7 nov 2015

loop door naar Parijs

50 uur werken en 684 kilometer verder, ontwaak ik zaterdagmorgen in een wasserette. Zo te zien zijn alle wasmachines "under construction" en zit iedereen op koffie te wachten om de overlast enigszins te beperken. Dat mijn ogen open gaan, wil nog niet zeggen dat ik ook aanspreekbaar ben, een aanname die nog wel eens ten onrechte wordt gedaan. Als ik in verticale positie op de keukenvloer ben aangekomen, zie ik dat de kroeg al een paar uur open is. Alle barkrukken zijn bezet met werktassen en sporttassen en over iedere kruk hangt een jas. Iedereen zit op ontbijt te wachten, om de overlast enigszins te beperken. Ik vind een brief aan mijzelf op het aanrecht, tussen de glazen. De brief is een warme herinnering aan afgelopen week; een opsomming van de taken die er voor deze prachtige zaterdag in het verschiet liggen en al een tijdje op "rood" staan. Op mijn telefoon zie ik 3 berichten "kunnen we langskomen", "wanneer heb je nou tijd om te lunchen" en "gaat alles goed, we hebben je zo lang niet meer gezien, zelfs niet op mijn verjaardag!". Mijn hart slaat nog niet over van deze innig gewenste vrije dag. Geflankeerd door een grote mond of wat vanuit de woonkamer ("we hebben honger, ga je nog ontbijt maken" en "waar is de Ipad en heb je die wel aan de oplader gelegd gisteravond?") sta ik als een konijn in de koplampen naar buiten te kijken: hoe ga ik hier weer een opgeruimd gezellig huishouden van maken waarin ik zelf ook nog een beetje (sociaal en esthetisch) voor de dag kan komen?

Een paar uur later, een auto vol boodschappen verder (de helft ligt er nog in, tot een volgende "flush" van daadkracht zich aandient), de vloer weer zichtbaar en de machines weer in werking, drentel ik even naar de drogist voor de inwendige mens (zowel sociaal als esthetisch, check!) met halve staart en joggingbroek. De zon schijnt pal in mijn gezicht en ik strand bij het koffiehuisje halverwege de dorpsstraat. Daar zit mijn vriendinnetje met haar vriendin (maar ik ben natuurlijk een veel leukere vriendin, op afgelopen week na dan) op het gezellig drukke terrasje. Ik zeg te hard "hebben jullie ook zo'n zin om nooit, echt nooit meer naar huis te gaan? Om door te lopen naar Parijs? Gewoon echt nooit meer naar huis?". Er kijken een paar mannen grijnzend op vanaf hun smartphone. (Voordeel van mannen: ze zijn er meteen voor in...om Joost-weet-wat-voor-reden) Ik merk dat ik op hen na de enige ben die aan deze dissociatieve vluchtbehoefte lijdt. Met wat schaamrood op de kaken van mijn falende regelsysteem, neem ik snel afscheid en vervolg ik mijn weg. Nog snel even tandpasta en aspirines halen, de boodschappen uit de auto en dan hup de was ophangen en de sportschoenen aan. Lopen met je kadaver, alles eruit! Heb je tenminste een reden om moe te zijn. Is het allemaal weer lekker overzichtelijk. En Parijs ga ik lang niet halen, gelukkig maar....