7 nov 2015

tank op tijd

Ik heb Sterre aan de lijn en ik zit in de auto op weg naar huis. Ik race door godverlaten groene weilanden terug naar de bewoonde wereld en snelwegen. Doordat de snoertjes van mijn oordopjes klem onder mijn autogordel zitten (verkeerde volgorde van installeren) kan ik even niet "binnenspiegel, buitenspiegel, linker schouder" doen, want dan vallen ze eruit. Geeft niet, ik heb heus wel door dat er zeker weten meer mensen op de weg zijn dan alleen ik. Ik gok het wel een beetje. Want ik moet Sterre echt even spreken. We zaten samen de hele dag opgesloten met collega's, in zo'n kasteel waar je jezelf moet laten zien om de bedrijfsdoelstellingen te internaliseren. No way dat Sterre en ik dat gaan doen. Wie weet immers wat de bedrijfsdoelstellingen zijn? Dat is tegenwoordig levensgevaarlijk, de illusie te koesteren dat je de bedrijfsdoelstellingen kent. Voor je het weet lever je milieu-verwoestende auto's of wapens aan een land waar je kind geld voor ophaalt omdat de mensen er geen dak meer boven hun hoofd hebben, en internaliseer je dat lekker zonder dat je het weet. Onder het mom van jezelf een dagje mogen laven aan een kasteel. Nee, Sterre en ik weten wel beter. Aan ons lijf geen polonaise.

We hebben ons netjes gedragen, maar het moest niet veel langer duren. En het duurde veel langer. Dus we tijgerden met bloedspoed naar onze auto's en riepen "we bellen zo!". Terwijl ik opneem hoor ik het gaspedaal van Sterre ingedrukt staan, "Shit shit shit! Mijn tank is leeg! Weet jij hier ergens een tankstation?". Ik zeg dat ze dan weer terug moet naar het kasteel, daar zat er eentje naast. "Dat kan natuurlijk niet!" zegt Sterre. Nee, dat kan natuurlijk niet. We zijn allebei te laat voor onze kinderen. Sterre heeft ze verspreid over twee adressen laten spelen die middag en het ziet er ernstig naar uit dat ze ook allebei hun eigen diner gaan nuttigen op hun speeladres. Sterre heeft dat nog niet geregeld, ze moet eerst zien dat ze überhaupt blijft rijden. "Shit, hij staat al in het witte Tess, hij staat al in het witte!!" Ik kijk naar mijn benzinemetertje maar zie niets wits. Bij mij gaat er een rood lampje branden, dat weet ik onderhand wel. Ik zeg maar niets tegen Sterre over lampjes en zeg dat ze rustig moet blijven, dat alles goed komt en er nog veel meer in zit dan je dashboard doet geloven. Niets is wat het lijkt Sterre, dat weten we na vandaag toch weer? "En als ie dan leeg is Tess, als ie dan leeg is, wat doet ie dan?" Ik heb geen idee, ik vertel haar dat ie dan langzaam uitrolt dus dat het zaak is laag in de toeren op de rechterhelft zo constant mogelijk te blijven rijden. Mijn mond valt open van mijn eigen advies. Ik vertel haar met knikkende knieën waar het eerstvolgende tankstation is. "Kut, haal ik dat echt wel Tess?" Maar ik kan er niet zo snel eentje voor haar aanleggen halverwege (al heb ik dat graag voor haar over) dus zeg haar dat ze het gewoon gaat halen. Inmiddels rijden we allebei met rode konen. Ze beschrijft me waar ze rijdt en gelukkig weet ik deze keer wel waar ze het over heeft. Eindelijk ziet ze het tankstation aan de horizon gloren. We slaken allebei een enorme zucht, alsof de dokter ons verteld heeft dat onze benen toch niet geamputeerd lijken te hoeven te worden. "Bel je zo!" roept ze. En weg is ze. Maar even later is ze er weer. "Oh, gênant joh, ik heb allebei die moeders gebeld en gezegd dat ik het niet ga redden ze voor het eten op te halen. Toen antwoordden ze echt zo van -nou dan zal ik wel zien of ik er iets te eten in krijg- echt gênant Tess!". Ik vroeg haar wie vanmorgen de kinderen naar school had gebracht (ik doelde op de reddende engel die immers om haar ringvinger huist....?). "Ja, Hij, en dan hoeft ie 's middags niet weer, DAT is de deal snap je?". Ik snap er eigenlijk niets van. Mijn Sterre is in nood en dan kan die deal toch even naar morgen? Maar ik meng me niet in een goed huwelijk, want wie ben ik. Ik heb alleen de trouwringen van mijn ouders van dichtbij gezien. Ze babbelt er vrolijk op los. "Ik ga je nu iets erg opbiechten joh, echt beschamend", Ik ga rechtop zitten. "Laatst ging de hulp drie weken met vakantie en toen beloofde ik haar dat ik het zou bijhouden terwijl ze weg was! En ineens stond ze weer op de stoep en had ik drie weken niets gedaan!" Ik vraag haar of ze de plee ook niet gedaan had. "Ja, hallo-o, wanneer dan?". Ik hou van Sterre. Als je denkt dat je alles gehad hebt, is zij er. En dan ontdek je dat je die dag nog helemaal niets had, tot je haar sprak!