hondje krult om hen heen, bij Juul mag dat. Mijnheer en mevrouw Lief zijn “in control” en gelukkig, ondanks de Alzheimer van mevrouw Lief en het verdriet en de zorgen van mijnheer Lief, 91 jaar.
Mijnheer Lief is er niet meer. We zijn twee weken verder en mijnheer Lief is heengegaan. Zijn grote handen en zijn grote hart zijn niet meer onder ons. We moeten hem allemaal loslaten, zelfs mevrouw Lief. En dat willen we niet, dat verdommen we eigenlijk, al was het maar voor mevrouw Lief. Want mijnheer Lief heeft ons laten zien wat Liefde is. Zo duidelijk dat hij ons met een enkele zin aan het janken kreeg: “Ik zoek iets heel lekker warms voor mijn vrouw”. Dank U wel, mijnheer Lief. U blijft onze grote Lief.
Utopia
Hoi Cees,
Nou lekker dan, je hebt me mooi in de nesten gewerkt. Waarschijnlijk maak jij je alweer druk om wie er een rotte banaan heeft weggegooid of de lekbak van het koffieapparaat niet geleegd heeft, maar ik zit hier de Telegraaf en SBS 6 van me af te meppen, terwijl ik in werkelijkheid voor beide een soort “notenallergie” heb. Nu is dat waarschijnlijk de reden dat jij in Utopia woont en ik in de rest van Nederland kan functioneren, maar toch, ik vul mijn dagen graag anders Cees.
Ik bezocht jullie Utopia voor een nachtje omdat ik nu eenmaal van psychosociale groepsdynamiek houdt, een gezelligheidsdier, en voor de duvel niet bang ben. De redactie vroeg mij vooraf nadrukkelijk bij inhoudelijke gesprekken van jullie (blijkbaar is er nog een geweest na die van afgelopen voorjaar?) buiten beeld te gaan zodat ze wel gewoon lekker een leuke uitzending van dat etmaal konden maken. Nou, dat is ze gelukt. “Inhoudelijke gesprekken”, dat heb ik gewist denk ik toen ik de poort in liep met mijn vrolijke weekendtasje. Ik bedoel: wat ik niet hoef te onthouden, hoef ik niet te onthouden. En het was meteen gezellig Cees, dat is waar. Hoewel ik je na het “sweet hello” rondje met alle bewoners toch zeker een half uur niet gezien heb, heb ik je alles behalve gemist. Het was heel gezellig om direct aan de keukentafel in te schuiven bij het avondeten, ik had namelijk die dag wel gewoon gewerkt, ik lustte wel wat. (Naast mijn werk doe trouwens jullie totale corvee-rooster in een keer en elke dag, inclusief de koeien. Als je daar geen medaille voor hoeft, ligt er minder druk op Cees, probeer het eens). Je medebewoners waren gastvrij, gezellig en onderhoudend. Ik heb helemaal niet gezien dat jij achter mijn rug om en achterin de loods als een soort clown in je joggingbroek aan het springen was met je eau de toilette en haarborstel (?) omdat er vrouw volk binnen was dat je die dertig minuten nog geen “oude zeur” had genoemd. Ik kan me wel voorstellen dat je daar behoorlijk blij mee was, maar dat je zo uit je pan zou gaan als je een keer niet bekritiseerd wordt, dat heb ik niet voorzien. Dat zag ik pas later, op TV en in de krant. Ik werd bijna alsnog kwaad op je Cees, had bijna spijt dat ik me niet al bij binnenkomst had gemeld met “hoi oude zeur, wat is op dit moment je onoverkomelijke keukendilemma?”. Dan had ik namelijk nu geen last gehad van honderden appjes, mailtjes en telefoontjes. Maar eerlijk is eerlijk: als ik mezelf mag zijn in Utopia, mag jij het natuurlijk helemaal. En jij hebt maar ten dele invloed op wat er uitgezonden en verkocht wordt, want dat is de grote buitenwereld, en daar heb jij je van gedistantieerd. En ik snap nu waarom.
Luister eens even Cees; het is levensgevaarlijk om buiten de hekken van Utopia meteen als een “lost puppy” achter iedereen aan te lopen die geen kritiek op je heeft. Daar kunnen mensen misbruik van maken, en dan rijt jij je (vermoedelijke) oude wond weer open. Denk daar goed aan als je straks weer buiten staat en je joggingbroek weer aan de wilgen hebt moeten hangen. In plaats van (dode) bloemen te gaan fotograferen, en de hiaten in de keuken tot je levensdoel te maken, kun je beter als de sodemieter gaan investeren in het kunnen omgaan met feedback en je hartstikke leuke medebewoners in voorkomend geval voorzien van opbouwende kritiek, zodat je toe kunt werken naar een eindexamen complimentje maken! Je hebt er nu in een beschermde omgeving volop tijd en gelegenheid voor. Ik regel het hier wel, met de media, maar je staat wel bij mij in het krijt. Ik weet nu “bijna” waar jouw huis woont....ik zal je keuken eens even komen inspecteren met een cameraploeg. Heb je de koelkast wel leeggehaald voor je vertrek?
Nou lekker dan, je hebt me mooi in de nesten gewerkt. Waarschijnlijk maak jij je alweer druk om wie er een rotte banaan heeft weggegooid of de lekbak van het koffieapparaat niet geleegd heeft, maar ik zit hier de Telegraaf en SBS 6 van me af te meppen, terwijl ik in werkelijkheid voor beide een soort “notenallergie” heb. Nu is dat waarschijnlijk de reden dat jij in Utopia woont en ik in de rest van Nederland kan functioneren, maar toch, ik vul mijn dagen graag anders Cees.
Ik bezocht jullie Utopia voor een nachtje omdat ik nu eenmaal van psychosociale groepsdynamiek houdt, een gezelligheidsdier, en voor de duvel niet bang ben. De redactie vroeg mij vooraf nadrukkelijk bij inhoudelijke gesprekken van jullie (blijkbaar is er nog een geweest na die van afgelopen voorjaar?) buiten beeld te gaan zodat ze wel gewoon lekker een leuke uitzending van dat etmaal konden maken. Nou, dat is ze gelukt. “Inhoudelijke gesprekken”, dat heb ik gewist denk ik toen ik de poort in liep met mijn vrolijke weekendtasje. Ik bedoel: wat ik niet hoef te onthouden, hoef ik niet te onthouden. En het was meteen gezellig Cees, dat is waar. Hoewel ik je na het “sweet hello” rondje met alle bewoners toch zeker een half uur niet gezien heb, heb ik je alles behalve gemist. Het was heel gezellig om direct aan de keukentafel in te schuiven bij het avondeten, ik had namelijk die dag wel gewoon gewerkt, ik lustte wel wat. (Naast mijn werk doe trouwens jullie totale corvee-rooster in een keer en elke dag, inclusief de koeien. Als je daar geen medaille voor hoeft, ligt er minder druk op Cees, probeer het eens). Je medebewoners waren gastvrij, gezellig en onderhoudend. Ik heb helemaal niet gezien dat jij achter mijn rug om en achterin de loods als een soort clown in je joggingbroek aan het springen was met je eau de toilette en haarborstel (?) omdat er vrouw volk binnen was dat je die dertig minuten nog geen “oude zeur” had genoemd. Ik kan me wel voorstellen dat je daar behoorlijk blij mee was, maar dat je zo uit je pan zou gaan als je een keer niet bekritiseerd wordt, dat heb ik niet voorzien. Dat zag ik pas later, op TV en in de krant. Ik werd bijna alsnog kwaad op je Cees, had bijna spijt dat ik me niet al bij binnenkomst had gemeld met “hoi oude zeur, wat is op dit moment je onoverkomelijke keukendilemma?”. Dan had ik namelijk nu geen last gehad van honderden appjes, mailtjes en telefoontjes. Maar eerlijk is eerlijk: als ik mezelf mag zijn in Utopia, mag jij het natuurlijk helemaal. En jij hebt maar ten dele invloed op wat er uitgezonden en verkocht wordt, want dat is de grote buitenwereld, en daar heb jij je van gedistantieerd. En ik snap nu waarom.
Luister eens even Cees; het is levensgevaarlijk om buiten de hekken van Utopia meteen als een “lost puppy” achter iedereen aan te lopen die geen kritiek op je heeft. Daar kunnen mensen misbruik van maken, en dan rijt jij je (vermoedelijke) oude wond weer open. Denk daar goed aan als je straks weer buiten staat en je joggingbroek weer aan de wilgen hebt moeten hangen. In plaats van (dode) bloemen te gaan fotograferen, en de hiaten in de keuken tot je levensdoel te maken, kun je beter als de sodemieter gaan investeren in het kunnen omgaan met feedback en je hartstikke leuke medebewoners in voorkomend geval voorzien van opbouwende kritiek, zodat je toe kunt werken naar een eindexamen complimentje maken! Je hebt er nu in een beschermde omgeving volop tijd en gelegenheid voor. Ik regel het hier wel, met de media, maar je staat wel bij mij in het krijt. Ik weet nu “bijna” waar jouw huis woont....ik zal je keuken eens even komen inspecteren met een cameraploeg. Heb je de koelkast wel leeggehaald voor je vertrek?
de blokhut
OMG, heeft hij dat allemaal gemaakt? Juul en ik dragen alle schalen de blokhut in, het houdt niet op. Voor ons is gourmetten een gezellige noodoplossing tegen het probleem koken, maar deze gourmetavond is een uitdragerij van lekkernijen! Onze wenkbrauwen stijgen ten hemel, en uiteindelijk fluister ik over de schaal gevulde eieren heen in haar oor "zijn moeder woont hier vlakbij he.....". Juul en ik gniffelen in onze spijkerrokjes op het natte gras in het donker voor de blokhut. We maken meteen een business plan: we gaan een cateringservice beginnen voor vrouwen zoals wij (en hopen vurig dat er heel veel van zijn): je brengt een bijeengeraapt zooitje van je eigen schalen en kommen bij ons, en wij zorgen dat er magnifiek eten in komt. Vraag ons niet hoe, maar het huishoudfolie moet je er zelf en handmatig overheen doen bij aflevering. Werkelijk niemand zal het vermoeden hebben dat je niet zelf "gekookt" hebt (als je moeder niet vlak in de buurt woont). Indien wenselijk leveren we er een kilo of zeven tweedehands tafelservies van diverse curiosa marktjes bij (welke we tot op de gram nauwkeurig terug willen hebben daags na je eetfestijn, 'cause we love it). Juul wil je keuken nog wel even een beetje culinair besmeuren tegen een kleine meerprijs, en ik kan je eettafel nog een nonchalante administratieve vleug geven met de krant van gisteren en het CJIB voor overmorgen.
Als we aan de lange tafel in de blokhut neerstrijken, is de haard ook al in vuur en vlam. Hij heeft werkelijk alles tot in de puntjes geregeld. Als een kat in een mandje kruipen Juul en ik er tevreden spinnend voor. Ketelbinkie buigt zijn technische talent, als je geluk hebt, 's avonds om tot een culinair festijn om van mee te genieten. Eigenlijk is het een echte bourgondiër, en dat is ook wat Juul heel goed staat. We zijn ook nog zo lomp om te vragen "of zijn moeder een drukke dag heeft gehad?". Oh wat vinden we onszelf weer grappig. We leggen ons cateringplannetje uit, en vragen of hij de bijeengraapte schalen zou willen vullen conform business plan, dan zijn we namelijk rond. Hij wordt er niet anders van en begint gewoon lekker te koken voor ons. Het vuur verwarmt onze gezichten en Ketelbinkie ons hele gestel met zijn gastheerschap. Als verwende nestjes rusten we uit van de beslommeringen van de week en dompelen we onszelf onder in steengoeie grappen en fijne gesprekken. Opruimen doen we met elkaar als we voldaan en doorgewarmd zijn. Zwijgend waarderen we onze vriendschap. Dat hoeft niet eens benoemd te worden, dat zien we aan elkaar. De Moonshine van Ketelbinkie bij de koffie, die doet me echt even de tijd vergeten. Ineens moet ik weg, terug de kou in, weg bij het zuiverende vuur. Ik geef ze allebei een dikke knuffel en volg snel mijn weggetje in het donker. Con amore.
Als we aan de lange tafel in de blokhut neerstrijken, is de haard ook al in vuur en vlam. Hij heeft werkelijk alles tot in de puntjes geregeld. Als een kat in een mandje kruipen Juul en ik er tevreden spinnend voor. Ketelbinkie buigt zijn technische talent, als je geluk hebt, 's avonds om tot een culinair festijn om van mee te genieten. Eigenlijk is het een echte bourgondiër, en dat is ook wat Juul heel goed staat. We zijn ook nog zo lomp om te vragen "of zijn moeder een drukke dag heeft gehad?". Oh wat vinden we onszelf weer grappig. We leggen ons cateringplannetje uit, en vragen of hij de bijeengraapte schalen zou willen vullen conform business plan, dan zijn we namelijk rond. Hij wordt er niet anders van en begint gewoon lekker te koken voor ons. Het vuur verwarmt onze gezichten en Ketelbinkie ons hele gestel met zijn gastheerschap. Als verwende nestjes rusten we uit van de beslommeringen van de week en dompelen we onszelf onder in steengoeie grappen en fijne gesprekken. Opruimen doen we met elkaar als we voldaan en doorgewarmd zijn. Zwijgend waarderen we onze vriendschap. Dat hoeft niet eens benoemd te worden, dat zien we aan elkaar. De Moonshine van Ketelbinkie bij de koffie, die doet me echt even de tijd vergeten. Ineens moet ik weg, terug de kou in, weg bij het zuiverende vuur. Ik geef ze allebei een dikke knuffel en volg snel mijn weggetje in het donker. Con amore.
oude liefde roest niet
Het is 23:54 uur. Hij is nog zes minuten jarig. Ik ben laat dit jaar, maar ik heb er nog zes. Hoe oud is ie nu geworden? Ineens ben ik terug in de sportschool in mijn studentenstad. Ik ben zowaar ramen aan het zemen aan de buitenkant van het kantoor. Binnen staat hij te kijken en zegt door het enkele glas heen "ik ben elf jaar ouder dan jij Tess". Ik glimlach en zeem lekker verder op mijn trapje. Nog vier minuten, gauw een app. "Gefeliciteerd met je verjaardag, liefs Tess". Als ik een uur later mijn tanden poets en op de rand van mijn bed zit, krijg ik terug "Tess, jij was en bent mijn allerliefste. Ga je mee naar New York?".
We hebben elkaar 20 jaar niet gesproken of gezien, maar mijn (inmiddels ook al vervangen) Samonites sluiten allen nog met de slotcode van de dag waarop we verkering kregen, 172. Zijn ring is tot nu toe nooit een dag van mijn vinger geweest. Wij leerden elkaar kennen aan de bar van het sportcentrum. Zodra onze ogen elkaar ontmoetten begon Jaap van Zweden Vivaldi's vier seizoenen te spelen, zomaar uit het niets, dwars door de aerobics muziek heen. Ik had hem nog nooit gezien maar gevraagd naar de "baas" omdat ik een baantje zocht in de buurt van mijn studentenkamer, om voor aanvang van de colleges nog even wat geld te verdienen. Ik kreeg de wereld.
Onafscheidelijk en vol avontuur waanden wij ons vanaf dat moment door de dagen, jaren achtereen. Allebei (af)studerend, werkend, reizend, maar aan het einde van de dag en na alle zakelijke toekomstinvesteringen was ik waar hij was, en hij waar ik was. En het was feest. We hadden niets en we hadden toch alles. Gaf ons 9 vierkante meter of een vijf sterren hotelkamer: we waren overal even uitgelaten en gelukkig. Mijn grenzen werden verlegd, ik werd uitgedaagd, beschermd en bemind, ik leerde de echte grote wereld kennen in de veiligheid van een oester en met de allure van een parel. Ik voelde me de vlinder op zijn hand: vrij om te gaan, maar toch "no place I'd rather be"...
"Ben je mal, hoe moet ik dat regelen?" app ik terug. Voor mij doemt een levensgrote uitdaging op. Werk, thuis, school, studie, inmiddels enige maar hardnekkige vliegangst.... "Gewoon doen Tess!" krijg ik terug. Ik nestel me onder het dekbed en zucht. Ik voel heel even de zorgeloze frisse wind van toen weer door de 3 bij 3 kamer gaan, mijn hart slaat over. Waar is de tijd gebleven....
Edvard en Vincent
Op weg naar Edvard en Vincent in Amsterdam, word ik ineens een soort van uitgelaten. Het bezoek stond al een tijdje gepland en ik was er niet zo mee bezig tot deze dag begon. Vincent ken ik al wat langer en veel beter dan Edvard. Edvard heb ik leren kennen door mijn grote vriend die in het westen woon, aan "see". Hij is kunstschilder en nog veel meer. Zijn huis is een oase van impressies en weerspiegelingen van wat was, is en altijd zal zijn. Ik zou er het liefst een etmaal met een glas of wat Faustino IV in een mobiel warm bad gaan liggen om me langs de muren van de vertrekken in zijn huis te verplaatsen. Als Edvard daar op handen gedragen wordt, wordt het tijd hem beter te leren kennen.
We hebben afgesproken aan het Museumplein. Edvard is naar het Van Gogh museum gebracht. Vincent was er al. Buiten staat een rij van honderden mensen maar vanwege (eindelijk eens wat) planning mag ik zo doorlopen. Gauw de oordopjes in en de Ipod aan. "Van Gogh en Munch". Vanaf dat moment zie of hoor ik niets anders meer dan de naakte waarheid over de heren. Hoe vereerd maar ook hoe kwetsbaar hangen zij zwaar beveiligd aan de muren met hun worstelingen, hun depressies en psychoses, hun ongelooflijke instincten, hun visionaire intelligentie, hun innige verlangens en diepste teloorgang. Ineens vraag ik me af of ze dit werkelijk wilden delen. Delen met zovelen. Van Gogh arm, Munch rijk, noord en zuid, beide overspoeld door de beleving van angsten, emoties en onzekerheden, die blijkbaar in de kunst een uitweg vond omdat zij de weergave en expressie ervan nog enigszins mogelijk maakte. Ik vertel mijn kind tussendoor dat die kleine Zaaier van Van Gogh ongeveer vijftien keer het huis van de niet onvermogende ouders van een van haar klasgenootjes waard is. Ik schuif vervolgens op naar de gelijkenis in automutilatie van de beide grootheden. Een oor tegen een vinger. Beide vervolgens door hen zelf visueel vastgelegd. Ergens voelt het zo niet-integer om zo in hun diepste "zijn" te belanden, maar de schilderijen komen er wel door tot leven, tot doorkijk en tot een soort van diep respect voor de manier waarop zij hun wereld hebben "gemanaged" met zulke hoofden, zulke zielen. Het pakt je een soort van "bij de strot".
mannenweekend-vrouwenstress
Toegegeven, ik heb altijd in mannenwerelden gewerkt. Omringd door grote machines, gasturbines, stoomturbines, testopstellingen en spuitcabines kon ik mijn ding prima doen. Ik liep mijn suède laarzen het liefst in op een bedje van stelconplaten en smeerolie. Ik werd kriegel van details. Daar ontdekte ik ook de mannenweekenden. De mannenweekenden waren weekendjes weg met je maten. Niet de "maten" van het werk, die zijn door economische noodzaak maat geworden, dat is heel wat anders. Nee de echte maten, die uit de dwarsverbanden van het leven. Daarvan werd verslag gedaan op de vrijdagmiddag-borrel voorafgaand en nooit de maandag na het weekend. En dat was niet zonder reden: mannen die een weekendje weg gaan hebben noch gezanik vooraf, noch gezanik achteraf, steevaste ingrediënten en een ere-code na afsluiting van het weekend. Vandaar geen verslag op maandag. Die ingrediënten bestaan uit het voldoende voorhanden hebben van de volgende elementen: contanten, zit- en slaapplaatsen, vlees, bier, lekkere wijven in de buurt en wifi. En alle maten mee, anders gaan ze niet. En ze kwamen als herboren terug, die mannen. Met een soort glimlach en rust waarvan je dacht "yoga geweest? : )". En er werd nooit meer over gesproken.
Vrouwenweekendjes herinner ik me echter als risico's voor burn-outs, nog ver voordat ze aangevangen zijn. Ze doen geen concessies aan hun prive-agenda om het weekendje überhaupt te plannen, ze zijn het nooit eens over de prijs en de kamerindeling, de een eet alles en de ander niets, "te ver rijden" versus "lekker echt even weg", gaan we uit eten of koken we zelf, en wie doet dan de boodschappen (wie deed het vorig jaar?), wie is het leukst aangekleed en wie verdient het meeste geld? Wie rijdt er en hoeveel nachten durven we van huis.... Vooral als eerste aan komen op bestemming om de tas als een handdoek in de vroege ochtend aan een zwembad in St Tropez op het beste bed te kwakken. Is er iemand aan het lijnen of kunnen we lekker even borrelen en Franse kazen zonder schuldgevoel? Worden we nou dronken of is dat belachelijk en doen we dat morgen pas. En gaan we shoppen of moet je dat zelf thuis al hebben gedaan? Stellen we een corvee-rooster op voor het aanrecht en de wc of doen degenen die het in hun genen hebben het weer, zoals ieder jaar?
Als in zo'n weekend uiteindelijk alle verantwoordelijkheden gedeeld, de gevoeligheden omzeild en de aanvaringen gemanaged en gesust zijn, is het tijd om huiswaarts te keren. En dan wordt er nog weken over gesproken, liefst buiten de vrouwenclub om. En bij de eerstvolgende kerstborrel komt de oude koe weer uit de sloot...."we moeten ook weer gauw ons weekendje plannen!"
Vrouwenweekendjes herinner ik me echter als risico's voor burn-outs, nog ver voordat ze aangevangen zijn. Ze doen geen concessies aan hun prive-agenda om het weekendje überhaupt te plannen, ze zijn het nooit eens over de prijs en de kamerindeling, de een eet alles en de ander niets, "te ver rijden" versus "lekker echt even weg", gaan we uit eten of koken we zelf, en wie doet dan de boodschappen (wie deed het vorig jaar?), wie is het leukst aangekleed en wie verdient het meeste geld? Wie rijdt er en hoeveel nachten durven we van huis.... Vooral als eerste aan komen op bestemming om de tas als een handdoek in de vroege ochtend aan een zwembad in St Tropez op het beste bed te kwakken. Is er iemand aan het lijnen of kunnen we lekker even borrelen en Franse kazen zonder schuldgevoel? Worden we nou dronken of is dat belachelijk en doen we dat morgen pas. En gaan we shoppen of moet je dat zelf thuis al hebben gedaan? Stellen we een corvee-rooster op voor het aanrecht en de wc of doen degenen die het in hun genen hebben het weer, zoals ieder jaar?
Als in zo'n weekend uiteindelijk alle verantwoordelijkheden gedeeld, de gevoeligheden omzeild en de aanvaringen gemanaged en gesust zijn, is het tijd om huiswaarts te keren. En dan wordt er nog weken over gesproken, liefst buiten de vrouwenclub om. En bij de eerstvolgende kerstborrel komt de oude koe weer uit de sloot...."we moeten ook weer gauw ons weekendje plannen!"
sweet saturday sounds
Het is zaterdagmorgen en ik voel me weer een meisje. Papa's meisje. Het is zaterdagmorgen en buiten klinkt het geluid van de vlakschuurmachine. Er staat een ladder tegen het huis en op het dak van de schuur staat nog een ladder. Onderaan een kartonnen doos met verf en kwasten, terpentine, verlengsnoeren en blikken verf. Zo was het vroeger. Op zaterdagmorgen was alles zo fijn. Niemand moest werken, niemand leidde vergaderingen tot diep in de nacht. Niemand naar school. Papa kluste aan het huis en maakte zijn hoofd leeg van de overvolle week met karrevrachten aan verantwoordelijkheden, en wij speelden aan zijn voeten. Aan de voet van de ladder en de vlakschuurmachine, met de verf en de roerstokjes. En vroegen hem het hemd van zijn lijf over wat ie aan het doen was. Papa was gelukkig op die zaterdagen, zijn kinderen dichtbij en lekker met de handen werken in de open lucht. Ondertussen kregen we opdrachtjes van hem. Even de konijnenhokken schoonmaken, de duiventil uitmesten (in de vorm van een Friese boerderij met uilenbord, papa gemaakt), kijken of de jongen nog voldoende nestbedekking hadden. Papa had altijd leuke opdrachtjes, nooit "ruim je kamer op" of "doe je huiswerk". Papa was de liefste, de leukste en de knapste papa van de hele wereld. Ik mis hem zo.
Nu zit de zoon van Juul op mijn dak. Hij kwam in de vroege ochtend terwijl hij geen ochtend mens is, en hij schuurt en schildert een stuk vervallen daklat voor me, terwijl hij niet van schilderen houdt. Omdat de zoon van Juul sinds den beginne al snapte dat je soms dingen tegen komt die niet zo leuk zijn en je ze dan toch maar aan moet gaan, is het een geweldige vent geworden. Want nu heeft hij echt elk gereedschap des levens in zijn gereedschapskist. Hij kan alles. Echt, Juul haar zoon kan alles. Niet alleen de mannenklussen, maar ook de warme klussen in huis. Die klussen waar we onze kinderen om dood knuffelen als ze ons er mee helpen. (En onze mannen ook) Juul zijn zoon doet ze als vanzelf. En hij hoeft er nooit de credits voor. Daarmee scheidt hij als vanzelf de parasieten van de oprechte medemens. Hoe wijs is dat. Met Juul zijn zoon kun je ook goede gesprekken hebben. Van man tot man, of van man tot vrouw, wat je wilt. Hij heeft mensenkennis, visie op het leven, je zou hem zelfs een creatief visionair kunnen noemen. "Out of the box" denken is geen standaard repertoire van hem, maar hij kan het kiezen als optie, als instrument om zijn doel te bereiken. Dan ben je echt wijs. Ik las vorig jaar een brief van hem aan zijn opleidingsinstituut. Het was halverwege het schooljaar. Het ging zo: "Geachte heer, ik heb mijn studiepunten behaald en alle vakken met goed gevolg afgerond. Omdat ik naast mijn opleiding nog meer interesses en vaardigheden heb, besluit ik de rest van het schooljaar daaraan te besteden. Immers daarmee kan ik mijn kwaliteiten verder ontwikkelen en uitbreiden en ik verdien er ook nog geld mee om weer in mijn toekomstige ontwikkeling te investeren. Ik neem aan dat u hier geen bezwaar tegen hebt, anders verneem ik dat graag van u. Zonder tegenbericht zie ik u komend studiejaar weer. Met vriendelijke groeten, de zoon van Juul". Er kwam geen bezwaar uiteraard, Juul haar zoon is na de zomer weer keurig ingeschoven, vol zelfvertrouwen maar bescheiden en integer. Een parel voor docenten, zo'n vent in je studiejaar. Als ik iemand een wereldwijf toewens (in toevoeging op zijn moeder), is het de zoon van Juul wel.
Nu zit de zoon van Juul op mijn dak. Hij kwam in de vroege ochtend terwijl hij geen ochtend mens is, en hij schuurt en schildert een stuk vervallen daklat voor me, terwijl hij niet van schilderen houdt. Omdat de zoon van Juul sinds den beginne al snapte dat je soms dingen tegen komt die niet zo leuk zijn en je ze dan toch maar aan moet gaan, is het een geweldige vent geworden. Want nu heeft hij echt elk gereedschap des levens in zijn gereedschapskist. Hij kan alles. Echt, Juul haar zoon kan alles. Niet alleen de mannenklussen, maar ook de warme klussen in huis. Die klussen waar we onze kinderen om dood knuffelen als ze ons er mee helpen. (En onze mannen ook) Juul zijn zoon doet ze als vanzelf. En hij hoeft er nooit de credits voor. Daarmee scheidt hij als vanzelf de parasieten van de oprechte medemens. Hoe wijs is dat. Met Juul zijn zoon kun je ook goede gesprekken hebben. Van man tot man, of van man tot vrouw, wat je wilt. Hij heeft mensenkennis, visie op het leven, je zou hem zelfs een creatief visionair kunnen noemen. "Out of the box" denken is geen standaard repertoire van hem, maar hij kan het kiezen als optie, als instrument om zijn doel te bereiken. Dan ben je echt wijs. Ik las vorig jaar een brief van hem aan zijn opleidingsinstituut. Het was halverwege het schooljaar. Het ging zo: "Geachte heer, ik heb mijn studiepunten behaald en alle vakken met goed gevolg afgerond. Omdat ik naast mijn opleiding nog meer interesses en vaardigheden heb, besluit ik de rest van het schooljaar daaraan te besteden. Immers daarmee kan ik mijn kwaliteiten verder ontwikkelen en uitbreiden en ik verdien er ook nog geld mee om weer in mijn toekomstige ontwikkeling te investeren. Ik neem aan dat u hier geen bezwaar tegen hebt, anders verneem ik dat graag van u. Zonder tegenbericht zie ik u komend studiejaar weer. Met vriendelijke groeten, de zoon van Juul". Er kwam geen bezwaar uiteraard, Juul haar zoon is na de zomer weer keurig ingeschoven, vol zelfvertrouwen maar bescheiden en integer. Een parel voor docenten, zo'n vent in je studiejaar. Als ik iemand een wereldwijf toewens (in toevoeging op zijn moeder), is het de zoon van Juul wel.
con amore
Ik geloof in Liefde op het eerste gezicht. Dat fenomeen is al aan veel onderzoek onderhevig geweest. Feromonen, voorbestemming, yin en yang, of een vette illusie, mij een biet. Ooit ben ik er in gaan geloven en ik doe het nog steeds. Liefde op het eerste gezicht bestaat. Het verandert je leven vanaf het moment dat je elkaar voor de eerste keer ziet. In positieve zin dan hè. (Ik geloof ook in walging op het eerste gezicht, daar nemen we immers ook van nature onze maatregelen op: wegwezen en/of tot een minimum beperken). Je moet elkaar wel echt zien, dat is een voorwaarde. Maar eenmaal getroffen door Liefde op het eerste gezicht, is er eigenlijk geen weg terug. Vanaf dat moment verraad je hele systeem dat jullie bij elkaar horen.
Wij horen nu een maand of acht bij elkaar. We staan ingeschreven op hetzelfde adres. Hij leeft op mijn kosten, maar dat vind ik niet zo erg. Hij brengt het op een andere manier wel weer binnen. Het is allemaal heel snel gegaan. Vanaf het moment dat ik hem zag in het voorbijrijden op een regenachtige middag op weg van A-naar-God-weet-wie, ben ik omgekeerd en nooit meer op bestemming aangekomen (wat me inmiddels vergeven is). Het was Liefde op het eerste gezicht en wat ben ik een mazzelkont dat het wederzijds was.... Ik moet er niet aan denken dat ik wist dat hij de ware was en hij mij niet zag staan! Gek genoeg was hij wat ouder dan ik altijd in gedachten heb gehad, maar hij zag er zo mooi uit op zijn leeftijd. Exact het figuur waar ik dol op ben en niet snel op uitgekeken raak. Nergens te weinig en op sommige plekken wat "over de top", heerlijk. Ik ben ook gewoon op hem afgestapt. Echt waar, ik ben binnen 5 minuten na mijn U-turn op die B-weg op hem afgestapt. Heb me voorgesteld en eerlijk gezegd hoe geweldig ik hem vond. Dat ik niet echt naar hem op zoek was maar hem herkende als de mijne, mijn one-and-only, direct nadat mijn oog op hem gevallen was.
Onze eerste date was wel wat klungelig. Ik herinner me dat ik toch echt kan blozen en als ik dat doe "hangt er echt iets in de lucht", staan er grootse dingen op stapel. Ik denk dat we gewoon een beetje aan elkaar moesten wennen. Logisch natuurlijk, alles ging zo snel. Maar de zogenaamde "click" was er echt meteen. Inmiddels zijn we al heel erg thuis met elkaar, en blozen doe ik nog steeds. Hij houdt me elke dag scherp door zijn karakter. Hij is niet voorspelbaar maar wel betrouwbaar weet je, dat is juist zo'n goede combinatie in zijn karakter. Avontuurlijk en als je een beetje oplet toch veilig. Als ik vergeet dat ik zijn vrouwtje ben, gaat ie wel meteen zijn eigen ding doen. Maar als ik me opstel als de zijne, dan gaan we samen als doperwtje en worteltje, als de Donald Duck en eendjes, als een vaas met bloemen en een kind met een bijbel. We horen gewoon bij elkaar. Als we samen ergens komen hoor ik niet meer "goh, prima toch", nee ik hoor "jullie passen echt enorm goed bij elkaar". En dat is ook zo. Ik hou er van als je niet ziet hoe sterk hij is, maar als je recht hebt op zijn spierballen dat ze er ook gewoon voor je zijn. Dat je samen onverwacht iedereen uitlacht. Dat je dezelfde muziekkeuze hebt die je naar huis drijft, waar je altijd samen aankomt of die dag samen vertrokken bent. Dat dat nooit een vraag is, maar altijd een antwoord. Hij zorgt voor jou en jij zorgt voor hem en toch: never a dull moment! Ik wens vurig dat we nog heel lang samen zijn. Ik ga echt op mijn knieën voor 'm als dat nodig is. Con amore. Winterbandjes, schat?
Freudiaanse medeklinkers
Laats dacht ik na het dichtklappen van de vaatwasser op vrijdagavond dat ik me ook maar eens bij het bankhangen moest voegen. "Wat kijken we?" vraag ik terwijl ik een achteloze blik op de tv werp en een plekje op de bank vrij maak. "K3 zoekt K3! Ssssst!". Ik zie de zoveelste zingende dansmarieke in een kort rokje of met lange benen (dat hangt er vanaf waar de camera gesitueerd is) in de zoveelste vrijdagavond "so you think you can do the whathever" spotlights hupsen. Ze hupst of er na deze dag nooit meer een andere zal zijn. Ze wordt gadegeslagen door niemand minder dan Gert. G. richtte Studio 100 op en richtte zich vervolgens op met behulp van de meest recente K2's van de K3 meidengroep die hij sowieso al commercieel flink uitgebuit had. Follow your instincts. G. bleek dol op K's. Hij kon er niet genoeg van krijgen. Eerst de ene K en daarna de andere K. De derde K zal het wel hebben zien aankomen en de lange benen hebben genomen.
Tot mijn verbazing zitten beide Golddigsters nog steeds naast hem. G. wordt aan zijn rechterzijde geflankeerd door de twee meest recente K's. De K's die hij inmiddels letterlijk en figuurlijk schijnt te hebben afgeschreven. Ze mogen hem aan drie nieuwe K's helpen, omdat ze zelf teveel of teweinig G. zijn geweest en G. toe is aan nieuwe K's. De moppies begrijpen het wel. Ze hielden echt van hem, en als je dat doet dan help je hem ook nog wel even aan een paar nieuwe K's, das wel zo transparant. G. zijn ogen zijn geen moment naar rechts gericht (logisch), hij watertandt naar zijn potentiële nieuwe K's. Of ze lekker dansen, hun benen goed in de panty's zitten, hun ogen vragend genoeg zijn en hun stemgeluid om aan te horen. De K van kinderen is G. even vergeten aan zijn blik te zien. Een kleinigheidje hou je toch. Bovendien moeten die kinderen toch door hun vaders naar de concerten worden gebracht, dus G. kijkt meteen even mee voor heel K3 minnend vader-land. Mama's: dit is echt het enige concert waar je niet mee naartoe hoeft, let maar eens op.
De meisjes praten na hun performance allemaal hijgend en met een zachte g. G. zit er warmpjes bij op deze vrijdagavonden. Hij vraagt ze "hoe ze vonden dat het ging", die G. toch. Zoveel ervaring met K's en toch wil íe nog weten "hoe het ging". Het blijft een man he....
klik een uitvaart
Toen Serge zijn laatste adem had uitgeblazen, had hij nog net zoveel verrassingen voor ons in petto als bij zijn leven en welzijn. Serge was van het type “geen zorgen voor de dag van morgen” en “als het leven geen feestje is, maak ik er wel een feestje van”. Daarom was het altijd goed toeven in de buurt van Serge. Hij wist van weinig veel te maken. Het woord “nee” vond hij maar een dom woord, ik heb het hem nooit horen zeggen (en ik heb hem toch een jaar of dertig bewust meegemaakt). Serge had veel vrienden, de meeste typeerden zich door wat je noemt een hoge omloopsnelheid. Enkelen gingen zijn leven lang mee. Bij ons had hij een speciaal plekje, juist vanwege zijn optimisme, zijn altijd half volle glas (niet alleen figuurlijk) en zijn enorme gunfactor. Als kind kon je geen betere verjaardag beleven dan die van Serge. De frituurpan stond permanent ter beschikking van (alleen) de kinderen, evenals de schalen met Milky Ways en Marsjes, de cola en het ijs. Als verrassing had hij na de friet een zoekopdracht voor ons: zoek jullie kadootjes maar, ze kunnen in het hele huis verstopt zijn! Serge was jarig en wij vierden feest. Alleen al dat gegeven deed hem stralen van geluk.
Zijn gunfactor werd groter naarmate de jaren verstreken. Dat zorgde nogal eens voor verrassingen. Er komt een moment dat er effe niets te gunnen meer is, en als je dan doorgaat met gunnen, gun je jezelf in de problemen. Zijn zonnige humeur veranderde niet, maar laten we zeggen dat de sfeer in zijn brievenbus wat veranderde....daar kwamen we achter toen Serge zijn laatste adem had uitgeblazen. Dat deed hij net tussen onze shifts aan zijn bed door, om ons niet te ontvrolijken. Die Serge toch.
Serge moest een waardig afscheid krijgen. Maar waarvan? Ik had geen tijd een rommelmarkt te organiseren met de souvenirs uit Serge zijn leven in kraampjes uitgestald. Of om met al zijn verloren vrienden in gesprek te gaan dat het nu toch echt tijd werd ook een steentje bij te dragen. Dus kroop ik achter mijn laptop en goochelde “crematie via internet”. Helaas niet onbekend met het fenomeen begraven en cremeren en redelijk thuis in de prijzen daarvan, gloorde er licht in een van de crematoria: Online uitvaart regelen, vooraf betalen, achteraf geen kosten. (Als Serge zich daar nou eens wat vaker aan gehouden had....) Het werd zo ongelooflijk simpel: ik klikte en sleepte naar mijn winkelmandje hoe de uitvaart geregeld moest worden. Crematie: check. Kist: check. Bloemen: check. Rouwcentrum: check. Koffie (hell yes): check. Nog geen 1900 Euro. Betalen met Ideal. Klaar! Ik was twintig minuten verder, had nog geen Dela gezien, geen zwarte colbert of hoge hoed, geen blablabla van zo’n moderne persoonlijke begeleider die iedere dag wil aanschuiven voor de koffie met “wat erg voor u” en "hoe was hij?" (nou, als ie jou nooit op de borrel heeft gevraagd wil ie vast niet dat je dat weet). Nee, mijn huis was nog steeds voor onszelf en alles was geregeld.
De uitvaart was top. Zo gezellig en knus, warmer en persoonlijker kon het niet. Precies wat Serge leuk had gevonden. Er waren alleen geen kadootjes meer verstopt. De uitvaartonderneming, daar heb ik geen last van gehad. Alleen als ik dacht “ehhh...” dan stond er iemand van hen ineens naast me en vroeg me of hij het even zou oplossen voor me. Geen zwarte kraai, maar een keurige man met warme glimlach en in een leuk pak. Ik kan hem verder niet herinneren, want hij had blijkbaar door dat hij niet degene was die in de kist lag die dag.
Na een paar weken werd ik gebeld. Of alles naar wens was geweest. In de geest van Serge was ik laaiend enthousiast (hij zou het niet anders gewild hebben). Het bleek dat zij de eerste aanbieder waren van internetuitvaarten en ik een van de eerste landgenoten die hun uitvaart digitaal geshopt had. Ik blijf erbij: geen parkeerkaartjes, geen zere voeten en geen Dela aan de deur. Je moet het elkaar niet moeilijker maken dan nodig is. Serge ligt gewoon fijn bij ons in de tuin. Alweer zes jaar.
"relax"
Carmen hangt met haar armen boven haar hoofd vastgebonden in haar blote borsten aan het plafond van een loods. Haar oksels zijn netjes geschoren. Haar lip is een beetje stuk, en ze wordt toegesproken door een pokdalige Mexicaan met een mes. Ze praat in het mes alsof het een microfoon is. Ze maakt zich geen zorgen om hoe ze er bij hangt, zolang haar voeten de grond maar raken. Ik daarentegen hang al half over de badrand om toe te snellen als hij het mes gaat gebruiken, maar Carmen vindt het allemaal alleen maar licht vervelend, het dondert haar niet zoveel. Dus ik doe er nog wat koud water bij en zak weer achterover. Dan fluistert ze haar plan in de kraters van het gezicht van de Mexicaan. Even de kraan uit, anders hoor ik het niet. Subliem, ze gaat het OM naaien, haar laatste troef en succes verzekerd. Het OM bungelt al jaren onderaan de voedselketen daar waar Carmen vandaan komt. Mijnheer Vesuvius laat zijn microfoon zakken. Zijn hebberigheid wint het van zijn zelfrespect. Eenmaal losgetornd en aangekleed gaat Carmen nooit koffiedrinken of boodschappen doen, of lekker even douchen. Ze gooit haar tas op de bijrijdersstoel en gaat naar het hol van de volgende leeuw. Daar maakt ze de deal aan de andere kant af, met het OM, welke haar zoon heroïne verslaafd en tot een killermachine gemaakt heeft. Ze gunt hen de Vesuvius en al wat hij met zich meebrengt, belooft een grote vis en eist in ruil haar killermachine van 15 terug. Afkicken regelt ze zelf wel, een kleinigheidje houd je toch.
Het is D-Evening. Boter bij de vis. Ik denk "dit wordt hem niet". Bij Carmen loopt het nooit goed af. Haar voorbereiding is perfect, ze is crimineel hoogbegaafd (een foutje: ze denkt dat haar hartsvriendinnen haar hartsvriendinnen zijn, maar hey, wie denkt dat niet?) en kan haar gevoel uitschakelen als beeldschermvergrendeling. Goddank, Lute komt in beeld. Lute heeft het. Lute is net een Victor. Hij zegt alleen iets als er iets gezegd moet worden. Wat een heerlijke man. En dan dat accentje, plat Amsterdams. Door Lute kan ik mijzelf weer losmaken van de badrand en weer even achterover leunen in het (veel te warme) water. Lute regelt altijd alles, zoals die taak al van oudsher belegd is bij de man. Lute doet zijn ras eer aan. Wie slim is spiegelt Lute. Lute vraagt niet, Lute biedt. Lute zoekt de minuscule zender in 150 pakjes wasmiddel. Hij heeft er 1,5 minuut de tijd voor en het is aardedonker. Hij slaat op de zakjes tot er een zakje is waar wasmiddel uit stuift. Lute is een smart-ass....it's what I like about Lute. Ik had de Whitney Houston dood kunnen sterven in bad. Het water veel te heet maar geen seconde tijd om koud bij te vullen. Het had niet veel langer moeten duren dat Carmen haar 15 jarige psychoot mijnheer Clearasil 6 keer door zijn hoofd schoot, terwijl hij met zijn moeder zat te flirten. Ik ga gauw uit bad. Stommel duizelig de trap af, schuif een kastje achter de voordeur, ontstop de oren van de hond en maan hem achter de voordeur te gaan liggen. Alle lampen uit en snel onder het ganzendons. Heerlijk zo'n avondje ontspanning.
Het is D-Evening. Boter bij de vis. Ik denk "dit wordt hem niet". Bij Carmen loopt het nooit goed af. Haar voorbereiding is perfect, ze is crimineel hoogbegaafd (een foutje: ze denkt dat haar hartsvriendinnen haar hartsvriendinnen zijn, maar hey, wie denkt dat niet?) en kan haar gevoel uitschakelen als beeldschermvergrendeling. Goddank, Lute komt in beeld. Lute heeft het. Lute is net een Victor. Hij zegt alleen iets als er iets gezegd moet worden. Wat een heerlijke man. En dan dat accentje, plat Amsterdams. Door Lute kan ik mijzelf weer losmaken van de badrand en weer even achterover leunen in het (veel te warme) water. Lute regelt altijd alles, zoals die taak al van oudsher belegd is bij de man. Lute doet zijn ras eer aan. Wie slim is spiegelt Lute. Lute vraagt niet, Lute biedt. Lute zoekt de minuscule zender in 150 pakjes wasmiddel. Hij heeft er 1,5 minuut de tijd voor en het is aardedonker. Hij slaat op de zakjes tot er een zakje is waar wasmiddel uit stuift. Lute is een smart-ass....it's what I like about Lute. Ik had de Whitney Houston dood kunnen sterven in bad. Het water veel te heet maar geen seconde tijd om koud bij te vullen. Het had niet veel langer moeten duren dat Carmen haar 15 jarige psychoot mijnheer Clearasil 6 keer door zijn hoofd schoot, terwijl hij met zijn moeder zat te flirten. Ik ga gauw uit bad. Stommel duizelig de trap af, schuif een kastje achter de voordeur, ontstop de oren van de hond en maan hem achter de voordeur te gaan liggen. Alle lampen uit en snel onder het ganzendons. Heerlijk zo'n avondje ontspanning.
pick your vic
Ik ben nogal wat je noemt een kletskous. Nou ja, of ik echt klets weet ik niet (ik denk dat het erg mee valt) maar een spraakwaterval daar kan ik rustig voor doorgaan. Die feedback heb ik trouwens nog nooit gekregen, maar soms denk ik het te zien aan de blikken om mij heen. Zo van “jongens, wie haalt de batterijen eruit” of “heeft er vandaag iemand getrakteerd op roze koeken?”. Nu gaat kwebbelen en waarnemen van non verbaal gedrag samen als hardlopend rekensommen maken: nauwelijks of niet. (trouwens: kwebbelend hardlopen kan ik als de beste) Ik denk dat ons brein op een of andere manier niet senang is die twee taken te combineren, anders had ik me dat overlevingsmechanisme zeker eigen gemaakt, al was het maar uit puur lijfsbehoud.
Feedback wil ik altijd het liefst luid en duidelijk hebben. Vertel het mij zo dat ik er niet omheen kan, omkleed dat met redenen en argumenten voor mijn eigen bestwil “and I’ll follow you like a lost puppy”. Maar wie er echt heilzaam te werk gaat met feedback is Victor. Victor gelooft het wel met mijn verbale aanslagen per minuut. Victor wordt daar niet anders van. Victor zit aan de vergadertafel als een kussen in mijn rug, de dampende kop koffie in de vroege morgen naast mijn telefoon. En hij zit er altijd al als ik met de haren in de fik kom binnen rennen en mijn tas (liefst) naast die van hem gooi. Victor praat niet als je binnen komt, maar laat je binnen komen. Hij gunt je die ruimte. Victor is cool. Hij zet je met twee benen op de grond zodat jij kunt vlammen en doet er werkelijk niets anders voor dan er te zijn.
Nu werk ik in een bedrijf waar men nogal graag wat vindt. Eigen mening is goud waard, probeer oneindig te differentiëren van die van anderen (al was het maar om te differentiëren voor je geld) en voeg pas weer samen als je carrière in het gedrang komt. En zend je een ongeluk. Zenden is macht. Victor doet daaraan niet mee. Victor doet mij denken aan het spreekwoord “spreken is zilver, zwijgen is goud”. Aan “jij maakt je werk, je werk niet jou”. Victor praat alleen wanneer het tijd is om te spreken (Victor spreekt). En anders houdt hij zijn mond. Drinkt wat van zijn koffie. Haalt een pluis van je jasje. Heeft tijd voor non verbaal gedrag, vormt zijn mening en maakt zijn afwegingen. En zegt vervolgens wat er gezegd moet worden: datgene wat nog niet gezegd is en er echt toe doet. Over zijn onmetelijke kennis en ervaring spreekt hij zelden of nooit, maar ze komen tot uitdrukking in elke zin die hij de vergadering gunt en doet afstevenen op een rendabel samenzijn in acceptabel tijdsbestek. Ik heb bij Victor altijd nog elke vraag beantwoord gekregen, elke krater in mijn kennis, elke dwaling in mijn gedachten: niets was hem te min of teveel.
Het hoeft niet luid en duidelijk en met redenen omkleed: voor mij is Victor mijn feedback, de confrontatie met mijzelf, de deur naar groei en inspiratie, naar effectiviteit en efficiëntie. Dus ogen open en pick you Vic.
Feedback wil ik altijd het liefst luid en duidelijk hebben. Vertel het mij zo dat ik er niet omheen kan, omkleed dat met redenen en argumenten voor mijn eigen bestwil “and I’ll follow you like a lost puppy”. Maar wie er echt heilzaam te werk gaat met feedback is Victor. Victor gelooft het wel met mijn verbale aanslagen per minuut. Victor wordt daar niet anders van. Victor zit aan de vergadertafel als een kussen in mijn rug, de dampende kop koffie in de vroege morgen naast mijn telefoon. En hij zit er altijd al als ik met de haren in de fik kom binnen rennen en mijn tas (liefst) naast die van hem gooi. Victor praat niet als je binnen komt, maar laat je binnen komen. Hij gunt je die ruimte. Victor is cool. Hij zet je met twee benen op de grond zodat jij kunt vlammen en doet er werkelijk niets anders voor dan er te zijn.
Nu werk ik in een bedrijf waar men nogal graag wat vindt. Eigen mening is goud waard, probeer oneindig te differentiëren van die van anderen (al was het maar om te differentiëren voor je geld) en voeg pas weer samen als je carrière in het gedrang komt. En zend je een ongeluk. Zenden is macht. Victor doet daaraan niet mee. Victor doet mij denken aan het spreekwoord “spreken is zilver, zwijgen is goud”. Aan “jij maakt je werk, je werk niet jou”. Victor praat alleen wanneer het tijd is om te spreken (Victor spreekt). En anders houdt hij zijn mond. Drinkt wat van zijn koffie. Haalt een pluis van je jasje. Heeft tijd voor non verbaal gedrag, vormt zijn mening en maakt zijn afwegingen. En zegt vervolgens wat er gezegd moet worden: datgene wat nog niet gezegd is en er echt toe doet. Over zijn onmetelijke kennis en ervaring spreekt hij zelden of nooit, maar ze komen tot uitdrukking in elke zin die hij de vergadering gunt en doet afstevenen op een rendabel samenzijn in acceptabel tijdsbestek. Ik heb bij Victor altijd nog elke vraag beantwoord gekregen, elke krater in mijn kennis, elke dwaling in mijn gedachten: niets was hem te min of teveel.
Het hoeft niet luid en duidelijk en met redenen omkleed: voor mij is Victor mijn feedback, de confrontatie met mijzelf, de deur naar groei en inspiratie, naar effectiviteit en efficiëntie. Dus ogen open en pick you Vic.
maat 45 bij de voordeur
Vroeg of laat gaat het toch opvallen dat jij degene bent die het oliepijl staat te controleren van je auto, de bomen en struiken in de tuin snoeit, de buitenlampen vervangt en je Ikea aankopen uit de auto sleurt met klotsende oksels. Dat jij zowel de dag start met het uitzwaaien van de kinderen, als met hoge snelheid komt aanrijden aan het eind van de dag om ze weer van de achterbank te laten ontsnappen. Dat jij in alle 100 % van de gevallen degene bent die de man van de meterstanden ontvangt en de handtekening zet bij de pakketbezorger. Dat jij altijd de collectebus vult onder etenstijd en degene bent die de kerstboom met natte kluit door je lieftallige buurman uit je auto laat tillen. Op een gegeven moment kun je niet meer verkopen dat hij op zakenreis is, of voor zijn doodzieke moeder zorgt door op een stretcher naast haar bed te logeren.
En hoewel binnen PIP studio behang nog steeds geoorloofd blijft, oudroze muurtjes in de gang de sfeer van een appartementje in Parijs mogen oproepen, en je knuffelbeer gewoon op bed mag blijven zitten, wordt het tijd om buitenshuis wat maatregelen te nemen.
Here's what we do. Men neme een American Football shirt maat XXL. Met verharde schouderstukken. Deze hang je over een kledinghanger en elke (!) zaterdagmorgen wanneer jij de suggestie wilt wekken al met het huishouden bezig te zijn, hang je dat shirt met kledinghanger en al uit het raam van je schoenen(en of kleding)kamer om te luchten. Geen vragen stellen, gewoon doen. Daarna vraag je even per app aan je beste vriend of hij nog een paar oude schoenen (flink afgetrapt) maat 45 heeft staan. Die parkeer je na ontvangst verticaal rechts aan de buitenzijde van de voordeur. Als kers op de taart kun je nog een bordje van een valse herdershond met "hier waak ik" ophangen bij de entree van je tuin, maar ook een grote drinkbak achteloos parkeren bij de gieter volstaat. En wil je het geheel echt consistent afmaken, ga dan bij de emballage van je supermarkt een leeg krat bier opvangen. Betaal het statiegeld, knipoog een keer naar de recyclende gulle drinker en zet hem naast je container. Is waardevast, vorstbestendig en heb je de hele winter geen onderhoud aan!
Ketelbinkie eens per jaar
Er gaat niets boven Ketelbinkie (zelfs Anton niet). Je Ketelbinkie zorgt voor een goede bloedsomloop, voor zijdezachte haren, voor rozige wangetjes en zachte nagelriemen. Ketelbinkie is de man die zorgt dat jouw cv ketel blijft werken zodat jij je vrouwelijke ding kunt doen. Zoals daar zijn: badderen, haarmaskertjes uitspoelen, nagelbadjes klaarmaken, je gezichtje scrubben etcetera (hij hoeft niet alles te weten).
De benzine en tijd die hij daarmee indirect aan jouw vrouwelijkheid besteed wil hij natuurlijk ook graag vergoed hebben om vervolgens zijn mannelijkheid te bekostigen. Maar daar dacht ik vroeger nog wel eens anders over. Dan belde ik Ketelbinkie pas als het kalf al verdronken was, lees: de ketel down, over en uit, overleden, een roerloos ding aan de muur, deed net of ie me niet meer kende, keek straal langs me heen. Niets gezellige opwarmgeluidjes, niets power aan de muur.
Maar ik kan nogal goed met de AED, dus ik dacht " hey, die fibrilleert nog wel....ik defibrilleer hem wel even" en voorzichtig benaderde ik het stopcontact van de cv ketel. Je weet nooit precies wat ie gaat doen als je aan hem zit. Het is toch gas en fik en elektra, dat kan op zich erg slecht aflopen die combinatie, dat zie je altijd in het nieuws! Rustig benaderen, inademen, uit het incident blijven en dan vastberaden de stekker eruit halen.....yes!!!! Nu even een bakkie koffiedrinken en dan gaan we de AED erop zetten. Ondertussen weet mijn Ketelbinkie nog van niets, die denkt dat ik lekker voor de buis hang in mijn joggingbroek, met pasgewassen haren en gescrubde roze wangetjes. Ik zal flink zijn, ik zal hem niet bellen, ik kan het allemaal zelf wel.
Na een uurtje benader ik de cv ketel weer met hetzelfde elan, dezelfde flair en daadkracht. Ik praat met zware monotone stem tegen hem om hem af te leiden (ok, ik praat Ketelbinkie na) en dan.....stop ik de stekker er weer in. Een tik, een zucht en.....voila, in actie is ie weer! De verwarming slaat weer aan. De douche geeft weer warm water, totdat ik mijn haarmaskertje uit wil spoelen. Koud!! Huilend bel ik Ketelbinkie. Of hij niet boos wil zijn dat ik dacht het allemaal zelf wel te kunnen. Dat ik zulke gevaarlijke dingen had gedaan. Maar dat ik wel flink was geweest. Dat ik eigenlijk te beroerd was hem zijn mannelijke onkosten te gunnen in ruil voor mijn vrouwelijke luxe. Ketelbinkie is niet boos. Ketelbinkie zegt: "Jouw ketel moet weer even onderhouden worden, er zit waarschijnlijk teveel kalk afzetting in de warmtewisselaar en dan gaat de ketel in de beveiligingsstand. Hij zal het resetten langer volhouden dan jij haha! En jij bent niet dom maar lief. Ik kom er zo aan, zet maar vast koffie".
De benzine en tijd die hij daarmee indirect aan jouw vrouwelijkheid besteed wil hij natuurlijk ook graag vergoed hebben om vervolgens zijn mannelijkheid te bekostigen. Maar daar dacht ik vroeger nog wel eens anders over. Dan belde ik Ketelbinkie pas als het kalf al verdronken was, lees: de ketel down, over en uit, overleden, een roerloos ding aan de muur, deed net of ie me niet meer kende, keek straal langs me heen. Niets gezellige opwarmgeluidjes, niets power aan de muur.
Maar ik kan nogal goed met de AED, dus ik dacht " hey, die fibrilleert nog wel....ik defibrilleer hem wel even" en voorzichtig benaderde ik het stopcontact van de cv ketel. Je weet nooit precies wat ie gaat doen als je aan hem zit. Het is toch gas en fik en elektra, dat kan op zich erg slecht aflopen die combinatie, dat zie je altijd in het nieuws! Rustig benaderen, inademen, uit het incident blijven en dan vastberaden de stekker eruit halen.....yes!!!! Nu even een bakkie koffiedrinken en dan gaan we de AED erop zetten. Ondertussen weet mijn Ketelbinkie nog van niets, die denkt dat ik lekker voor de buis hang in mijn joggingbroek, met pasgewassen haren en gescrubde roze wangetjes. Ik zal flink zijn, ik zal hem niet bellen, ik kan het allemaal zelf wel.
Na een uurtje benader ik de cv ketel weer met hetzelfde elan, dezelfde flair en daadkracht. Ik praat met zware monotone stem tegen hem om hem af te leiden (ok, ik praat Ketelbinkie na) en dan.....stop ik de stekker er weer in. Een tik, een zucht en.....voila, in actie is ie weer! De verwarming slaat weer aan. De douche geeft weer warm water, totdat ik mijn haarmaskertje uit wil spoelen. Koud!! Huilend bel ik Ketelbinkie. Of hij niet boos wil zijn dat ik dacht het allemaal zelf wel te kunnen. Dat ik zulke gevaarlijke dingen had gedaan. Maar dat ik wel flink was geweest. Dat ik eigenlijk te beroerd was hem zijn mannelijke onkosten te gunnen in ruil voor mijn vrouwelijke luxe. Ketelbinkie is niet boos. Ketelbinkie zegt: "Jouw ketel moet weer even onderhouden worden, er zit waarschijnlijk teveel kalk afzetting in de warmtewisselaar en dan gaat de ketel in de beveiligingsstand. Hij zal het resetten langer volhouden dan jij haha! En jij bent niet dom maar lief. Ik kom er zo aan, zet maar vast koffie".
Abonneren op:
Reacties (Atom)

















